persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
Plaatsaanduidingen in Gent voor beginners
STAD/VOLK – 12 december 2021 – Je zal maar een nieuwbakken Gentenaar zijn die met een ‘oude’ Gentenaar aan de praat geraakt, en hierbij plaatsbenamingen hoort die je niet voor mogelijk acht. Die Ghendtsche mens zou bij ‘de drei toorekes‘ wonen, zijn vrouw zou zijn opgenomen in de Bijloke voor een operatie. Hopelijk is de operatie geslaagd en is ze intussen niet “bij Kiekepuut“(zie verklaring onderaan dit artikel).
Lees ook Wabliefteru asteblieft II: Gentse gezegden voor ‘dummies’
De drei toorekens? De drie torens! Dat zijn toch de Sint-Niklaaskerk, het Belfort en de Sint-Baafskathedraal?
Neen, dat is het Rabot!
In de Bijloke zit het KASK, het STAM,… Daar was ooit een ziekenhuis maar nu toch niet meer!?
Toch blijft de Gentenaar spreken over ‘De Bijloke’ – aan de Jozef Kluyskensstraat – als hij of zij het over AZ Jan Palfijn aan de Watersportbaan heeft. In het beste geval wordt ‘nieuwe Bijloke‘ gezegd…
In het hierboven staande voorbeeld wordt de benaming van de oude locatie gebruikt voor de nieuwe locatie. Wat ook voorkomt: de oude naam van een gebouw wordt gebruikt voor de nieuwe bestemming. En: één en dezelfde benaming geldt voor meerdere uiteenlopende locaties. En: één geografische locatie dient om meerdere zaken aan te duiden… Hierna volgt een “proeve van opsomming” die niet de pretentie heeft om volledig te zijn. Integendeel, opmerkingen en aanvullingen zijn zeer welkom op facebook
Wat ook kan: de oude bestemming van een gebouw wordt nog steeds gebruikt om de nieuwe bestemming aan te duiden. Dit is het geval met bv. ’t Rolleke‘ aan de Oude Schaapmarkt. ’t Rolleke was een opening in de muur in het klooster Sint-Jan-in-d’Olie, waarlangs via een soort trommelsysteem, vondelingen opgevangen werden. Later werd het een stadsgevangenis. Die is echter niet meer in gebruik. Echter wordt “in ’t Rolleke zitten” nog steeds gehanteerd voor “in de gevangenis zitten”.
De naam van de oude bestemming blijven hanteren bij de nieuwe bestemming van het gebouw, geldt ook voor ’t Hospieske‘. Dit is de volkse naam voor een voormalige kraamkliniek in Sint-Amandsberg, alwaar nu het WZC Heiveld gevestigd is. Nota bene: er was ook een hospieske in Ledeberg. Misschien ook nog elders.
Soms wordt één benaming gebruikt voor meerdere uiteenlopende plaatsen, en moet je gissen welke bedoeld wordt. Dit is bv. zo met de aanduiding van ‘Het Pand‘.
De doorsnee Gentenaar betiteld zowel het Caermersklooster als het Dominicanenklooster als ‘Het Pand’, terwijl eigenlijk enkel dit laatste recht heeft op die betiteling. Zo lees je dat eind van de jaren ’70 “het Pand” in het Patershol – feitelijk het Caermersklooster – bezet werd. Officieel heet dit klooster niet Het Pand. Het eigenlijke Pand ligt aan Onderbergen: het Dominicanenklooster of Predikherenklooster. Na de Franse Revolutie verhuisde dit klooster naar de Hoogstraat.
Beide “Panden” waren tot zowat een eeuw geleden verworden tot triestige woonkazernes.
‘Het Arsenaal‘ is nog zo’n begrip waar uiteenlopende gebouwen mee aangeduid worden. Hiermee wordt zowel het tram- en busdépôt bedoeld, als de Werkhuizen van de NMBS. Beide liggen quasi tegenover elkaar aan de Brusselsesteenweg in Gentbrugge. Dit van de NMBS strekt zich uit tot aan de wijk Moscou. Die Werkhuizen van de spoorwegen zijn het officiële Arsenaal. Het giga-terrein werd recent verkocht aan projectontwikkelaars.
Idem dito voor de Botermarkt: dezelfde naam voor twee verschillende pleinen. Ook al heet dat ene plein in Ledeberg officieel niet meer zo, toch blijft het volk spreken van de Botermarkt in Ledeberg. En dit, terwijl de enige officiële Botermarkt vlak voor een pui van het stadshuis ligt en zich ongeveer tot aan het Belfort uitstrekt.
Idem dito voor ‘de Cirk‘ een algemene benaming die drie gebouwen op andere plaatsen kan betekenen. Vooreerst: Het Wintercircus aan de Krook is het meest voor de hand liggende als je ‘cirk’ hoort. Niettemin kan een oude Gentenaar ook refereren naar de afgebrande Oude Cirk of de Houten Cirk, die lag dan in de buurt van de Sint-Amandstraat…
De Cirk is verder ook het ovalen plein waarrond sociale woningen zijn gebouwd in de Zebrastraat.
Naar verluidt zou Edward Anseele daar, in de tijd van toen, telkens op 1 mei zijn “troepen” hebben verzameld, alovens de stoet aan te vangen…
Het gebeurt ook dat iemand zegt studies te volgen aan “De Academie“, als die bedoelt: de Academie voor Beeldende Kunst, aan de Offerlaan.
Terwijl ‘De Academie’ het meest geassocieerd wordt met de oude benaming van het KASK, dat voorheen gevestigd was in de Academiestraat.
Bij ‘de Krook‘ wordt dan weer een geografische locatie gebruikt om twee mogelijke gebouwen op dezelfde morzel grond aan te duiden: het Wintercircus
en de nieuwe stadsbibliotheek.
Ook ‘de Briel’ of ‘de Groene Briel’ is een geografische locatie. In de inleiding lieten we de Gentenaar zeggen dat zijn vrouw in de Bijloke lag. Dat had evengoed “in den Briel” kunnen zijn. “In den briel liggen“, betekent opgenomen zijn in één van de ziekenhuizen bij de (Groene) Briel. Dit is een straat waar voorheen meerdere algemene ziekenhuizen gevestigd waren: de Volkskliniek, Sint-Vincentius, Sint-Lucas, Heilige Familie… Toch werd in hoofdzaak het ziekenhuis Heilige Familie met ‘den Briel’ benoemd, aldus lezer Dirk Pille. De oude ziekenhuizen gingen op in een fusie met AZ Sint-Lucas.
Etymologisch betekent ‘briel’: beemd, afgesloten weidegrond.
De plaatsaanduiding ‘De Dampoort‘ blijkt ook een verzamelnaam te zijn. Je kan er drie dingen mee bedoelen: elk van de pleinen weerszijden het spoorviaduct – Antwerpenplein en Oktrooiplein, én het spoorwegstation. Je kan er natuurlijk ook nog de oude stadspoort mee bedoelen.
Ook dat nog:
Als de “oude” Gentenaar het heeft over ‘t Rommelwater‘ bedoelt hij of zij de kaaien bij het Visserijkanaal. Ruim tweehonderd jaar geleden werden tussen het Visserijkanaal en de Nederschelde buizen getrokken. Hiermee kon de nijverheid – die op de middenlandstrook gevestigd was – gebruik maken van de getijden die nog op de Nederschelde werkten. Via raderen, die door eb en vloed in beweging werden gezet, kon men kracht genereren en aldus machines laten draaien.
En heb je al gehoord van de Boerse Poort? Dit is het deel van de Brugse Poort dat tegen de Bourgoyen aanschurkt, en in tegenstelling tot de rest van de wijk, hierdoor heel groen is…
Tot slot nog een leuke uitsmijter, uit het MWB: Als van iemand gezegd wordt dat hij of zij “bij Kiekepuut” is, betekent dit dat die persoon gestorven is. Jef Kieckepoost was een Gentse begrafenisondernemer.
Waar precies de uitvaartzaak gevestigd was, heeft intussen al lang geen belang meer. “Kiekepuut” heeft intussen als locatie: de hemel voor sommigen, voor anderen de hel 😉
Lees ook Wabliefteru asteblieft II: Gentse gezegden voor ‘dummies’
Lees meer op de blog:
‘Nekkers’ in Gentse straatnamen
Ruim 40j geleden: grote kuis in straatnamen
Als Abrahamstraat “Rue de la Vieillesse” wordt…
Lees ook op deze blog: