persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
VOLK – 03 juni 2021 – Zijn jeugd speelde zich af aan de Sleepstraat. Het was een zwaarmoedige jeugd. Vader stierf vroeg en moeder moest de familiale koperslagerij runnen. Zijn leven eindigde in de Leebeekstraat in Zwijnaarde.
Hoewel geboren (in 1878) aan de Sint-Lievenspoortstraat beschouwde Karel van de Woestijne de latere gezinswoning en koperslagerij in de Sleepstraat (toen Slijpstraat) als zijn ouderlijke thuis. Toen zijn vader – te vroeg – stierf, schreef hij zijn eerste gedicht: ‘Het Vader-huis‘.
En dat begint zo: “o Gij, die kommrend sterven moest, en Váder waart/ en míj liet leven, en me teeder léerde leven/ met uw zacht spreken, en uw streelend hande-beven/ en, toen ge stierft, wat late zon op uwen baard“.
“Superieur zijn van de Woestijne’s beschrijvingen van een volksbal op de Kouter, een meeting in het Circus, het restaurant naast de Fransche Schouwburg (nu Vlaamse opera) en het halfvastenbal daar, de ‘Rozendag’ op de Wereldtentoonstelling van 1913.” Dixit Ugent Memorie.
“Wij hadden in de tentoonstelling een Rozendag: de groote hal van het feestpaleis gevuld met rozen. Herman, waarom zijt gij dien dag niet overgekomen? In het groenig aquarium-licht van de oneindige zaal, tot in versmeltende vergezichten, de stil-bevende wemeling van de geurenwaas uit duizenden bloemen; de gedempte weelde der matte kleuren in de diepste en fijnste schakeeringen, herhaald tot waar ze werden één vage toon-van-schelpen, van peerlemoerspeling, diep onder water als het ware.” Uit: dbnl
Volksbal in 1913: “Op het kiosk hoorde men praeludeerende saxophoon-cascatellen, of een zwaren bombardon die boeren liet. De lucht was mat geworden als eene aangeslagen, bedompt-opalen stolp. Terwijl de menigte dichter werd en rumoerde, steeg tot op hoogte der hoofden de geur van gebakken aardappelen en van oliebollen die schrapend aan de keel greep, uit de wagentjes, eenerzijds van het plein, waar zij luidruchtig gevent werden. De verkoopers blaften, van ‘harde eieren en kraakamandels!’”
Uit: dbnl
Na in Sint-Martens-Latem, Brussel en Oostende gewoond te hebben, keerde de schrijver-dichter terug naar het Gentse: naar de Leebeekstraat in Zwijnaarde. Toen heette de straat Oude IJzerenweg. Hij stierf er – net als zijn vader té vroeg – (in 1929). Hij was 51.
Het huis in Zwijnaarde bestaat vandaag nog steeds. Er staat een beeldje van de schrijver bij de heg.
Bekijk op deze blog: Stukje Zwijnaarde tussen Ringvaart en E40
In reactie op ons verhaal over schrijver Karel van de Woestijne, en de discussie die volgde op facebook over de “ij” in de familienaam versus de “y”, postte Geert Vandamme: “Uit de inleiding bij “Karel en ik” (Davidsfonds, 2020: 9-10): “Wie zijn de hoofdrolspelers in dit boek? Het zijn de schilder Gustave van de Woestyne en zijn broer Karel van de Woestijne. Die gestipte “ij” in de spelling van de naam van de dichter is geen drukfout. Hij koos ervoor om ‘Van de Woestijne’ te gebruiken als auteursnaam. Beiden werden in Gent geboren in het gezin Van de Woestyne-Sielbo.”
Lees hieronder in het “venster” over het leven en het oeuvre van Karel van de Woestijne
Lees ook op deze blog:
Het levenssprookje van Honorine en Paul-Gustave
Lodewijk en Marie Lievevrouw-Coopman: bezeten door verhalen en toneel
Lees ook op deze blog: