persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
ENTREPRENEUR/ STAD – 30 maart 2017 – Wat voorafging aan “het Manchester van het vasteland”: Lieven Bauwens, de Hollanders…
Tijdens de 12e eeuw vormde de wolhandel met Engeland het succes voor de opkomende lakennijverheid, waaronder verstaan werd: “stoffen gemaakt uit wol”. Ter referentie: tegen het einde van die eeuw werd het Gravensteen een echt kasteel.
De eeuw erna glansde die lakennijverheid en vond afzetmarkten tot ver buiten Gent en de Vlaamse steden. Het Belfort, dat in de vroeg 14e eeuw gebouwd werd, getuigt nog van de welstand van de stad. Er moet toen ook een (oude) Lakenhalle geweest zijn in de Hoogpoort tegenover het stadhuis. De huidige werd pas een eeuw later gebouwd.
ARTIKELENREEKS TEXTIEL
“HET MANCHESTER VAN HET VASTELAND”
I. Pre-industrieel Gents textiel
II. Hoe de Gentse textielreus ontstond
III. De oude Gentse textielbedrijven en de families
Na de middeleeuwse glorietijd van de lakennijverheid en -handel, verzeilde het Gentse textiel in menige crises. In de loop van de negentiende eeuw groeide de stad uit tot het zogenaamde “Manchester van het vasteland”. Ondernemers bouwden een textielimperium uit, dat in twee stappen leidde tot het UCO van de 20e eeuw. – dat overigens, na een zwanenzang, in 2009 definitief het licht uitdeed.
◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊
“Wij willen weer wol”
De Honderjarige Oorlog – mid 14e-15e eeuw – gooide roet in het eten, gezien de Engelsen weigerden wol te leveren aan aartsvijand Frankrijk en haar wingewesten, waaronder Vlaanderen. “Wij willen weer wol” schreeuwt Jacob van Artevelde als het ware vanop zijn sokkel op de Vrijdagmarkt. Hij verzette zich dapper tegen de de graaf en de Franse koning, en had tijdelijk groot succes, maar bekocht zijn verzet uiteindelijk met de dood. Ook zijn zoon Filips verzette zich nog tegen de Fransen, maar sneuvelde. De stad, en met haar heel Vlaanderen, raakte vervolgens in een diepe economische crisis.
De expansiedrang van de Bourgondische hertogen leidde tot schaalvergroting voor de handel, wat stijgende welvaart bracht. In de eerste helft van de 14e eeuw werd de (nieuwe) lakenhalle gebouwd. De lakennijverheid ging echter zwaar gebukt onder de opkomende concurrentie. Gent kon welstand putten door de dominantie van de vaart op Schelde en Leie.
Eenmaal Gent onder het juk van de dogmatische Spanjaarden belandde, in de 16e eeuw, ging de nijverheid grotendeels naar de filistijnen, omdat die nieuwe heersers hier enkel waren om te plunderen te belasten en om hun geloof op te dringen.
Toen de Oostenrijkers de fakkel overnamen, in de 17e eeuw, was de concurrentiepositie van haar textielnijverheid erg verzwakt. In het algemeen ondernamen de Oostenrijkers infrastructuurwerken. Bv. de Coupure en het Visserijkanaal (Lees op deze blog: Waarom het Visserijkanaal naast de Nederschelde?)
Ook hadden de Vlamingen even een zeevaartcompagnie in Oostende, die ook voor de Gentse handel gunstig was. (Lees in Archief 2015 van deze blog: Ingelandgat-bewoners schreven geschiedenis)
Een meevaller was het toenmalige Engelse protectionisme, wat ertoe leidde dat veel onverkocht Indisch katoenweefsel via de Hollandse VOC in Gent werd gedumpt – waaruit de katoendrukkerijen van ‘Indiennes‘ ontstonden.
Onder het daaropvolgend Frans- Napoleontische bewind nam de zowel gerespecteerde, als gehate, Lieven Bauwens het voortouw in de textielnijverheid. Hij werd legendarisch doordat hij de belangrijkste onderdelen van een mechanische spinmolen ‘Mule Jenny‘ van Engeland naar Gent wist te brengen, waardoor hij de basis legde voor zijn textielfabriekenimperium. Bauwens werd geboren aan de Waaistraat – tussen Vrijdagmarkt en Edward Anseeleplein in een familie van leerlooiers en wijnhandelaars.
Hij nestelde zich in een verlaten klooster aan het Fratersplein – door Fransen revolutionairen geplunderd –waar nu Sint-Jan De Deo/ PC Sleidinge gevestigd is. Toen was het een verlaten klooster. Als vriend van Napoleon Bonaparte werd heel Frankrijk zijn markt. Hij bezat meerdere fabrieken in Frankrijk. Hij was ook Napoleon’s hofleverancier voor uniformen en schoenen. Na de val van Napoleon vluchtte Bauwens naar Parijs, waar hij stierf.
Met de Hollandse Willem I kwam er een nieuwe afzetmarkt. En geen kleintje! Gent kon volop profiteren van de Hollandse overzeese handel die zich in alle windrichtingen uitstrekte.
Om snel toegang te krijgen tot de Nederlandse havens werd het Kanaal Gent-Terneuzen gegraven. Samen met maatregelen die de handel bevorderden en de oprichting van de Generale Bank/Maatschappij, kwam snel grote voorspoed.
Dit was anders toen het Koninkrijk België ontstond. Het sluiten van de grens met Nederland knipte de Gentse levenslijn met Holland en haar overzeese afzetmarkten door.
Crisis, hongerlonen en onderdrukking van de arbeiders waren Gent’s deel. Helaas moesten de arbeiders dit lot ondergaan tot aan het midden van de 20e eeuw, (Lees in het Archief 2015 van deze blog: Beluiken, stegen en de volksmens anno 1900) ondanks de bloei van de Gentse katoenspinnerijen vanaf het midden van de 19e eeuw. F.D.
Lees meer: Wie waren de pre-industriële textielpioniers? (Namen van pioniers in de late Oostenrijkse Tijd en de Napoleontische Tijd)
Lees verder: II. Hoe de Gentse textielreus ontstond
Lees ook op deze blog: