persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
STAD – 05 juli 2017 – Aan het Sint-Veerleplein: tussen Gravensteen en Leie, tegenover het Vleeshuis op de andere oever, en in de flank de Lieve en het Appelbrugje naar de Jan Breydelstraat… daar staat de Oude Vismijn. Vooraleer dit de locatie van de Oude Vismijn werd – in 1689 – werd de vismarkt op de Groentenmarkt gehouden. Op de brug over de Leie tussen beide pleinen heet het daar overigens: Kleine Vismarkt.
POORTGEBOUW & VERHAAL
De Oude Vismijn is erg herkenbaar door haar poortgebouw in rococostijl. Het oorspronkelijke poortgebouw werd versierd met drie beelden van zeegoden. Het werd zwaar beschadigd door een grote brand in 1872. Enkel het beeld van Neptunus kon worden gered. (Bron) Na de brand werd de marktplaats overdekt, en liet men naast de visverkoop, ook ruimte voor de verkoop van vlees en groenten. Het poortgebouw werd volledig vernieuwd.
Gentse gidsenorganisatie Gandante: “Er kwam een nieuw poortgebouw waarop de stoere Schelde en de lieflijke Leie afgebeeld staan, als ouders van hun liefdeskind Gent. De gevels werden neogotiek.”
In de loop van de vorige eeuw liep het mis. In 1961 ging de poort definitief dicht. Het gebouw geraakte in verval. Wat volgde was: de huisvesting van een bandencentrale, een bowling en een carwash. En daarna kwam er bouwval, gedurende bijna twee decennia. Pas in 2010 werd een einde gemaakt aan de leegstand, toen het gebouw werd heringericht tot visrestaurant, samen met enkele feestzalen. Het restaurant draagt simpelweg de naam van het gebouw: ‘Oude Vismijn‘. Ook de toeristische dienst van de stad trok in het pand.
D’OUDE COMMERCE & besognes
In een video wordt een stukje van de ‘oude tijd’ onthuld, aan de hand van oude foto’s in en buiten de vismijn. Een bijzondere foto toont een reclamebord van “Uw Vishandelaar J. Meersschaut en Uw Garnaalhandelaar F. Maselijne“, met als slogan: “Blijf kwik, eet vis”. Vandaag zou iedereen van zo’n verkoopstalletje weglopen. De combinatie ‘kwik’ en ‘vis’ heeft immers een heel erg kwalijke bijklank gekregen.
De foto verscheen in een krant als illustratie bij een artikel dat als volgt werd ingeleid: “Nee, de vishandelaars blijven niet bij de pakken zitten. De onverkwikkelijke affaire rond hun waar zit hen danig in de maag en dus slaan zij (soms gevat) terug, zoals deze handelaar uit de Oostvlaamse hoofdstad.”
Er was dus spraken van een “onverkwikkelijke affaire”. Welke die was en wanneer die heeft plaats gevonden, valt uit de video waar persblog.be deze informatie vandaan haalde, moeilijk te achterhalen. Echter, een vluchtige zoekactie in de pers leert ons dat de problemen in de visserij van alle tijden zijn. Er is altijd wat.
Neem als voorbeeld het hedendaags gevaar op kwik of plastic in de vis. Straks gaat het niet verbazen dat het Franse ‘poison‘ zo weinig verschilt van ‘poisson‘.
Enkele beelden verder menen we op een vaag beeld van een affiche aan een muur ‘1936’ te lezen. Of is het ‘1926’? Sowieso vermoeden we, werden de beelden tijdens het Interbellum gemaakt.
DE COMMERCANTEN
De videobeelden tonen een reclamebord van de Gentse vishandelaar Maria Jonckheere – verkoopster in “Stal 14” – uit de “Drie Torenkensstraat” – zo staat er, met een overtollige ‘n’. Even verder zien we vishandelaar Marietje Mariën van aan de Lievekaai. Ze lijkt er in gezelschap van haar gehele gezin te vertoeven. Op een andere foto, genomen op een ander tijdstip allicht – of had ze meerdere ‘stalletjes’? – blijkt ze haar voornaam tot ‘Mietje’ te hebben herleid. Haar tongen kostten 70,90. De prijsopgave is allicht in cent, in het stelsel van de Belgische frank. De zalm blijkt uitverkocht, want is doorstreept.
Ook prominent aanwezig, in het gezelschap van een schare omstanders: Vishandel Palmyre van Gaston Thienpont uit de Filips van Cleeflaan.
Op het Sint-Veerleplein en aan de straatkant werd eveneens vis verkocht. We zien een stootkar van Vischandel Cornelis uit Evergem.
De video toont nog de etalage van een winkel, in het bijzonder Poissonnerie Gantoise St-Jacques – de straat is onbekend.
VIShandel, fortune faite
De legendarische vishandel van Meersschaut, waarmee dit artikel startte, heeft nog verder verhaal geschreven. Meersschaut, meer dan een eeuw geleden ontstaan aan de Hundelgemsesteenweg verhuisde na het sluiten van de Oude Vismijn voor vele jaren naar het Groot Vleeshuis, en na een tussenstop in Ledeberg, naar Merelbeke, opnieuw aan de Hundelgemsesteenweg. Daar werd Het Viskraam geopend.
De herenwoning van de familie aan de Kleine Vismarkt – zijnde grotendeels de brug over de Leie tussen Groentenmarkt en Sint-Veerleplein – werd een aantal jaren geleden verkocht. Dit haalde de kranten omdat – net zoals in de oude tijd – Guido Meersschaut op een bord de verkoop omkleedde met de melding “Te koop na gemaakt fortuin”. (Bron) In de oude tijd deed men dit echter in het Frans: “A vendre après fortune faite”.
Een voormalig assistent van Meersschaut opende eind vorig jaar een zaak aan de Henri Pirennelaan in Gentbrugge. (Bron)
Zaken met een bij benadering even lange traditie als Meersschaut, zijn bv.: Huyze Paelinck aan de Kortrijksesteenweg bij het station, Vishandel Bulté aan de Bouwmeestersstraat in Sint-Amandsberg. Andere vishandels die naam maakten in Gent, zijn bv.: Vishandel De Vis aan de Voldersstraat. Deze opsomming is niet exhaustief.
Guido Meersschaut was zelf verkoper in de Oude Vismijn tijdens de jaren vijftig. Zijn voorouders stonden daar al honderd jaar eerder. We tekenden nog een mooie anekdote op van Guido Meersschaut, gelezen in Het Nieuwsblad: “De beste vis werd verkocht aan de kant van het water, de slechtste aan de kant van de Rekelingestraat. Wat ze daar durfden verkopen, dat zou vandaag niet meer kunnen. Er was veel verschil in kwaliteit. Wij hoorden bij de goede verkopers”.
ANDERE – DISTRIBUTIE – TIJDEN
Door de stijgende populariteit van vleesconsumptie – een trend die al tegen het eind van de 19e eeuw gangbaar was bij de burgerij – werd vis beschouwd als het voedsel van de arme man. Illustratief is dat op vrijdag-vastendag vis werd gegeten.
Het succes van gespecialiseerde overdekte markten ging na WO II snel achteruit als gevolg van veranderende distributiemethoden. De vismijnen van de kust gingen supermarkten beleveren, waar ze hun waar in het groot kwijt konden. De functie van de binnenlandse vismijnen kwijnde weg.
Ondanks de verkoop in de supermarkten is vishandel nog steeds populair op openbare markten op pleinen. Allicht is de eigenheid van het product zelf een belangrijke verklaring: de korte houdbaarheid. In die zin hebben de supermarkten en de openbare markten iets gemeen dat gunstig is voor de verkoop van vis. De korte houdbaarheid van vis vereist een zeer snelle omzet. Dit veronderstelt dan weer het aanbod aan een massa volk op hyper korte termijn. Supermarkten en openbare markten hebben dit voordeel.
Dit voordeel was ook van toepassing op de vismijnen, echter hadden die een eenzijdig productaanbod, namelijk: vis (en garnalen). Maar uiteindelijk haalt de supermarkt de bovenhand, omwille van de dagelijkse beschikbaarheid van het product.
En de gespecialiseerde viswinkel? Verse vis verdraagt niet veel tussenhandel. De kleine viswinkels zijn nooit dik gezaaid geweest. Hun nadeel ten aanzien van de bovengenoemde concurrentie is, dat ze vaak geen groot en verscheiden vers aanbod konden bieden. De houdbaarheid van vis en hun matig klantenverloop verhindert dit.
Voorts zijn er in principe weinig of geen bewerkingen op vis nodig, in tegenstelling tot bv. vlees en haar beenhouwerij, waardoor een (werk)winkel in principe overbodig is.
Er is dus eigenlijk niet zo veel ‘marge’ voor een rendabele viswinkel, tenzij het aspect ‘artisanale bereiding’ ofte het vakmanschap van de traiteur prominent is – of de prijzen de pan uitrijzen… F.D.
Lees ook op deze blog:
Het Gravensteen in al haar glorie en facetten
De groeten van de Groentenmarkt & de Pensmarkt
Lees ook op deze blog: