persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
De denominatie ‘nekkers’ vind je in enkele straatnamen: Nekkersberglaan (Neermeersen/ Watersportbaan), Nekkersputstraat (Brugsepoort/Bourgoyen) en Nekkersvijverstraat (Sint-Amandsberg/Gentbrugge-brugge). We gingen er ons licht opsteken.
STRATEN/ ENTREPRENEUR – 14 maart 2021– Wat zijn ‘nekkers’? In een oud taalgebruik duiden ‘nekkers’ op vreemde verschijnselen of figuren. Het konden dwaallichtjes of kwaadaardige geesten, of gemene kabouters zijn. Ze komen voort uit de Germaanse mythologie. Ze boezemden angst in. Ze werden vaak waargenomen bij moerassig of waterrijk gebied. Dikwijls ’s avonds in het donker en de mist. Allicht was de kans groter dat men er zag als men een vlieg in zijn oog had. 🙂
Wat is in die “nekkers-straatnamen” te zien? Ze brengen onbedoeld bedrijvigheid, van nu en toen, in het voetlicht: de Stedelijke Koedienst van tijdens WO I (Nekkersberglaan), Libert Paints & Urban Link (Nekkersputstraat) en de “Blauwselfabriek” (Nekkersvijverstraat).
Bij de Nekkersvijverstraat stond de Blauwselfabriek
De Blauwselfabriek stond officieel gekend als ‘Bleu D’Outremer‘. Daar werden de welbekende blauwe blokjes bleekpoeder vervaardigd. De Gentse huisvrouwen hadden het over ‘kubekesblauw‘ of ‘tsoesekesblauw‘. De fabriek kwam er aan het eind van de 19e eeuw, aan de Nijverheidskaai, in de buurt van Gentbrugge-brugge. Haar achterkant was aan de Nekkersvijverstraat. Daar was ook een woonwijk voor arbeiders en bedienden.
“Het bedrijf behoorde tot de weinige ter wereld die de zeer delicate productie van het ultramarijn beheersten. Deze Gentse ‘blauwmaker’ kwam als derde op de wereldranglijst voor het aanmaken van de fijnste kwaliteit van dit quasi enige niet giftige en meest milieuvriendelijke onder de blauwpigmenten. Dit zou van groot belang blijken te zijn wanneer later het pigment gebruikt wordt bij de kleuring van kunststofverpakkingen in de voedingsnijverheid, de wereld rond”.
De fabriek werd afgebroken, doch het directiegebouw bleef bewaard. Daar is nu het bedrijf AGA-keukens gevestigd, en daarnaast ijzerwaren Santens.
Voor de petite histoire: het chemisch procédé voor het bekomen van het blauw pigment in ultramarijn was een nabootsing van de kern van het gesteente ‘Lazuriet‘ dat zeldzaam was en oorspronkelijk uit Afganistan ingevoerd werd. Vandaar die “outre mer” in de bedrijfsnaam.
Uit: Blauwselfabriek Sint-Amandsberg; bedrijfsgeschiédenis; Roland Baudu
Het schilderij ‘BLEU D’OUTREMER’ door Edmond De Martelaere
Er bestaat een schilderij van de fabriek, gemaakt door Edmond De Martelaere. Over het schilderij: “Het voorplan geeft een impressie van havenactiviteiten zoals die zich in functie van het bedrijf afspeelden. Vermoedelijk handelt het zich hier om een ‘symbolisch’ weergegeven tafereel – activiteiten op een loskade voor goederen voorstellende – om de voorgrond van het schilderij de nodige spanning te verlenen.
Voor zover kon worden achterhaald heeft zich immers aan de overzijde van de Schelde tegenover Bleu d’Outremer nooit een loskade bevonden. Rechts van de fabrieksgebouwen bevindt zich het villagebouw van de toenmalige eigenaar van Bleu d’Outremer, Henri Limauge. Rechts ervan het eerste huisje van een rij gebouwen – eigendom van Bleu d’Outremer – dienstig als woonst voor bedienden-werknemers.
Merkwaardig was daarbij de aanwezigheid, midden de grote tuin achter het villagebouw, van een grote vijver, vermoedelijk ooit deeluitmakend van de vroegere waterplassen die de achterliggende Nekkersvijverstraat haar naam hebben gegeven. (…)”
Uit: Blauwselfabriek Sint-Amandsberg; bedrijfsgeschiédenis; Roland Baudu
Aan de Nekkersberglaan werd “geboerd” in opdracht van de stad
De Stedelijke Koedienst werd in oktober 1915 opgericht op initiatief van burgemeester Braun en gesteund door schepen Anseele om het melkgebrek voor kinderen op te vangen. Deze bedrijvigheid vond plaats op de Neermeersen, tussen de huidige Watersportbaan en Blaarmeersen.
De inrichting van de ‘Neermeerschen’ bestond uit een aantal koestallen, onderdak voor vier paarden, twee gebruikt als trekdier voor melkdistributie en twee voor akkerbewerking samen met twee trekossen eveneens voor akkerbewerking, een huis voor de boer, slaapruimte en refter voor de knechten,
dynamo voor drijfkrachtproductie, aal (beer) opvang in het
midden van de hoeve, enz. De aanpalende gronden, de oude lage weiden van de Neermeersen worden bewerkt en de opbrengst gebruikt als voer voor de dieren: de koeien van de Koedienst en de paarden van de Reinigingsdienst (…).
Naast twintig terreinen, groot 235.320 m² ter plaatse, zijn er nog akkers voor maïs op de Albrechtkaai of Albertkaai [thans Gordunakaai], voor maïs en rapen op Mariakerke en in Oostakker voor gerst, haver, rapen
en rogge, en tenslotte in Drongen weiden voor hooiproductie. Op 31 juli 1920 telde de uitbating 120 koeien, twee stieren en vier één maand oude kalveren. (…).
Vandaag is de Nekkersberglaan een woonwijk.
Uit: Reilen en zeilen van de stad in 1920; ; Uit de gemeenteraad; Adrien Brysse
Aan de Nekkersputstraat stond een verffabriek
De Nekkersput ligt in het westelijk deel van de Brugsepoort, tegen de Bourgoyen. Aan de Nekkersputstraat lag decennialang de verffabriek van Libert.
Tijdens het Interbellum kochten de broers Jozef en Theo Libert een verfatelier in het centrum van Gent. Daarna ging het naar een fabriek aan de Nekkersputstraat aan de voet van de Bourgoyen. Nu de kleinzonen het bedrijf – intussen twee bedrijven, eigenlijk – naar de kanaalzone verhuisden, kwam daar dan plaats vrij voor een nieuwe groene stadswijk.
Gezien de gronden historisch sterk vervuild waren, diende de investeerders een ‘brownfield convenant‘ overeen te komen. De investeerders – in dit geval Urban Link – kunnen dan genieten van een aantal voordelen, mits ze tegemoet komen aan een aantal procedures en vereisten om zogenaamde “nutteloze” gronden een herbestemming te geven. Bodemsanering is zo een vereiste. De woonwijk ‘Park Bourgoyen‘ is in volle ontwikkeling.
Lees meer over de geschiedenis van verffabriek Libert
‘Nekker’ is niet gelijk aan ‘nikker’
Opgelet: benamingen in combinatie van ‘-nekkers’ komen overal in Vlaanderen voor. Noteer dat ‘nekker’ ook nog in personennamen voorkomt, zoals bv.: Deneckere. De nekkers werden in oude geschriften soms ook ‘nikkers‘ genoemd. In weinige gevallen werden ze omschreven als goedaardig.
Dat zwarte mensen eerst werden benoemd als ‘nikker’ is in de lijn met de originele betekenis – m.n.: met de omschrijving als iets dat, of iemand die bevreemdend overkomt. Zwarten zullen bevreemdend overgekomen zijn op de eerste blanken die hen voor het eerst ontmoetten. En allicht: vice versa. Daar was bij het hanteren van de term waarschijnlijk geen denigrerende bijbedoeling mee gemoeid. Die is er pas later gekomen onder invloed van het Engels.
Want ook de Engelsen kenden het woord ‘neck‘ in de hierboven beschreven betekenis. Alleen evolueerde dit woord in het Engels later tot een scheldwoord: ‘nigger‘. Daar heeft de Nederlandse vorm niets mee te maken. Uit: Wikipedia
Lees meer op de blog:
Over de spraakverwarring tussen negers en nekkers…
Schaam en faam: Ham, Vijfwindgaten, Verhelst & Co
Ruim 40j geleden: grote kuis in straatnamen
Als Abrahamstraat “Rue de la Vieillesse” wordt…
Lees ook op deze blog: