persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
Half uurtje Gent, met o.a. “De Woeste Meid” (Dulle Griet)
STAD – 20 februari 2022 – In ‘Weg van de Snelweg: Gent‘ maakte de Nederlandse omroep NCRV een reportage over Gent anno 1997. Het gaat om een toeristische rondgang in Gent, en brengt een aantrekkelijk beeld van de stad. Als Gentenaar schrik je soms wel even. De stad is op 25 jaar toch wel veranderd.
De rondgang begint in het Patershol. De voice-over begint als volgt: “Het piepkleine wijkje ‘Patershol’ is het enige dat vrijwel ongeschonden uit de middeleeuwen is overgebleven.” “Tot voor de oorlog de rosse buurt van Gent” gaat de commentaarstem verder. “Nu een geliefd woonoord met een keur aan restaurants.”
Die restaurants lagen op hun gat tijdens de COVID-19-tijd, zoals blijkt uit onze reportage van toen: ‘Culinaire hartstilstand‘
In de reportage wordt de oorsprong van de naam van de wijk toegelicht. De paters Karmelieten overbouwden met hun klooster het waterloopje dat doorheen de wijk stroomde. Vervolgens gaven ze de bewoners van de wijk toegang tot dat water via een poortje in de kloostermuur: “het hol van het Patershol“.
In de confiserie ‘ Huize Temmerman‘ bij Kraanlei toont de winkelmadam o.a. haar eetbare, versuikerde bloemen. Huize Temmerman was nog een van de laatste die ‘Katrienspekken‘ verkocht. Ook dat zal wel niet meer zo zijn. In elk geval is de madam van toen allang overleden.
Lees verder onder de video
Vervolgens worden we door de reportagemakers aan boord gehesen voor een vaartochtje over de Leie. We zien o.m. het Groot Vleeshuis, het Gravensteen, het Huis van Alijn, het huis tegenover De Post en De Post zelf, beide gebouwd in 1913, het jaar van de Wereldtentoonstelling in Gent… Ook de Sint-Michielsbrug met haar drakendoder komt aan beeld.
De ontdekkingstocht gaat verder met uitleg over het Belfort en over Klokke Roeland. Het is vreemd om de pleininrichting van 25 jaar geleden terug te zien. Klokke Roeland stond toen niet waar ze vandaag staat. Of beter: hangt. Begrijpelijker wijze wordt niet dieper ingegaan op de ‘Klokke’, en dat wat we te zien krijgen eigenlijk ‘De Grote Triomfante‘ is.
Van boven op de toren van het Belfort wordt een panoramisch beeld getoond van de omgeving, incluis: Sint-Baafskathedraal, het Gravensteen…
Het Gravensteen wordt “een goed gerestaureerde burcht” genoemd. Het is bekend dat de huidige aanblik van de burcht een romantische creatie is architect Joseph de Waele. Vanaf 1894 startten de restauratiewerken.
De folterkamer wordt er getoond, zoals we die kenden van vroeger. Iedereen herinnert zich nog wel de folterwerktuigen die in de Donjon getoond werden. De inrichting van vandaag is geheel anders. De folterkamer is nu in de kelder en is helemaal niet zo spectaculair als toen.
Een “bootjesgids” merkte een aantal jaren geleden eens op – toen we langsheen het Gravensteen op de Lieve voeren – dat er ook kan gehuwd worden in de burcht, en dat die huwelijkskamer heel dicht bij de folterkamer lag… 😀 Vanachter de kantelen van de burcht kijken we op de Oude Vismijn.
Vervolgens gaat het naar de Burgstraat, naar het Huis der Gekroonde hoofden. Lees erover in een editie van Gentse Zomer En van daaruit naar de Groentenmarkt met haar Groot Vleeshuis.
Het indrukwekkende dakgebinte – thans aan het eind van haar restauratie – wordt mooi in beeld gebracht. Het waren de Minderbroeders aan het Koophandelsplein – waar nu het Hof van Beroep staat – die het dakgebinte maakten.
De Hollanders gaan ook kijken naar “De Woeste Meid”, bij ons: de Dulle Griet genoemd. 🙂 De beelden worden voorzien van een hilarische commentaar: “Boze tongen beweren dat er bij het afvuren meer slachtoffers achter het wapen vielen dan er voor”. Niet in de reportage: het kanon kwam uit Oudenaarde en werd aangesleept ten tijde van de Calvinistische Republiek om zich tegen de Spanjaarden te kunnen verdedigen.
Op de Vrijdagmarkt bezoeken de reportagemakers het standbeeld van Jacob van Artevelde. Het symbool van de Gentenaar die niemands knecht wilde zijn, zegt de stem. Er wordt ook gewezen naar het imposante gebouw van de Bond Moyson. Met als commentaar: die wilden evenmin niemands knecht zijn.
“Het stadhuis is een ratjetoe van stijlen” merkt de commentaarstem op, verwijzend naar de twee periodes waarbij het stadhuis werd gebouwd (1595 en 1618). Dit is uiteraard duidelijk merkbaar in de stijlen: laat-gotisch en renaissance.
Verder krijg je de beelden te zien van de winkeltjes van toen. Je blijft je verbazen over de snelle verandering van winkelnamen en vitrines. 1997 lijkt opeens heel lang geleden.
De reportage toont vervolgens het KNS aan het Sint-Baafsplein. Lees over de rederijkers tot de Minard en KNS
De pracht van de Sint-Baafskathedraal wordt getoond, met o.a. haar enorme schilderij van Rubens, de duizend jaar oude crypte…
En dan is er natuurlijk ‘De aanbidding van het Lam Gods‘. De hele opstelling in de kathedraal is die van voor het ‘Van Eyckjaar’. Voorheen was enkel de replica in de Vijdkapel toegankelijk, heel zelden het origineel in de Villakapel, terwijl thans het originele veelluik in de Sacramentskapel staat. “Origineel…”, uiteraard met abstractie van het paneel van de Rechtvaardige Rechters
Na de kathedraal volgt een overgang naar de – voor de Gentenaar – dagelijkse stadsbeelden in de wijken, maar voor de buitenstaander bijzondere zichten.
Het begint met het Prinsenhof. Hier worden o.m. “de vogelkastjes” getoond, wat een beetje heel mager is om de geschiedenis daar samen te vatten. Vervolgens slaan de reportagemakers op drift met de camera: het “vrouwelijke” huis aan de Kalandestraat, de Kouter met haar muziekkiosk…
Vreemd dat stadspaleis ‘Maison Falligan‘ niet wordt getoond. Wél zijn er uitvoerige en mooie beelden gemaakt van de Opera. Alsook van de naastgelegen Handelsbeurs.
Net zoals het bekijken van de winkels van toen, is het een beetje van een “cultuurschok” om te zien dat in 1997 nog blauwgele trams reden. We zien er eentje, samen met een wit exemplaar… Het zijn nog de oude PCC trams.
Ook nog te zien: “het museum voor Sierkunst”, vandaag, het ‘Designmuseum‘ geheten. Het grote portret van Louis XVIII vangt de aandacht. Het Gentse grapje over deze, voor Napoleon, naar Gent gevluchte vorst, is de Hollander niet ontgaan: “Louis die zwiet”! Een ietsjepietsje meer aandacht voor de vele andere stadspaleizen in de stad had geen kwaad gekund.
Van daar gaat het opnieuw naar het Prinsenhof, naar de ‘Donkere Poort’, een restant van het kasteel dat er toen stond. En met het nietige beeldje van Keizer Karel op het plein… met zijn “waanzinnige” moeder…
Van het Prinsenhof is het maar een korte wandeling naar het Oud Begijnhof bij de Sint-Elisabethkerk, of wat er nog van overblijft…
Toen een liberaalgezind Gentse stadsbestuur, zowat honderdvijftig jaar geleden, dit oude begijnhof opdoekte, moesten de begijnen uitwijken… Dankzij een mecenas kon dit naar het Groot Begijnhof in Sint-Amandsberg.
Het klein begijnhof aan de Lange Violettestraat, of ‘Ter Hoye‘ wordt in de reportage “het charmantste begijnhof” genoemd. We krijgen haar imposante kerk te zien, zelfs mét een paar begijnen!!!
Op 14 april 2013 stierf de laatste begijn ter wereld, Marcella Pattyn, te Kortrijk. Ze was toen 92 jaar oud. Ze had de eerste 20 jaar van haar “carrière” in Sint-Amandsberg doorgebracht.
Het is waar dat dit begijnhof een veel “luchtiger” indruk maakt dan dit in Sint-Amandsberg met haar donkere, triestigmakende steen. Dat de Schelde achter het begijnhof stroomt, draagt bij tot een aangenamer gevoel.
Zonder overgang “springt” de reportagemaker opeens over naar de Vrijdagmarkt, zij het dat de wekelijkse handelsmarkt op vrijdag in de cameralens wordt gevat. Ook ging hij om de hoek kijken: naar de Prondelmarkt. Het beeld ter ere van “de Gentschen Béranger“, zijnde de 19de eeuwse volkszanger Karel Waeri, wordt in beeld gebracht, maar krijgt geen commentaar.
Dan volgt een schok. De reportage gaat ineens over de Leiestreek en over het kasteel van Ooidonk in Deinze. Over Zwijnaarde, Sint-Denijs-Westrem, Mariakerke waar het barst van de kastelen: geen woord. Natuurlijk moeten reportagemakers keuzes maken. Maar toch. Dit is geen logische keuze.
In de lange epiloog wordt “Ghent by night” getoond, ook al hoef je je daar natuurlijk geen wilde voorstellingen bij te maken. “Gent is en blijft een uit zijn voegen gebarsten dorp”; een misschien gewaagde uitspraak die we op deze blog zijn blijven herhalen. En daar is niets negatief aan, in tegendeel: we onderstrepen er mee dat de stad nog op mensenmaat geschoeid is.
Het is de Belleman die het laatste woord krijgt.
We schrikken ons een hoedje. Wat gaat de tijd snel! Toen, ten tijde van de resportage, in 1997, was Julien Pauwels nog belleman, en nog niet Pierre Van de Perre die onlangs is overleden. Pierre zou pas een drietal jaren later die functie bekleden.
Julien zou een kroegentocht inleiden en waar elders zou die moeten starten dan in ‘Het Galgenhuisje‘. Een tweede icoon dat bezocht wordt, is ‘Het Dreupelkot‘. Vervolgens: ‘De Dulle Griet‘: café op de Vrijdagmarkt, genoemd naar het kanon.
Dat de reportage daarmee minstens een dozijn cafeetjes links laat liggen die een bezoeker niet zou mogen missen, moet je voor lief nemen. Zoals we al zegden: een reportagemaker moet keuzes maken.
Dat je toen in café ‘De Dulle Griet’ een schoen als onderpand moest afstaan als je een speciaal bier uit een speciaal glas dronk, ook dit, behoort tot de folklore mijn gedacht.
Al bij al schetste de NCRV-reportage een aardig beeld van Gent. Maar hoe bestaat het dat in die video van 23 minuten met geen woord gerept wordt over de Gentse Feesten, terwijl dit het grootste gratis festival van Europa is?
‘Weg van de snelweg‘ was toeristisch magazine op tv van NCRV en verscheen ook in boekvorm.
Lees ook op deze blog:
“Gent was Franser dan Nancy, Nice, Strasbourg”
Gent door de ogen van een Amerikaan
1970s-’80s. Er waren toen nog zekerheden in het leven
Het was 1983, in Klein Turkije
Vroeger [op de Korenmarkt], was het allemaal …
Lees ook op deze blog: