persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
Problematische ingrepen zorgen voor overstromingen en stank
STAD – 14 maart 2023 – Stank en overstromingen, dit is wat ondoordachte ingrepen aan de Rietgracht in de Heernismeersen veroorzaakten. Doordat het gebied verdeeld lag tussen stad Gent, gemeente Sint-Amandsberg en de Staat (met haar spoorlijn), werden verantwoordelijkheden op elkaar afgewenteld. Vaak kregen industriëlen vrij spel in functie van hun eigenbelangen.
Stankoverlast was de grootste boosdoener voor de oeverbewoners van de Rietgracht in het tweede deel van de 19de eeuw en de eerste decennia van de 20ste eeuw. Overstromingen waren ook een probleem.
Dit artikel is een aanvulling op ons eerder gepubliceerde ‘De Rietgracht, wa’s da?‘, waarin een algemene voorstelling wordt gegeven over de historische Rietgracht.
Deze bijdrage is een korte samenvatting van een artikel uit ‘Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent’, gepubliceerd in 2005 door Lynn De Clercq. (meer gegevens, zie onder)
Rietgracht in Heernis – tijdlijn van de uitdagingen/ problemen
1862 Bouw spoorwegverbinding van Gent naar Eeklo langs de huidige Heernislaan en Kasteellaan: bedding van twee armen van de Rietgracht worden verlegd
Straten en beluiken werden aangelegd ten westen van de spoorweg (Visserijstraten)1870 Aanleg Kasteellaan: enkele delen Rietgracht worden overwelfd
Gevolg: overstroming aan de Dampoort
1876 Verdere overwelving deel Rietgracht n.a.v. méér verkaveling door ‘Alsberghe’1888 Dam in Rietgracht voor spoorwegen (water voor stoomlocomotieven). Gevolg: te weinig debiet
1890 Dam in Rietgracht door ‘Baertsoen-Buysse’
Gevolg: Sint-Amandsbergse Neermeersen overstromen
1891 Stad beslist om afvalstroom slachthuis van Visserijkanaal naar Rietgracht af te leiden. Gevolg: stankoverlast1898 Spoorwegen mogen deel Rietgracht aan Spijkstraat (Dampoortwijk) dempen
1910 Overwelving ander deel Rietgracht aan Dampoortwijk
1911 Bouw nieuw station Dampoort: loop Rietgracht verlegd,
een ander deel werd gedempt,
de monding van de Rietgracht wordt de Nieuwe Dokken1915 Resterende delen Rietgracht werden gedempt tussen Toekomststraat (Sint-Amandsberg) en de Schelde
Er blijft nog stukje Rietgracht in de buurt van de Spijkstraat
Lees hieronder het verhaal in extenso…
Het stadsbestuur was laks als het over problemen ging buiten “de Kuip” en liet het initiatief over aan industriëlen die naar goeddunken handelden, na een algemeen fiat van het bestuur.
Zo ontstond er “ruimtelijke wanorde” na herkanalisering, overwelving of demping van delen van de Rietgracht, en het verkavelen van wijken en het aanleggen van rioleringsstelsels. Ook – en niet in het minst – in de Heernismeersen.
Gezien dit gebied doorkruist werd met een spoorlijn (van de staat) en nog eens gedeeld werd door de stad Gent en de gemeente Sint-Amandsberg werden noodzakelijke saneringswerken tussen de partijen op elkaar afgewenteld.
Doordat de stad veel initiatief liet aan industriëlen, voedde dit de wanorde en de achteloosheid. Bv. met de functie van de Rietgracht voor de afwatering van meersen, hield men nauwelijks rekening.
Over onbevaarbare waterlopen en omwallingen, citeren we uit het hierboven genoemde artikel: “Op het einde van de 18de eeuw, in de Oostenrijkse tijd, begon men deze waterlopen af te schaffen. Nadat in 1860 de octrooirechten rond Gent wegvielen, werden de laatste restanten van de omwalling afgeschaft. Door de enorme expansie van de stad hadden deze waterlopen hun grensfunctie en hun nut verloren.”
1860: stadspoorten, wallen, verdwijnen
“De afschaffing van de gehate octrooirechten in 1860 had voor Gent enorme gevolgen op vele vlakken. Niemand was er zich op dat moment van bewust welke spectaculaire wijzigingen de stad vanaf dan zou ondergaan. Op korte tijd verdwenen de negen stadspoorten onder de sloophamer en werden de laatste stukken van de verdedigingswallen rond Gent dichtgegooid. In plaats daarvan kwam een ringweg met brede boulevards.”
“Dit gaf aanleiding tot een ware stedelijke wildgroei. In vele gevallen waren het speculanten die de straten in de stad aanlegden zonder weloverwogen plan.”
Demping, uitgezonderd…
“Enkel de waterlopen die daarnaast ook nog een andere functie vervulden, werden voorlopig behouden. Zo duidde de Rietgracht in bet Oosten nog steeds de grens aan tussen Gent en Oostakker [van welke Sint-Amandsberg een deelgemente was tot in 1872]. Daarnaast diende deze waterloop voor de afwatering van de zogenaamde Neermeersen [ook ‘Noordmeersen’ genoemd; ten oosten van de Wondelgemse meersen] aan de Antwerpse poort. Dit door overstromingen geplaagde gebied had de Rietgracht broodnodig om bet overtollige water te laten afvloeien naar de Visserijvaart en de Leie.”
“Met de afbraak van het Spanjaardenkasteel vanaf circa 1830 tot 1850 werd een groot deel van de Rietgracht in deze buurt gedempt.
Bij het graven van het Handelsdok in 1828 werd een deel van de Rietgracht, dat voorheen in verbinding stond met de Visserij, omgevormd tot het De Pauwkanaal. Zo kon dit dok aangesloten worden op de Schelde en de Leie.
Vanaf het De Pauwkanaal, aan de Dampoort, liep de Rietgracht verder richting Meulestede, nagenoeg parallel met de spoorweg van Gent naar Eeklo. Bepaalde delen van deze waterlopen werden in de loop van de 19de eeuw geïncorporeerd in de nieuwe haveninrichtingen.”
Tussen Gent en Sint-Amandsberg
“Een ander deel van de Rietgracht verliet Gent langs het grondgebied van Sint-Amandsberg. Aangezien vele stukken van deze waterloop op het grensgebied tussen Gent en Sint-Amandsberg stroomden, leidde dit regelmatig tot disputen tussen deze twee gemeenten, voomamelijk als het erop aankwam een verantwoordelijke aan te duiden voor de overstromingen, die het gebied regelmatig teisterden. De traag lopende rivieren zorgden in de winterperiode immers vaak voor wateroverlast. Hiervoor was onder meer de getijdenwerking van de Schelde verantwoordelijk. In 1889 werd het Scheldewater van de binnenstad aan de invloed van het tij ontrokken door het bouwen van een stuw en een sluis aan de Heernis. Dit kon niet beletten dat sommige lager gelegen stadsdelen nog endemisch overstroomden.”
Slachthuis, spoorweg en nieuwe wijk
In 1857 vestigde men het slachthuis en de Nieuwe Beestenmarkt in wijk ‘Heernis’. Deze inrichtingen zou leiden tot een verregaande verontreiniging van de Rietgracht. Citaat uit het genoemde werk: “Vervolgens werd in 1862 de spoorwegverbinding van Gent naar Eeklo aangelegd om de verbinding met Eeklo en Terneuzen te verzekeren. Talrijke beluiken werden aangelegd, waaronder het bekende Rietgrachtbeluik, en vele nieuwe straten werden afgelijnd.”
Het aangrenzende gehucht Sint-Amandsberg splitste dit laatste zich in 1872 af van Oostakker en verkreeg het statuut van zelfstandige gemeente. Ook deze gemeente ontwikkelde zeer snel een eigen stratenpatroon. Naast arbeidershuisjes kwamen er meerdere kleine fabrieken, vooral langs de Dendermondsesteenweg.
Spoorweg legt desastreuze dam aan voor watervoorraad
“De ‘Societe de Chemin de Fer d’Eecloo à Gand’ verlegde in 1862 de bedding van twee armen van de Rietgracht tussen het Oefenplein [bij de Dampoort, opgedoekt bij de aanleg van het goederenstation] en de Dendermondsesteenweg, opdat deze waterloop langs de spoorweg zou worden rechtgetrokken. Zo kon de spoorwegmaatschappij een dam bouwen in deze waterloop en op die manier een watervoorraad aanleggen om de stoomlocomotieven van de treinen te kunnen voeden. Er werd echter geen vergunning aangevraagd om deze dam te bouwen. In 1888 kwamen er klachten van de omwonenden dat deze dam al het water opslorpte en de Rietgracht van het verse water beroofde dat nodig was om haar zelfreinigende functie te kunnen uitoefenen. Het stadsbestuur maande het bestuur van de ‘Ijzerenweg’ dan ook aan deze dam onmiddellijk te verwijderen.”
By the way – zo’n waterreservoir voor stoomlocomotieven bestond waar nu de ‘Tuin van Heden‘ ligt in Ledeberg. Langsheen de spoorlijn ligt nu nog een waterput die recreatief werd/ wordt gebruikt. Zou dit een vervanging van het hierboven genoemd reservoir gaan?
Dam ‘Baertsoen-Buysse’ stremt afwatering in Rietgracht
“Niet alleen de spoorwegmaatschappij placht watervoorraden aan te leggen voor eigen gebruik, ook industriëlen zagen er geen graten in water op te slaan. In 1890 ondervond het gemeentebestuur van Sint-Amandsberg opnieuw dat de Neermeersen overstroomden door een stremming van de overwelfde Rietgracht aan de Dampoort, namelijk onder het hotel genaamd ‘Leopold II’. Het gemeentebestuur schreef een brief naar het stadsbestuur van Gent met de vraag dit probleem op te lossen, aangezien de stremming van de Rietgracht op het grondgebied van de stad gebeurde. Aanvankelijk werd de schuld weer bij de spoorwegmaatschappij gezocht, maar na een onderzoek bleek dat de industrielen Baertsoen en Buysse [aan de Nijverheidsstraat, Sint-Amandsberg] achter hun fabriek aan het Oefenplein “eenen dam hebben gemaakt met zakken gevuld met zand”. Ook deze dam was zonder machtiging van de stad aangelegd. De stad beval de onmiddellijke verwijdering van de dam.”
Overwelfing Rietgracht onder Kasteellaan – overstroming Dampoort
“In 1874 werd de Kasteellaan, gelegen tussen de Lousbergskaai en het Oefenplein, afgelijnd en verbreed. Voor de aanleg van deze straat werden enkele gedeelten van de Rietgracht overwelfd in 1870. Door het overwelven van dit deel trad het water verderop aan de Dampoort buiten de oevers door opstopping. De oevereigenaars van de Rietgracht aan de Dampoort vroegen de stad om op te treden (…).”
Vervolgens werd er gebakkeleid tussen stad en provincie over wie de kosten zou betalen. Uiteindelijk werd beslist om de situatie onveranderd te laten.
Demping Rietgracht gevraagd omwille van vervuiling
“Het lijkt nogal vreemd dat het stadsbestuur, samen met deze maatregelen, meer en meer waterlopen begon te dempen. Deze grachten konden toch ook het overtollig water in periodes van zware regenval wegleiden? Waarom zouden ze die dan afschaffen? Toch is deze aanpak niet zo onzinnig, als men bedenkt dat de meeste van de waterlopen geen goede doorstroming meer hadden door hevige verontreiniging. (…) Door de stremming van waterlopen vond het water geen uitweg meer, traden de rivieren nog sneller buiten hun oevers en bevloeide het vervuilde water de bebouwde grond in de stad. Dit zorgde dus niet enkel voor wateroverlast, maar ook voor problemen op het vlak van de volksgezondheid. De overheid meende dat een radicale dempingspolitiek de enige oplossing was voor deze problemen.”
Afwatering Neermeersen versus demping Spoorwegen
“In 1894 diende de heer Neelemans, directeur van de spoorwegmaatschappij Gent-Eeklo, een aanvraag in om de onbevaarbare waterloop no 2, die langs de spoorweg liep, te mogen opvullen. De stadsingenieur meende echter dat de demping van dit deel van de Rietgracht niet aangewezen was, aangezien deze waterloop de drooglegging van de meersen mee bewerkstelligde. Indien waterloop no 2 zou worden afgeschaft, zou enkel waterloop no 4 deze taak op zich kunnen nemen. Deze laatste gracht, die zich achter de Weldadigheidsstraat (de huidige Spijkstraat in Sint-Amandsberg) bevond, moest immers al het rioolwater van de buurt slikken en was bijgevolg vaak verstopt. De aanvraag van de spoorwegmaatschappij werd niet ingewilligd.”
Vier jaar later (1898) diende men bij de spoorwegen een nieuwe aanvraag in tot demping, en die werd wél goedgekeurd. Het wijst op willekeur bij de stad. Het wijst op de macht die de spoorwegen konden uitoefenen. De spoorweglijn van Gent naar Eeklo vormde immers een belangrijke schakel in het economische verkeer van de stad. Het wijst er op dat vervuiling (en volksgezondheid) ondergeschikt was aan economie.
Vervuiling en niettemin uitstel overwelving
“De toestand van de Rietgracht was ondraaglijk geworden. De bedrijven stroomopwaarts loosden allen hun industrieel afval in deze waterloop en dit hoopte zich op achter de Weldadigheidsstraat. [huidige Spijkstraat] (…) ‘Het schijnt ons toch niet aanneemlijk, dat om eenige te nemen maatregelen aan enkele drie of vier nijveraars te ontsparen, honderdtallen eigenaars en huurders niet alleen hunne stoffelijke belangen, maar hunne gezondheid, hun leven laten krenken en in groote gevaar stellen.‘
Deze brief was ondertekend door 34 buurtbewoners. (…) De stad bleek gevoelig voor deze opmerking en stuurde een bevelschrift naar twee van deze industriëlen tot het schoonmaken van de Rietgracht. De nijveraars werden echter niet aangemaand om betere zuiveringstechnieken toe te passen of om op te houden met lozen in deze rivier. In de volgende jaren bleef het klachten over de verontreinigde toestand van de Rietgracht regenen.”
“In 1897 ontstond het plan om ook waterloop n°4 te overwelven om gezondheidsoverwegingen. De stad verwachtte echter dat de gemeente Sint-Amandsberg voor een groot stuk zou bijspringen om de kosten van deze overwelvingswerken te dragen. De vervuiling van de waterloop was immers grotendeels te wijten aan het feit dat de riolen van deze gemeente in de Rietgracht uitmondden.
Daarenboven verwachtte de stad ook subsidies van de staat en van de provincie, aangezien deze openbare werken ten dienste stonden van een ‘plattelandswijk’ van de stad. (…) Toch zouden de inwoners van de Dampoortwijk nog tot 1910 moeten wachten vooraleer de Rietgracht no 4 ondergronds zou verdwijnen.”
Afvloeiing in nieuwe dokken
“In 1911-1912 werd hetzelfde stuk waterloop door de staat enkele meters meer naar bet oosten verlegd. Dit gebeurde ter gelegenheid van de samensmelting van het station Gent-Eeklo en het station richting Antwerpen, om zo tot het nu nog bestaande Dampoortstation te komen.” De Rietgracht werd gedempt vanaf het station Gent-Eeklo tot aan de uitmonding van deze waterloop in het kanaal Gent-Terneuzen in Meulestede. Vanaf nu zou de Rietgracht niet meer rechtstreeks in dit kanaal uitmonden, maar zou het een afvloeiing vinden in de nieuwe dokken die in 1906 door de staat werden gegraven.”
Verkavelingen in Kleine en Grote Heernis
“De Rietgracht verdeelde die meersen vanouds in de ‘Kleine Heernis’ in het oosten en de ‘Grote Heernis’ in het westen.
De Kleine Heernis, een gebied van ongeveer 30 hectare, werd in 1876 bij het Gents grondgebied aangehecht ten koste van Sint-Amandsberg voor de aanleg van een de Ringspoorlijn.
Ten westen van de spoorweg ontwikkelde zich op het Gentse grondgebied in de vroegere meersen een nieuw stratennet. In 1861 werd het Lousberggesticht, een tehuis voor bejaarde en invalide vlas- en katoenbewerkers, opgericht langs de Visserij. Dit tehuis gaf zijn naam aan de Ferdinand Lousbergskaai.”
Alsberghe en de visserijstraten
“De verkaveling van de ‘Heirnisse’ werd grotendeels gerealiseerd door de industrieel J. Alsberghe. In 1876 vroeg deze nijveraar, samen met weduwe Dumont, een vergunning aan om een gedeelte van de Rietgracht te mogen overwelven en om deze grond van de stad over te kopen. Dit vormde voor het stadsbestuur geen enkel probleem. Alsberghe was immers bereid de kosten voor de overwelving en het aanleggen van een riolering op zich te nemen. Alsberghe had grootse plannen voor deze wijk, die tussen de spoorlijn en de Visserij gesitueerd lag.
(…) Alsberghe wou goede verbindingswegen aanleggen tussen de Dendermondsesteenweg en de Visserij, waar zich een brug bevond die naar het centrum van de stad leidde. De ‘ijzeren weg’ vormde echter een obstakel voor de geplande verbindingsweg.”
De Spoorwegen wilden geen vergunning geven voor het bouwen van een doorsteek over de spoorlijn. “Alsberghe besloot in 1876 dan maar om enkel een weg aan te leggen vanaf de spoorbaan tot aan de Visserij: de Forelstraat.”
Twaalf jaar later kwam de toestemming voor een overweg er toch.
“In datzelfde jaar werd het plan goedgekeurd om de Toekomststraat [Sint-Amandsberg] te verlengen tot aan de Forelstraat en zo de verbinding tussen de Kleine Heernis en het stadscentrum eindelijk waar te maken.”
Naar aanleiding van een aanvraag door gegoede burgers om de Vissersstraat (nu: Lozevissersstraat) en de Karperstraat aan te leggen, werd ook dit deel van de Rietgracht overwelfd.
Afval Slachthuis eerst in Visserij, vervolgens in Rietgracht
“De Rietgracht was in het begin van de 20ste eeuw zwaar verontreinigd. Dit werd mede veroorzaakt door de lozing van het afval afkomstig van het slachthuis. In 1891 had het stadsbestuur immers beslist om deze afvalstroom naar de Rietgracht af te leiden. Voordien loosde het slachthuis zijn afval rechtstreeks in de Visserij. Hierop volgden talrijke klachten van de buurtbewoners. Het kanaal ondervond amper stroming en daardoor begon het afvalmateriaal te gisten. Deze situatie gaf aanleiding tot een ‘ondraaglijke stank‘.
Volgens het stadsbestuur ondervond de Rietgracht wel voldoende stroming om het afva1water van het slachthuis zonder enige overlast uit de stad te leiden. De
oplossing van het stadsbestuur verplaatste het probleem enkel, want de omwonenden van de Rietgracht moesten nu afrekenen met deze onverdraaglijke stank.”
Laatste deel Rietgracht gedempt tijdens WO I
“Alhoewel bet grootste gedeelte van de Rietgracht reeds was uitgeschakeld, ondervond men steeds meer last van deze waterloop. De veranderingen die de laatste jaren aan de bedding van de rivier waren gedaan, zorgden er immers voor dat deze waterloop nog nauwelijks stroming ondervond. Het stilstaande water zorgde inderdaad voor nog meer stankoverlast en dit zette de omwonenden aan tot verzet. In 1915 – in volle oorlogstijd!- werd er eindelijk gereageerd op deze klachten en werkten de gemeenten Gent en
Sint-Amandsberg samen om de gedeelten van de Rietgracht op te vullen, die tussen de Toekomststraat en de Schelde lagen.”
Tot slot: afwatering door Rietgracht werd ferm verstoord
“Rond die tijd was de Rietgracht nagenoeg helemaal uit de Heernismeersen verdreven. (…). De onvoorziene gevolgen De urbanisering van de Neermeersen en de Heernismeersen bracht dus met zich mee dat de Rietgracht, die doorheen deze gebieden stroomde, over een tijdspanne van ongeveer veertig jaar nagenoeg helemaal uit dit landschap verdween [in de Heernis]. De transformatie van dit landschap vanaf bet wegvallen van de octrooirechten [1860] tot aan de Eerste Wereldoorlog is dan ook fenomenaal te noemen. Het valt niet alleen op hoe de bebouwing in deze regio van niets naar een dichtbevolkt gebied opklom, maar ook hoe de meersen veranderden in een volledig drooggelegd terrein.
Dit is echter schijn. De betreffende wijken overstroomden nog jaarlijks in meer of mindere mate omdat de wateren geen afvloeiing meer vonden. Dit is voomamelijk te wijten aan de ondoordachte dempings- en overwelvingspolitiek van bet stadsbestuur. De aloude functie van de Rietgracht, namelijk de afwatering van de natuurlijk waterrijke gronden, geraakte in de vergetelheid en doorheen gans de bestudeerde periode week de stad niet af van deze beleidslijn. Ook niet toen duidelijk werd dat deze oplossing geen soelaas bood voor de periodiek weerkerende problemen.
Meer zelfs, deze dempingspolitiek werd volgehouden tot diep in de 20ste eeuw en ook nu nog dragen deze gebieden de gevolgen van dit beleid met zich mee.”
Op de uitvergrote foto bovenaan de pagina zie je een verdekt stuk Rietgracht in Sint-Amandsberg waar nu de Aannemersstraat ligt – pic Archief Gent
Tekstbron en kaarten (1885-1886)
‘Een Gentse waterzooi. De geschiedenis van het dempen en overwelven van de waterlopen in Gent (1866-1914)‘. Casus: het dempen van de Rietgracht.
Uit: ‘Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent’ gepubliceerd in 2005 door Lynn De Clercq.
Oude kaarten (situatie late middeleeuwen)
‘Stadslandbouw in Gent: het Sint-Baafsdorp in de late middeleeuwen‘, gepubliceerd in ‘Ghendtsche Tydinghen’, 45e jaargang/2016/nr.6, door Marc Hanson.
Lees méér op deze blog over de Rietgracht/ Grijtgracht en haar hoosmolen
Lees ook op deze blog:
VOLK – Het vroegere buurtleven tussen Heirnis en Lousbergskaai
STAD – Heuvelkam Blandijn was belangrijk verdedigingsbastion
Lees ook op deze blog: