VOLK – Maeterlinck in zijn jeugdige Gentse jaren


header copie - aangepast persblog.be - kopie (2)persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina

Met o.m. zijn vriendschap met Cyriel Buysse

VOLK – 29 maart 2023Dat Maurice Maeterlinck, gestorven in 1949, een Franstalige Gentenaar was die het grootste deel van zijn leven in Frankrijk woonde, weet allicht menigeen in deze stad.
Maar wist iemand dat hij een grote vriendschap had met die andere bekende schrijver, Cyriel Buysse? Hij heeft met hem zelfs een tocht per auto doorheen Frankrijk ondernomen.

Bij de Jakobijnenstraat en ‘Het Pand’ – de blauwe vogels verwijzen naar Maeterlinck’s ‘L’Oiseau bleu’ (zie verder) – pic Claude Faseur

In het werk dat hij over zijn jeugd in Gent schreef, ‘Bulles bleues’ verklapt hij een pikant detail over maîtresses uit die tijd…
Allicht weet men ook dat hij als enige Belg de ‘Nobelprijs voor Literatuur’ heeft gekregen en dat zijn oeuvre in de ban van de kerk werd geslagen.

Hij week  uit naar Parijs en Nice maar bleef van Gent houden

Als verfranste Gentenaar schreef hij in de taal van Molière.
“Behalve een indrukwekkend oeuvre poëzie, theater en essays, schreef Maeterlinck een bundel vermakelijke, openhartige stukjes over zijn jeugdjaren.
In gedachten keert de wereldberoemde auteur terug naar zijn geboortestad Gent, die hij op zijn 35-ste voor Frankrijk had geruild.” Dixit het weekblad ‘Knack’.

Over het bewuste boek, m.n. ‘Bulles bleues. Souvenirs heureux. Recits‘,  verschenen in 1948, aan het einde van zijn leven, noteerde ‘Le portail des littératures belges‘: “Le livre Bulles bleues (1948), s’il réunit les souvenirs du grand Gantois que la mémoire a quelque peu embellis, confirme sa croyance dans l’unité fondamentale du cycle infini de la nature, aussi vivante en lui à la fin de sa vie qu’à ses débuts.

Of: dat de weliswaar, dankzij de tijd, enigszins opgesmukte herinneringen, nog even levendig aanwezig zijn aan het eind van een leven dan als aan het begin.

Literair Gent‘ trok na welk spoor Maeterlinck in Gent had achtergelaten.
Geboren in 1862 in de Peperstraat, zijstraat van de Hoogstraat, verhuisden zijn ouders drie jaar later naar de pas aangelegde Frère Orbanlaan, het toenmalige Zuidstation. Beide huizen bestaan niet meer.
Er hing een gedenkplaat tegen de gevel van het CM-gebouw dat op die plek aan de Peperstraat werd neergezet, maar intussen ook weer afgebroken is ten voordele van een trendy hotel.

Peperstraat – geboortehuis Maurice Maeterlinck – pic  ‘In die Peperstrate’ – Open Journals UGent – G. Broget 1999 (pic uitklikbaar)
Peperstraat – nieuwbouw – voorheen CM en polykliniek

“Zijn ouders bezaten een landgoed in Oostakker, aan het kanaal Gent-Terneuzen. In 1873 bouwen zij er een landhuis waar zijn vader experimenteerde met druiven en perziken, bijen hield en bloemen teelde. Daar, in de nabijheid van het kanaal en de voorbij varende schepen, bracht de jonge Maurice zijn jeugd door en is de oorsprong te zoeken van de belangstelling voor thema’s die later in zijn werk een voorname plaats zouden innemen. Bij de verbreding van het kanaal in 1902 verdween het hele domein.” Aldus ‘Literair Gent’.
Voor de petite histoire: het veer van Langerbrugge draagt een tekst van Maeterlinck uit ‘Bulles bleues’ op de wand van een kajuit.

Langerbrugge – veerboot draagt citaat uit ‘Bulles bleues’ (pic uitklikbaar)

Maurice logeerde ook regelmatig in Zwijnaarde. Zijn grootmoeder woonde in het historische kasteel ‘Rijvissche’.

Zijn eerste schooljaren bracht hij door in de ‘Soeurs de Notre Dame’ van ‘Nouveau Bois’ thans ‘Nieuwen Bosch‘ aan Tweebruggen.
Na een passage in een Franstalig privéschooltje, tussen de torens van het Belfort en de Sint-Baafskathedraal, waar nu het Sint-Baafsplein is, trok hij naar het Sint-Barbaracollege aan de Savaanstraat. Het huidige Sint-Baafsplein was toen nog bebouwd en het Regnessestraatje bestond nog.

“Vanaf 1881 studeerde hij Rechten aan de Gentse universiteit waar hij doctoreerde in 1885. Onder het voorwendsel zich in het pleiten te bekwamen, trok hij samen met Grégoire Le Roy naar Parijs, waar hij kennis maakte met de symbolisten en er in 1886 mede het tijdschrift ‘La Pléiade‘ stichtte. Na een kortstondige carrière als advocaat (hij pleitte enkele malen in Gent) hield hij die roeping voor bekeken en wijdde hij zich geheel aan de literatuur. Zijn “Gentse periode” is dan voorbij.

Als gevolg van zijn relatie met de Franse actrice Georgette Leblanc, verliet hij in 1897 Gent definitief en vestigde hij zich in Parijs.”

In 1889 wordt de dichtbundel ‘Serres chaudes’ of ‘Broeikas van het hart’ uitgegeven, wat beschouwd wordt als een van zijn meest Gentse werken samen met het werk aan het eind van zijn leven: ‘Bulles bleues’.

Georgette_Leblanc – pic wikipedia

OVER ‘BULLES BLEUES’

Een anekdote uit het boek: “Hij schrijft over zijn schooltijd bij nonnen en jezuïeten, over avonturen met waskuipen, perzikbomen en bijenkorven in Oostakker, over zijn eerste stappen in de literatuur en in de liefde. En over het liefdesleven van welstellende Gentenaars in die tijd.
Zo lezen we : “Mijn vader had een maîtresse. Het was een publiek geheim in Gent dat elke burger van een zeker niveau er een had.
Wie er geen bezat, wekte wantrouwen en werd scheef bekeken; zo iemand was vast impotent of onanist, [een masturbeerder] of voor de eigen kant.
Die liefjes werden vleugeltjes genoemd. De wettige echtgenotes namen er geen aanstoot aan. (…) Voorts werd het vleugeltje snel vetgemest en veranderde het na vier of vijf jaar in een vette kip”. Uit: ‘Contentimento‘, een leuke website van Caroline Neels.

Maurice_Maeterlinck door Théo van Rysselberghe – pic wikipedia

VRIENDSCHAP MET CYRIEL BUYSSE

“Tijdens de winter van 1890-1891 maakte de sportieve Maeterlinck, schaatsend op de Drongense meersen, kennis met Cyriel Buysse.
Buysse was, langs moederszijde, de neef van de gezusters Virginie en Rosalie Loveling. En langs vaderszijde was hij de neef van Augustin Buysse, mede-oprichter van de textielfabriek ‘Baertsoen-Buysse’. Cyriels’ vader bezat een chicoreibedrijf in Nevele.

In ‘Schrijversgewijs.be‘ leren we dat Maeterlinck een essay uit 1904 heeft opgedragen aan Buysse: ‘Le double jardin’. “Het boek verschijnt in het Engels en het Nederlands. Maeterlinck stelt daarin dat “er slechts één plicht (bestaat): zo weinig mogelijk kwaad verrichten en van de andere te houden zoals van zichzelf”. Hij komt op voor het algemeen stemrecht.”

Buysse reed waarschijnlijk met een Minerva naar Frankrijk, met Maeterlinck, in 1906. Zie hier dergelijk autotype uit dat jaar.
Buysse zou in volgende jaren nog autotochten maken naar Frankrijk. Ook samen met zijn stiefdochters. De foto toont hen bij hun villa ‘Daerupt’ in Afsnee in een Minverva

‘Literair Gent’: “In november 1906 trekken de twee vrienden Cyriel Buysse en Maurice Materlinck erop uit. Ze reizen ‘per auto’ naar de het zuiden van Frankrijk.” Dixit ‘vrt nws’. Buysse’s verhaal ‘Per auto‘ gaat daarover. Je kan naar het verhaal luisteren in de vrt-link.

‘Literair Gent’: “Het zou een levenslange vriendschap blijven. Buysse schreef in zijn ‘Per auto’ hoe Maeterlinck soms het Gentse dialect sprak met zijn vrienden.
Maeterlinck kwam geregeld samen met Cyriel Buysse en een aantal schilders, in ‘Café Albion’ (1902-1907, gelegen aan de Brabantdam nr. 29, een hoekhuis met de Vlaanderenstraat).”  Volgens een andere beschrijving lag dat café aan het François Laurentplein nr. 10.

GENT HIELD SLECHTS MONDJESMAAT VAN MAURICE

“In Gent werd Maeterlinck nooit populair. Hoezeer hij ook zelf van zijn geboortestad hield, die liefde bleef onbeantwoord.
Wel kreeg hij nog tijdens zijn leven, in 1932, een straatnaam in de buurt van de Sterre. Symbolisch komt “zijn” straat daar op een rond punt bijeen met de Cyriel Buysse- en de Karel van de Woestijnestraat.

Maurice Maeterlinckstraat – binnen driehoek Kortrijksesteenweg – Oudenaardsesteenweg – Ring R4
‘L’Oiseau bleu’ is de naam van deze dubbele villa aan de Patijntjestraat. Let op de afbeelding van een blauwe vogel tussen beide woningen aan de dakzijde.
– pic inventaris.onroerenderfgoed.be

Eveneens in 1932 bouwde architect Geo Henderick in de Patijntjestraat een dubbelwoning in villastijl (huisnummers 10/12). Op een basreliëf prijkt een blauwe vogel met gespreide vleugels: Maeterlincks ‘L’Oiseau bleu‘. Aan de zijkanten zijn in baksteen de namen Tyltyl en Mytyl aangebracht, het zijn de kinderen van houthakkers die in het verhaal, door het licht geleid, op zoek gaan naar de Blauwe Vogel.”

“1976 werd in het voormalige ‘hotel Arnold Vander Haeghen‘,
in de Veldstraat nr. 82 het ‘Kabinet Maeterlinck‘ officieel opengesteld.”

Zijn dichtbundel ‘L’Oiseau bleu’ of ‘Blauwe Vogel’, gepubliceerd In 1908, wordt in Gent gesymboliseerd door middel van de blauwe lichtjes op de hoek van de Jakobijnenstraat en de Predikherenbrug bij de Leie.

KORTE  BIOGRAFIE

Geboren in Gent (29.08.1862) en gestorven in Nice (06.05.1949), was deze Gentse Franstalige dichter, toneelschrijver, prozaïst en essayist, een vertegenwoordiger van het symbolisme in de literatuur. In 1911 kreeg hij – als enige Belg tot op onze dagen – de ‘Nobelprijs voor literatuur‘. Uit: ‘Literair Gent‘.

Maeterlinck groeide op in een gegoede Gentse familie uit een Franstalig milieu. Hij was de zoon van een notaris. Rond 1895 leerde hij Georgette Leblanc kennen, een toneelactrice die actief was in de ‘Opéra Comique’ in Parijs en in ‘de Munt’ in Brussel.

Maurice Maeterlinck
Renée-Dahon – pic wikipedia

Gedurende WO I verbleef hij meestal in Nice.
In 1919 huwde hij Renée Dahon. Het koppel had een doodgeboren baby.

“In 1930 betrok hij “paleis Orlamonde” aan de Middellandse Zee, een reusachtig gebouw in een mengelmoes van bouwstijlen, waar hij toneelstukken en proza schreef.” Tijdens WO II vluchtte hij even naar de V.S.
Uit: zwinstreek.eu

VERBODEN LECTUUR

Op 29 januari 1914 werd zijn volledige werk door het Vaticaan op de “index van verboden boeken” geplaatst, ten gevolge van de publicatie in 1913 van zijn roman ‘La Mort‘.” Uit: wikipedia.
Waarom dit zo was, leren we uit volgende zinnen: “Maurice Maeterlinck heeft doorheen zijn werk een belangrijke reflectie over de menselijke conditie ontwikkeld, waarbij hij alle vormen en alle metamorfosen van leven en dood verkent. In dit briljante essay van puur metafysisch denken, gepubliceerd ruim voor het huidige debat over euthanasie en het levenseinde, nodigt hij ons uit om naar de dood te kijken zoals hij is, dat wil zeggen “ontdaan van de verschrikkingen van de verbeelding”, en wonderen over de overgang van lichamen, geesten en zielen naar het onbekende van het hiernamaals. (…) Duidelijk in strijd met de katholieke dogmatiek, leverde dit essay hem de zwarte lijst van al zijn werk op door de kerk.”

Schrijvers Georges Rodenbach en Emile Verhaeren waren tijdgenoten. Net zoals: schilder Théo van Rysselberghe, schrijvers Grégoire Le Roy en Charles van Lerberghe, beeldhouwer, schilder en tekenaar George Minne en schrijver Cyriel Buysse, schilder Léon Spilliaert … en meer

Terug naar hoofdpagina

 

Naar Facebook

Lees ook op deze blog:

VOLK – ARTIKELOVERZICHT 2022-2023-2024