persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
Tom Waes en ‘Het verhaal van Vlaanderen’
STAD – 23 januari 2023 – De slag op het Groeningeveld in Kortrijk uit 1302 is beter bekend als de ‘Guldensporenslag’. Vlaamse volksmilities onder leiding van hun graaf Gwijde van Dampierre versloegen er een ridderleger van de Franse koning Filips IV, bijgenaamd ‘de Schone’.
Heroïek en 19de eeuwse romantiek maakten iets geheel anders van die strijd…
Dat in de uitzending met geen woord wordt gerept over Jan Borluut, is gezien de globale insteek van de serie, normaal. Maar als Gentenaar wil je natuurlijk weten hoe dat zat met de Gentse positie in het conflict met de Franse koning.
Dit is geen pur sang verslag van de aflevering van gisteren. Het zijn kanttekeningen, soms met Gentse invalshoek.
GEEN STRIJD OVER TAALGEBRUIK, WEL: SOCIALE STRIJD
In de vierde aflevering van ‘Het verhaal van Vlaanderen’ beroeren de makers van de tv-serie voor het eerst de ziel van Vlaanderen: 1302!
Geen enkele veldslag is in Vlaamse harten meer geromantiseerd als deze! Sterker nog: door de nationalistische geschiedschrijving is deze slag tussen Franse ridders en Vlaams voetvolk op het Groeningeveld in Kortrijk misbruikt en uitgedragen tot iets wat ze niet was. Het was géén strijd over taalgebruik!
1302 was een belangrijke sociale strijd. Een strijd tegen uitbuiting. Ze ging over gewoon volk dat een sterk ridderleger, gestuurd door de Franse koning, versloeg. Dit gooide hoge ogen overal elders in Europa.
Historicus bij UGent en medewerker aan de tv-serie, Jan Dumolyn, mocht dit nog eens komen benadrukken op zondagochtend tijdens de uitzending van ‘De Zevende Dag’ op Eén.
Die romantiek en dat aspect van het opkomen voor de eigen taal, dat heeft auteur Hendrik Conscience er van gemaakt in zijn roman ‘De Leeuw van Vlaanderen’. Dit, terwijl het gebruik van de Franse taal altijd al aanwezig was op het Vlaams grondgebied. Neen dus, het was een strijd van ambachten en boeren tegen patriciërs.
“De textielarbeiders hadden geen macht, geen politieke inspraak, en dat leidde tot protest. Vlaanderen was in de middeleeuwen de regio waar de eerste grote stakingen plaatsvonden.” Dixit vrt nws
De patriciërs kochten de wol (in Engeland), lieten de ambachten er laken van maken, en verkochten het afgewerkt produkt in elke uithoek van Europa. Vlaanderen was het meest verstedelijkt en “welvarend” in Europa voor die tijd. Alleen ging die welvaart slechts naar enkelen. De boeren en ambachten hadden het lastig. Door de bevolkinsaangroei in de steden konden de ambachten – spinners, volders, wevers, ververs – geen loon naar werk krijgen. Ze dongen met teveel bij de patriciërs naar dezelfde arbeid. Dan blijft de verloning laag. Ambachtslui en hun gezinnen leefden de helft van de tijd in armoede.
Toen een deel van Vlaanderen bezet werd door Frankrijk – de graaf en zijn zoon werden gevangen genomen – verwelkomden de patriciërs die, in de hoop dat het bezettingsleger het proletariaat van de ambachten in het gelid zou houden.
Daarom keerde de sociale strijd zich tegen de Franse bezetter: omdat die de rijke, uitbuitende, klasse van patriciërs steunde.
Wever en voorzitter van de Brugse weversgilde, Pieter de Coninck, gaf de vonk om het verzet te doen ontvlammen. Het begon met de ‘Brugse Metten‘, in het voorjaar van 1302, als voorloper van de ‘Guldensporenslag‘, tijdens de zomer van 1302 in Kortrijk.
Een Vlaams bevrijdingsleger trok eerst door het bezette West- en Frans-Vlaanderen om de bezetter weg te jagen en arriveerde zo in Kortrijk om Franse ridders in hun burcht aldaar te belagen. Vervolgens wachtte het volksleger bij de burcht op de komst van groot Frans ridderleger dat door de koning was uitgestuurd als vergelding en ordehandhaving.
Het Franse ridderleger waartegen moest gevochten worden, bestond uit 8.500 man, waarvan een flink deel te paard. Het Vlaamse volksleger telde niet veel minder manschappen, maar was slecht bewapend, niet getraind en had geen paarden. De overwinning was deels te wijten aan het drassige terrein op de Groeningekouter in Kortrijk.
“Er was een hele golf van opstanden, en die zag je ook in Luik, in Brabant, in Brussel (die niet tot het graafschap Vlaanderen behoorden, red). Daar gaat het helemaal niet over de Franse koning”, legde Jan Dumolyn uit in ‘De Zevende Dag’. “Dat is een element dat er in Vlaanderen bij komt: de graaf van Vlaanderen tegenover de koning van Frankrijk.”
En ja, de graaf van Vlaanderen, Gwijde van Dampierre, koos voor het kleine volk, niet voor de patriciërs, en tégen zijn leenheer: de Franse koning Filips IV.
En fin de compte 🙂 : “De graaf van Vlaanderen bleef onafhankelijker dan de andere Franse leenmannen, maar de Franse koning verstevigde zijn gezag en de graaf boette een deel van oude verworvenheden in, en er werd een zware financiële boete opgelegd aan de inwoners van het graafschap.” Dixit wikipedia.
Niettemin was er sociale vooruitgang voor de minstbedeelden. Zo kregen de ambachten meer verworvenheden in de steden. Ze werden beter betaald en ze kregen een vertegenwoordiging in de besturen van de steden.
“Vlaanderen bleef zich verzetten in de 14e eeuw onder andere met de Opstand van Kust-Vlaanderen (1323-1328) beëindigd met de verloren Slag bij Kassel en de Gentse opstand van (1337-1349) tegen het koninklijk en maar ook tegen het grafelijk gezag.” Aldus wikipedia.
Die opstand van Kust-Vlaanderen werd gevoerd onder leiding van volksleider Nicolaas Zannekin, terwijl de Gentse opstand geleid werd door Jacob van Artevelde.
MET UITZONDERING VAN BORLUUT, KOOS GENT VOOR DE FRANSE KONING
Een leger van 2.500 man uit Gent en elders uit Oost-Vlaanderen werd geleid door Jan Borluut. “Het Gentse stadsbestuur van haar kant, had de kant gekozen van de Franse koning, en tégen hun graaf van Vlaanderen.
“Jan Borluut was een kind van Gentse patriciërs. Toch stond hij met zijn leger aan de kant van het volk, terwijl de Stad Gent officieel de Franse koning steunde.
Jan Borluut was eerder uit Gent verbannen na een vendetta met dodelijke afloop.
“Na de slag werd hij tot ridder geslagen en in triomf teruggebracht naar de Gentse stad, wat aldaar op gemengde gevoelens werd onthaald. Nog vóór het vonnis werd hij door de zoon van een van zijn slachtoffers in Gent vermoord.” Dixit wikipedia.
“De kreet “Groeninge veld! Groeninge veld!” werd de wapenspreuk van de familie Borluut. Op de gevel van het romaans herenhuis op de Korenmarkt, het zogeheten Borluutsteen, is het wapenschild van de familie te zien: drie lopende herten.
In Sint-Denijs-Westrem staat het Borluutkasteel, dat ook naar deze patriciërsfamilie is genoemd.”
“Jan Borluut was de zoon van Boudewijn Borluut en Truna Uutberghe, en afkomstig uit een rijk patriciërsgeslacht van wolhandelaren, waarvan de leden van de 13de tot de 16de eeuw onafgebroken magistraatsfuncties bekleedden in Gent. Hij was getrouwd met Heldewin de Vos maar had geen kinderen.”
UITSMIJTER: GWIJDE VAN DAMPIERRE
Gwijde van Dampierre was graaf van Vlaanderen tijdens de ‘Guldensporenslag’.
Wat zo vreselijk is aan de nationalistische geschiedschrijving is onder andere de vertaling van diens voornaam. Denkt iemand echt dat de mensen Gwijde tegen hem zegden? Zijn echte naam was ‘Gui’ of ‘Guy’. Maar omdat dit Frans is, en omdat 1302 voorheen ten onrechte als een taalstrijd werd voorgesteld, moest die voornaam vertaald worden naar het Vlaams.
Hij werd geboren als tweede zoon van Willem II van Dampierre en Margaretha van Constantinopel.
UITSMIJTER: JAN BREYDEL
De rol van Pieter De Coninck in de opstand wordt niet ter discussie gesteld. Anders is dit voor het aandeel van Jan Breydel. Een vorser van UGent kwam tot de conclusie dat hij slechts een beenhouwer was.
UITSMIJTER: ‘METTEN’
EEN VOORGESCHIEDENIS
“Toen Frankrijk en Engeland in oorlog waren, koos graaf Gwijde van Dampierre de kant van Engeland en liet hij de Franse koning Filips IV weten dat hij hem niet langer als leenheer erkende. Hij deed dit in 1297 nadat de Engelsen gedreigd hadden de wolstapel te verplaatsen van Brugge naar Dordrecht. Ongeveer twee jaar nadat de graaf het verbond met Engeland had gesloten, kwam Vlaanderen geïsoleerd te staan. Engeland en Frankrijk sloten in 1299 namelijk vrede tijdens het Verdrag van Montreuil.” Dixit Historiek.net.
“Kort hierna (begin 1300) werd Vlaanderen door de troepen van Filips IV van Frankrijk bezet. Graaf Gwijde van Dampierre gaf zich hierop, samen met zijn zonen, over aan de Fransen. “
“Op 17 mei 1302 trok de Franse edelman Jacques de Châtillon met een troepenmacht Brugge binnen. (…) De opstandelingen verenigden zich en voerden in de nacht van 18 mei een verrassingsaanval uit. In de stad verplichten ze de soldaten ‘scilt ende vrient‘ (schild en vriend) te zeggen. Fransen die de kreet probeerden na te zeggen struikelden veelal over het eerste woord dat met Brugs dialect uitgesproken moest worden. De opstandelingen wisten zo wie ze moesten doden. (…) Jacques de Châtillon wist ternauwernood te ontkomen.
Na deze zogenoemde ‘Brugse Metten‘ startten de Vlamingen een bevrijdingsoffensief. Veel van de troepen kwamen in juli samen bij Kortrijk. De Franse koning voelde zich in zijn eer aangetast en maakte zich ernstig zorgen over de onlusten. Hij stuurde daarom een ridderleger naar Vlaanderen. Dit leger, geleid door Robert II van Artesië, sloeg op 8 juli 1302 kamp op aan de Pottelberg bij Kortrijk. Twee dagen lang bestormden de Fransen hierna de stad. Tevergeefs. Duidelijk werd toen dat een treffen in het open veld onvermijdelijk was.” De ‘Guldensporenslag‘ kon beginnen.
‘Het verhaal van Vlaanderen‘ is een tiendelige serie op Eén en op vrt Max. Elke zondagavond.
De uitgelichte foto bovenaan de pagina toont de Guldensporenslag en is een fragment uit de vermelde tv-serie. pic vrt nws
Lees ook op deze blog:
Vlaamse rebellie temidden van oorlogen! Maar er was méér, toch?
STAD – Tom Waes vermeldde grafheuvels in Sint-Bernadettewijk
VOLK – De ‘mysteries’ rond Jacob van Artevelde blijken een scheet in een fles
Lees ook op deze blog: