persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
Het straten ABC volgens experten (Deel II)
STRATEN/ VOLK – 29 januari 2023 – Een verdwenen straat met een vreemde naam? Zo is er bv. de Regnessestraat. Toen het Sint-Baafsplein nog bebouwd was, liep dit straatje achter het Belfort (over ’t huidige plein) naar de Biezekapelstraat.
“De Regnessestraat was een korte, smalle maar niet onbelangrijke straat. Ze verdween toen aan het einde van 19de eeuw de oude huizenblokken tussen het Belfort en de Sint-Baafskathedraal gesloopt werden. Deze grote historische monumenten werden vrij gemaakt en er werd plaats geruimd voor de aanleg van het Sint-Baafsplein en voor de bouw van de Nederlandse Schouwburg, die op het tracé van het straatje kwam.” Dixit Peter Van Keymeulen in ‘Ghendtsche Tydingen‘.
Er is iets vreemd met dat straatje. Was het onderdeel van een oeroude gracht rond de kern van de stad? We consulteerden ‘experten’ zodat we de nodige toelichting bekwamen: Arthur De Decker, Victor Fris, Frans De Potter, Edmond De Busscher, Maurits Gysseling, Charles Louis Diericx en Peter Van Keymeulen (de enige in dit gezelschap die niet ‘zaliger’ is).
Ons panel
DE VERDWENEN REGNESSESTRAAT
Allicht hoorde je nog niet over de Regnessestraat. Ze bestaat ook al 125 jaar niet meer. Ze liep dus tussen verdwenen huizenblokken van Belfort naar Achtersikkel of Biezekapel.
Onze uitleg baseerden we op een betoog van Arthur De Decker zaliger in een editie uit 2007 van de ter ziele gegane stadsblog ‘Gentblogt‘.
De Decker verwijst daarin naar vele andere ‘experten’, zoals hierboven aangegeven.
Volgens Victor Fris in ‘De oude straatnamen van Gent. Een prijsboek voor de schooljeugd’ (1925) werd de straat afgebroken in 1897-1898. Victor Fris verwijst daarvoor naar Charles Louis Diericx, Mémoire sur la Ville en hij zegt er bij, dat de Stadsrekening van 1323 reeds de ‘Ryngasse‘ vermeldt.
Over de Regnessestraat schrijft Victor Fris: ”De oudste naam is ‘Ringasse‘ (1317), gevolgd door de vormen ‘Rigasse‘ (1350) en ‘Rijgasse‘ (1358); in 1513 vindt men ‘Rijngesse‘, en in 1538 ‘Rijngnesse‘.
Kloosterorde?
Frans De Potter doet opmerken dat gasse in het Hoogduitsch straat betekent, maar vraagt zich af of hier te Gent er sprake kon zijn van eene ‘Rijnstraat’?
Edmond De Busscher beweert in zijn afschrift ‘Etat Religieux à Gand’, dat “de straat haren naam gekregen heeft van reguliere kanunniken der St Augustijnenorde, ‘Reynessen’ geheeten, die hier hun huis of klooster hadden en die door de oorlogen der 15de eeuw verdwenen, naar Deventer [in Nederland] zouden verhuisd zijn…”
“Maar” schrijft Victor Fris, “noch De Potter, noch wij hebben ooit gehoord van het bestaan zulker godsdienst-orde alhier.”
“Op de plaats waar vroeger de Regnessenstraat liep, verheft zich thans de Koninklijke Nederlandsche Schouwburg (1899).”
Rijnhandel?
Arthur De Decker merkte op dat Maurits Gysseling over de ‘Rijngasse‘ scheef in zijn werk ‘Gent’s vroegste geschiedenis in de spiegel van zijn plaatsnamen’ uit 1954. Hij zette daarin dat “deze Hoogduitse naam (‘gasse’ betekent “steeg”) zal wel herinneren aan de Rijnlandhandel van de Gentse kooplui.”
‘Ghendsche Tydinghen‘, nr. 6 in 1972, citeert het dagblad ‘Vooruit’ van 1897 over de afbraak van de Regnessenstraat. Merkwaardig genoeg is daar sprake van “het oude gebouw, toebehorende aan de graaf de Limburg Stirum, waar thans het verbandgesticht de ‘Calvarieberg’ is, en dat vroeger het klooster der Regnessen was, is reeds tot de grond afgebroken.” Er bestond dus wel een religieuze orde der Regnessen? Bron: Gentblogt, 25 april 2007
In de stadsblog ‘Gent-Geprent‘, bekend voor zijn grote verzameling oude stadszichten en bijhorende footage, vinden we een bijdrage van Claude Faseur die zich baseert op een artikel van auteur Peter Van Keymeulen.
“Om alleen al de aanleg van het huidige Sint Baafsplein te verwezenlijken verdwenen uiteindelijk 39 gebouwen. Voor de sanering van het gehele project stonden meer dan 100 woningen op de wachtlijst voor onteigening. Ook moesten een aantal kleine, volgebouwde straten rond de oude kern verdwijnen, terwijl bestaande straten behoorlijk werden verbreed.”
Kort daarna werd er de Koninklijke Nederlandse Schouwburg (KNS) gebouwd als lang verwachte opvolger van de Minardschouwburg.
Gegraven Ringweg of huizenrij?
De straat zou deel uitmaken van een grote geheel: een soort ringweg.
Een anonieme lezer in ‘Gentblogt‘ van 25 april 2007 meldde: “De Ringgasse lag op het tracé van de eind jaren ’80 ontdekte halfcircelvormige droge gracht uit de 9de eeuw rond de Scheldeportus. Een ander stuk van het tracé vind je nu nog terug in bv de Borreputsteeg. De ‘Ringgasse‘ was dus een stuk van die ring rond de Scheldeportus.”
‘Ring’ verwijst niet enkel naar een gegraven gracht. Het kan ook een ringvormige aaneensluiting van huizen zijn.
Peter Van Keymeulen in zijn paper ‘Het verdwenen Regnessestraatje, een mysterieuze naam‘: “Ook De Potter sluit de etymologie met de verwijzing naar een ring niet uit (…).”
In ‘Gent-Geprent‘ vinden we een verdere uitleg over die ‘Ring’: “Die oorspronkelijke ring lag onder andere op de Regnessestraat en de Biezekapelstraat (…) ‘De Achtersikkel‘, heden in die buurt één van de stemmigste en meest gefotografeerde gebouwen met zijn galerijen en toren, was ooit de ‘refuge van de abdij van Ename’.”
Het is duidelijk dat we hier mogelijks spreken van het oudste stukje stedelijk Gent, nog voor dat zich dat rond het Gravensteen verzamelde.
“En verder vallen binnen deze ringgracht de aanwezigheid op van de oudste kerk van Gent, de ‘Sint-Janskerk’ (heden de Sint-Baafskathedraal), de mogelijk oudste vergaderplaats van de schepenen of van de vierschaar vóór de kerk en het ‘Geraard de Duivelsteen‘ met zijn donjon-kern, die op een nog oudere andere functie dan die van de 13e-eeuwse adellijke woonst wijst. Ook de aanwezigheid van het ‘Calandehuus’ (eerste vergaderplaats van de kooplieden) binnen die grachtencirkel is een bijkomend argumentje.
Er is sprake van een Guldine straat, gelegen tussen Sint-Jan en de Regnessestraat. Dat is niet anders dan de latere Seminariestraat (tussen de Sint-Baafsplaats en de Regnessestraat), uiteraard genoemd naar het aanpalende bouwblok met daarin het Bisschoppelijk Seminarie, opgericht in de 17e eeuw maar herhaaldelijk verbouwd en uitgebreid.” Bron: ‘Gent-Geprent‘
Lees Deel III: “Geheimen” van enkele straatnamen ontsluierd
Lees Deel I: de Sleepstraat en de Schaverdijnstraat in ‘Het kind moet een naam hebben’
Lees ook op deze blog:
Lees ook op deze blog: