persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
VOLK – 08 september 2020 – Twaalf jaar geleden [UPDATE: intussen 15 jaar] overleed Oswald Slossche. “Hij was – onder véél meer – gekend als portier aan de Kuiperskaai. Hij had ook ambities als schipper.
Zijn laatste wens was dat hij kon inslapen op zijn boot, en dat is dan ook gebeurd, na een lange strijd tegen een onoverwinnelijke ziekte.” We lazen een verhaal dat hem typeerde in – het ter ziele gegane – gentblogt.be van 26 juni 2008.
Hij werd alom kortweg aangesproken als “Slosse”
“Slosse was een een wijze, ruwe bonk van een vent met een gouden peperkoeken hartje. Hij was inderdaad – onder véél meer – gekend als portier aan de Kuiperskaai.
Woelwater Oswald Slossche was gekend als Slosse, fantast, anarchist, ex-bodyguard van [popgroep] ‘The Kelly Family‘, vader van 22 kinderen, bloedbroeder van Walter De Buck, acteur en dichter.
Slosse was ook een dromerige man die ooit met zijn ijslandvaarder ‘de Angelus’ naar het verzonken land van Mu wou varen tot hij in 1996 zijn droom letterlijk te water zag gaan omdat zijn schip na een aanvaring zonk. Maar Slosse gaf niet op, na zeven jaar werd zijn schip weer bovengehaald aan het Muidedok in Gent. Om kort erna voor een tweede keer te zinken…
Altijd als ik hem zag had ik plezier met zijn grappen en grollen en ton ik nog jonk en mooi was (nu ben ik alleen nog maar mooi *kuch*) ben ik nachtenlang uitgeweest en heb ik tijdens mijn studententijd (en ver erna) jarenlang op de Kuiperskaai gewerkt in de ‘55‘ bij Toontje als dj, barman, garçon, glazenwasser en “madam pipi”. (En in de Vlaanderenstraat als portier in ‘The Must‘ van José Van De Putte – de vader van Alain, waar nadien de ‘Paradox‘ geweest is – ook al gesloten, maar dat is nog een heel ander verhaal.)
En af en toe mocht ik Slosse “meehelpen” als portier als het wat teveel uit de hand liep (u begrijpt wat ik bedoel). Op kalme momenten hebben we daar een hoop afgepraat aan die deur.
Slosse was eigenlijk een halve filosoof met een ongelooflijke levenswijsheid. In één oogopslag had hij iemand door en wist meteen wat voor vlees er in de kuip lag. (Of er in ging liggen. De kaai bedoel ik dan.)
Ooit, toen ik nog niet zo gekend was op de Kaai en het aartsmoeilijk was om binnen te geraken in wat toen dé boîte van Gent was ben ik met mijn motor (een ‘Bol d’Or’) geslipt in de Vlaanderenstraat en – aan zeker honderd km/h, recht de Kuiperkaai binnengevlogen, en recht in de entrée van de ‘ELPEE‘ waar Slosse aan de deur stond.
Toen hij me terug op mijn benen had geholpen en ik half kreupel en nog natrillend van de schrik mijn helm wou afzetten, sprak Slosse de legendarische woorden, waarmee ik hem op slag super-sympathiek heb gevonden:
Al diene cinema goad eu niet helpen, want zonder lidkoarte komde nie binnen, moat!
Waarop hij me eerst streng, vermanend toekeek en waarop we alle twee gelijk in de lach schoten.
Vandaag is Slosse dood en ik vind het verdomd spijtig want ik had hem graag nog eens willen bezoeken en spreken – en zoals altijd stelt een mens zo’n dingen uit tot het te laat is zoals vandaag en ik dit stukje met tranen in mijn ogen zit te schrijven.
Verdomme. Vaarwel Slosse, ik ga u nooit vergeten maat.”
Slosse had gewild dat WDB ZIJN boot had hersteld, niet ‘De Barge’
Auteur: Huug, in gentblogt.be
Aanvullende anekdotes door Werner Bockstaele
Slosse was: schipper, Gentse piraat, bodyguard, buitenwipper ’55’ en ‘Elpee’ op de Kuiperskaai, cafébaas van Burchgraf von Schloss (Vlaanderenstraat), …
fantast, anarchist, dichter, … en boezemvriend van Walter De Buck.
“Met zijn schip ‘Angelus’, een houten replica van een Ijslandvaarder waar Slosse meer dan 15 jaar aan heeft gewerkt, wou hij de komende zondvloed ontvluchten, de rampen met de kernreactoren en wou hij uitvaren naar het mythische eiland Mu.
Zijn Angelus heeft meer dan 2 jaar op de bodem van het Houtdok gelegen, het werd de eerste maal gelicht in de lente van 2004, definitief gelicht na een tweede aanvaring in februari 2008.
Zijn zoon Igor woonde daarna op de boot die ondertussen is verkocht.
Het was zijn laatste wens om op zijn schip te mogen sterven.
Hij voelde zijn einde naderen en de dag voor zijn dood werd hij door de brandweer van het UZ overgebracht naar zijn schip aan de Koopvaardijlaan.
Daar heeft hij in de dageraad nog een sigaar opgestoken …”
Lees ook op deze blog:
Over Walter De Buck en de Gentse Feesten
De Barge – Voorloper van de trein tussen Gent en Brugge
Wasgoed hoertjes was Ernest’s “gat in de markt”
Joao in “Jezusgewaad” uit Muinkpark verdwenen
De patser in de Cadillac. Excentriek, toch haast vergeten
John Massis: “openbaar kunstbezit” middels zijn gebit
1970s-’80s. Er waren toen nog zekerheden in het leven
Lees ook op deze blog: