persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
Nooit in Oostakker gewoond. Beginnen we met een belangrijke lezersbrief van Arthur De Decker in de terziele gegane stadsblog ‘gentblogt.be’ in 2008. Daarin beweerde hij met stelligheid dat – ondanks de ‘Oostakkerse gedichten’ – Claus nooit gedomicilieerd is geweest in die gemeente.
Althans Hugo Claus niet, wel zijn vader Joseph Claus, Kortrijkzaan, drukker en handelaar in schoolbenodigdheden. Merkwaardig detail: ook Hugo’s moeder, Germaine Vanderlinden, dochter van de sasmeester in Astene maar geboren in Harelbeke, en ook ‘Virginie’ genoemd, stond er niet eens gedomicilieerd, aldus de schrijver.
Hugo (1929- 2008) woonde bij zijn ouders in Brugge, later in Astene, werd op pensionaat gestuurd naar Eke en naar Moeskroen, en na zijn humaniora in Kortrijk studeerde hij in Gent aan de ‘Academie’ en het ‘Handels & Taalinstituut’. Na de tweede wereldoorlog ging Hugo een drietal jaar wonen in Sint-Martens-Leerne en in Astene bij zijn grootmoeder. Daarna gaat het naar Oostende tot in 1952.
In datzelfde jaar verhuizen vader en moeder Claus voor korte duur naar de De Pintelaan 27. Daarna trekken ze naar de Koestraat 23 (thans Slotendries) in Oostakker-Lourdes.
Steeds volgens schrijver Arthur De Decker – die zich hiervoor beroept op geschriften uit een heemkundige kring – stond de jongste zoon Johan niet op het Oostakkerse adres vermeld, terwijl de andere zoon Odo eerst gedomicilieerd stond in de Stropstraat 23 en pas maanden later in Oostakker. Maar niet voor lang. Vader Joseph en zoon Odo verhuisden een paar maanden later alweer. Dit keer naar het Hippoliet Lippensplein 7. Van de zonen Johan en Guido en de moeder, geen spoor op dat adres in het bevolkingsregister.
Dit voedt natuurlijk de gedachte dat er op het gebied van domicilieringen ongeregeldheden kunnen geweest zijn die een bepaald doel moesten dienen. Echter is daar nooit bewijs van geleverd.
Hugo Claus zelf woonde dan van 1955 tot 1964 aan de Predikherenlei 13 op de derde etage, waarna hij terugkeerde naar West-Vlaanderen, omzwervingen maakte in Parijs en Amsterdam, om in 1977 terug te keren naar Gent.
De schrijver van de lezersrubriek in ‘gentblogt’, Arthur De Decker, kent het nieuwe adres niet, maar verwijst naar een artikel in Humo waar daarover in 1978 wordt geschreven: “een oude zeer smaakvol ingerichte patriciërswoning aan de oever van een Leiearm rechtover de oude brouwerij Meiresonne te Gent”.
persblog.be: Deze brouwerij was gelegen tussen de Apostelstraat en de Koepoortkaai, dichtbij de Visserij. In Humo stond “Leiearm”, terwijl het de Benedenschelde betreft. Wie tegenover Meiresonne aan het water woonde, woonde aan de Lousbergskaai, aan de kant van ‘Portus Ganda’.
Lees ook op deze blog:
CURSIEF – Hugo Claus en Sylvia Kristel in de Pussemierstraat
Lees meer op deze blog:
Zoals genoegzaam bekend, was het alsof zijn living stond in de ‘Hotsy Totsy’ aan de Hoogstraat 1, vlakbij de Poel – waar op de buitenmuur een gedicht van hem prijkt. Dit café werd gerund door de vrouw van zijn broer Guido, de legendarische Motte. In 2001 opende zij café ‘De Geus van Gent’ in de Kantienberg 9, nabij de Sint-Pietersabdij, tot in 2009. Hugo zou ook vaak gezien zijn in café ‘De Hel’ aan de Kraanlei 81.
Auteur en ooit bevriend met Hugo Claus, Guido Lauwaert, beweerde in zijn boek ‘Avenue Claus’ uit 1991 dat Hugo zelf op wel veertien adressen in Gent had gewoond. Hij suggereerde echter dat het veelal praktische onderduikadressen waren om de fiscus te ontwijken. Dit staat ook zo vermeld op de site van de Stad Gent!
Op de site van de bibliotheek lezen we een commentaar op dat boek door J.G.W. Gielen, Nederlands schrijver van letterkundige werken. “Het verhaal speelt zich af in Gent in onze tijd. Vijf journalisten maken onder leiding van een schepen en een directeur culturele dienst een tocht langs 14 huizen waarin Hugo Claus heeft gewoond. In deze mengeling van feit en fictie komen details uit het leven van Claus voor. En verder zijn er kleine conflicten (…). Dit alles overigens in zeer luchtige trant, met een humor die niet iedereen zal aanspreken en een feitenweergave die aan roddel doet denken.” Roddel? Een vergelding voor een uitgedoofde vriendschap?
Ronny Deschepper schreef dat Hugo ook als huisjesmelker staat afgeschilderd in dat boek. Dit schoot bij Claus in het verkeerde keelgat en de vriendschap met auteur Guido Lauwaert was over. Ook maakte Claus komaf met zijn zakelijke relatie met de uitgever van het boek.
Op de blog van Deschepper lees je dat hij verwonderd is over de heftigheid waarmee Claus reageerde op het boek. Hij stelt: “maar dat zijn toch het soort vlooien dat de leeuw makkelijk uit zijn pels schudt”. Het boek was als satire bedoeld. Dit voedt natuurlijk weer de gedachte dat het veelvuldig verhuizen een verborgen doel diende. Dergelijk vermoeden bestond al bij vader Claus. Zo vader zo zoon? Evenmin als wat zijn vader betreft, is echter nooit bewijs geleverd van ongeregeldheden.
Hugo Claus woonde eveneens in de Pussemierstraat 20. Lees op deze blog: Hugo Claus en Sylvia Kristel in de Pussemierstraat
“Van 1984 tot 1986 woonde hij aan de Kasteellaan 166- 170, en vervolgens op de Sint-Jansvest 26A met Veerle de Wit.” Zo schreef Arthur De Decker. persblog.be: Echter zal het adres naar alle waarschijnlijkheid Sint-Jansvest 28A geweest zijn. Er is geen 26A, wel: 28 A, B en C. F.D.
Arthur De Decker: “Ik las uw interessant artikel van 11 maart 2016 op persblog.be. Hierbij het document (een brief van 28 december 1987), waaruit blijkt dat Hugo Claus zou hebben gewoond in St.Jansvest 26A, 9000 Gent. Blijkbaar bestaat dat nummer niet meer…”
UPDATE 04.01.2024 door Gertjie Henderick: “In 1954 woonde de familie Claus, Germaine, Oddo, Guido en Johan op het Begijnhof [Bijlokehof?] naast de café op de hoek rechtover de Bijloke [Louis Pasteurlaan].
Ik ben er dikwijls geweest. Germaine en mijn mama kende elkaar van de school in Deinze. Soms kwam vader Claus eens binnen.
Germaine verzorgde een oudere dame die er een kamer had. Ik heb er Hugo en Elly ontmoet toen ze terug kwamen van Rome en Parijs (…). De dag voor hun trouw beseft Elly dat ze geen hoedje had. Mijn mama die ooit modiste geweest was had, voor mijn oudste zus, een hoedje gemaakt voor haar diploma uitreiking aan de Normaalschool. Met dat hoedje is Elly getrouwd.”