persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
Lees de UPDATE van dit verhaal: “Ter Keien”, waar de cafeetjes talrijk zijn
STRATEN – 23 oktober 2016 – De Gentse Feestendag van de lege portemonnees – traditioneel de laatste feestmaandag – is afgeschaft. Net zo min bestaat het café De Platte Beurs nog. Het café lag aan Klein Turkije. Samen met café ’t Vliegend Peerd, even verderop, had De Platte Beurs de renommé het populairste studentencafé tijdens de beginjaren ‘80 te zijn. Beide cafés waren goudmijnen, dankzij de talloze oeverloze dorstigaards naar het pilsgoud uit hun tap.
De Platte Beurs
De reisgids voor de inlandse toerist ‘Gent Binnenste Buiten’ (Lees ook op deze blog: Snapshots uit herfstig Gent) uit 1983 vermeldt de naam van de cafébaas: “Martin sigaar”. Niet toevallig, want een grote sigaar betrok 24/7 de zwijgzame mondholte van deze middelgrote, kalende man met buikje van – toen ter tijd – middelbare leeftijd. Voegen we daaraan toe dat de man het flegma in persona was en – deze vaststelling heeft verder niets met het vorige te maken – een donkergroene Jaguar bestierde. Of beter: een dergelijk type limousine voor de deur geparkeerd had staan. Die auto placht quasi dag en nacht voor het pand te slapen, gezien zijn baasje levenslang aan zijn biertap gekluisterd zat.
De reisgids weet nog iets over de voorgeschiedenis van het café. “De Platte Beurs, het vroegere verzamelcafé van de facteurs…”
Geloei uit alle posthoorns: goeie ligging, met het toenmalige postkantoor op de Korenmarkt in de flank van het café! En ’s zomers in het vizier van de Postmeester, van op het caféterras. Leuk gevonden die cafénaam: de facteur komt na zijn ronde met een grote lege brieventas het café binnen gestapt, ofte met een platte beurs. Haast filmisch.
Een veel cynischer betekenis van “platte beurs” is gangbaar bij de meeste Gentenaars, in het bijzonder: “een lege portemonnee”. En toch had het café geen last van tooghangers met een lege portemonnee. De auteurs van de reisgids merkten op dat “er evenwel niet hetzelfde soort jongeren als in de cafés ernaast” langs kwamen. Ze schreven: “Nu blazen jongeren, al dan niet met volle geldbeugel er verzameling…”
Inderdaad, om een of andere reden had het café aantrekkingskracht op studenten die niet op de kleintjes moesten letten. Als een magneet trok het café jonge gasten en meiden aan die er verzamelden bij de start van den uitgank. Het had ook de reputatie om tot in de kleine uurtjes open te blijven, zodat het ook nog dienst deed als after-party-spot, nog voor deze kreet werd uitgevonden.
In 2007, na meer dan 30 jaar, heeft Martin zijn zaak overgelaten. De naam bleef bestaan tot recent nieuwe eigenaars de zaak omdoopten tot café Moris.
’t Vliegend Peerd
Als het bij “Martin Sigaar” dagelijks en tijdens de nacht altijd gezellig druk was, dan heerste in het café even verderop, naast de dagelijkse drukte, een nachtelijke overbevolking.’t Vliegend Peerd werd onder de middag en na vier uur bevolkt door scholieren. ’s Avonds en ’s nachts waren dat hogeschool- en universiteitsstudenten. Schreven de auteurs van ‘Gent Binnenste Buiten’ in 1983: “In het Vliegend Peerd kan je je somwijlen geen weg banen. Niet naar binnen en niet naar buiten. Je zou over de koppen moeten kunnen vliegen.”
In “het Vliegend” van cafébazin Gloria zaten caféjongeren meestal als haringen in een ton. De ambiance spatte er van de muren, vooral als Gloria – toen eind dertig, begin veertig? – d’er lijflied door de boxen liet dreunen. Goed geraden: Gloria van de muziekband ‘Them’ uit 1964.
Dan werd het kot te klein in het toch al overbevolkte café. Vooral als Gloria onderwijl op de toog van haar kaskrakercafé stond te dansen. Voor de studenten was dit de ultieme ambiance!
Je klom er bij Gloria met een kort stenen trapje in, en moest uitkijken dat je er niet uitglijdend uit ging.
En in de terziele gegane stadsblog ‘gentblogt.be‘ stond er op 28 juni 2005 nog deze bevreemdende aanvulling op het verhaal: “De café van Gloria in de fik zien gaan, iedereen wist dat het voor de verzekeringen was want het hele personeel, de kok en madame pippi stonden al een halfuur voordien bij ons aan de toog zich te bezatten.” Er werd geen auteur vermeld bij deze quote. Kwatongen? Roddel?
In het oude ’t Vliegend huist thans Infinity.
Den Bierkelder
Rechts van ’t Vliegend en het belendende De Rooden Hoed (Lees op deze blog: Studenten in Gent, “Heerkens van goed leven”) – later Capello Rosso – daalde je een kort stenen trapje af naar het 15e eeuwse pand dat De Bierkelder herbergde. Geheel onpedagogisch verantwoord, lokte De Kelder het scholierenpubliek met haar feestgedruis vanaf de middag. Net zoals ’t Vliegend Peerd dus. Vandaag is de toenmalige bierkelder gepromoveerd tot De Champagnekelder.
Als anekdote stippen we nog aan dat tussen De Platte Beurs en ’t Vliegend Peerd/Den Bierkelder oersaaie oubollige cafés overeind bleven. “’t Stoopke”, zo leest de reisgids, “ligt wat verloren tussen al dat jong geweld. Oudere lui komen er ’s avonds de kameraden opzoeken.” Teerlingavonden en kaartenleggen waren er troef. Nu is daar Barville. In het keldergat van ’t Stoopke (linksonder) zat ‘den Byblos‘.
In een ander café in Klein Turkije hoorde je dan in hoofdzaak het tikken van de keu op biljartbollen. “Ook kan men er een kaartje leggen” wist de reisgids. “De Gouden Sleutel is daarom een gouden eiland voor ouderen, al ontelbare jaren gaaf gebleven temidden van die bruisende zee van jong geweld…” Alzo schreef ‘Gent Binnenste Buiten’ in 1983. Op deze plek huist nu Missy Sippy.
Gloria
Ook café-bistro Agora, links van het ’t Vliegend Peerd, had weinig met studentengeweld te maken. Zakenlui en middenstanders maakten er de wacht uit. Thans is er een concept store. F.D.
Lees de UPDATE van dit verhaal: “Ter Keien”, waar de cafeetjes talrijk zijn
Lees ook op deze blog: