ENTREPRENEUR – Hoe de Gentse textielreus ‘UCO’ ontstond

header copie - aangepast persblog.be - kopie (2)persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina

ENTREPRENEUR/ STAD    03 april 2017 – Galveston, Desmet-Guéquier en de Filature de Hemptinne waren de eerste pijler waarop de moderne Gentse textielindustrie ontstond, door hun fusie tot Union Cotonnière in 1919.

Molenaarsstraat - achterkant Opgeëistenlaan
Molenaarsstraat – achterkant Opgeëistenlaan

In de jaren zestig van de vorige eeuw was het tijd voor een nieuwe, beslissende fusie. De Etablissements Textiles Fernand Hanus en de Union Cotonnière gingen samen met Loutex en vormden UCO.

Terug naar hoofdpagina

Lousbergs en de Hemptinne

Zowat in het midden van de 19e eeuw rees de ster van Ferdinand Lousbergs.

Keizer Karelstraat - Ingang Lousbergs naar Reep
Keizer Karelstraat – Ingang Lousbergs naar Reep

Zijn fabriek aan de Reep beschikte als eerste over door stoom aangedreven weefgetouwen. Zo niet nog belangrijker waren de uiterst performante Jacquard-getouwen die hij op punt liet stellen in zijn fabriek.

♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦

ARTIKELENREEKS TEXTIEL

“HET MANCHESTER VAN HET VASTELAND”

Molenaarsstraat - de Hemptinne Charles, Jules
Molenaarsstraat – de Hemptinne Charles, Jules

 I. Pre-industrieel Gents textiel  

II. Hoe de Gentse textielreus ontstond  

III. De oude Gentse textielbedrijven en de families

Rooigemlaan - Leiekaai - Filature de Royghem of Rooigem
Kaarderijstraat – achterkant Rooigemlaan – Filature de Royghem

Na de middeleeuwse glorietijd van de lakennijverheid en -handel, verzeilde het Gentse textiel in menige crises. In de loop van de negentiende eeuw groeide de stad uit tot het zogenaamde “Manchester van het vasteland”. Ondernemers bouwden een textielimperium uit, dat in twee stappen leidde tot het UCO van de 20e eeuw. – dat overigens, na een zwanenzang, in 2009 definitief het licht uitdeed.

◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊

Terug naar hoofdpagina

Door het huwelijk van zijn zuster Henriette met Félix-Joseph de Hemptinne kwam het imperium van Lousbergs in handen van laatst genoemde familie – die overigens ook al groot en machtig was in textiel.

Voormalige buurt "Het Luizengevechté achter de Filature de Rooigem
Voormalige buurt “De Kerremelkkoer” achter de Filature de Rooigem

De grote groei aan spinnerijen in Gent, aan het einde van de 19e eeuw, deed de nijverheid bijna de das om, gezien een bittere concurrentiestrijd ontstond. Het tij keerde met de oprichting van een sectoriële federatie die regulerend optrad. Jean de Hemptinne leverde er de voorzitter.

De crisis zorgde ook voor lamentabele levensomstandigheden voor de arbeiders. Talloze beluiken ontstonden in de schaduw van de fabrieken. Zo bv. ook “De Kerremelkkoer” achter de Filature de Rooigem. (Lees ook over de sociale omstandigheden bij Eugène de Hemptinne (1857-1930) in het Archief 2015 van deze blog: Beluiken, stegen en de volksmens anno 1900)

Terug naar hoofdpagina

Hanus en de Union Cotonnière
pic Jules Eric Bruyne
pic Jules Eric Bruyne

Een paar decennia later verzeilde de sector opnieuw in een crisis, ditmaal veroorzaakt door WOI. De bezetter had de fabrieken geplunderd. De afzetmarkten waren verwoest. De situatie voor de arbeiders werd nog schrijnender.

Om een nieuwe start te kunnen maken, gingen grote fabrieken fuseren. Dit gebeurde in 1919 met de oprichting van de Union Cotonnière – zeg maar de voorloper van het latere UCO. De fusie bestond uit drie partijen:

Terug naar hoofdpagina

Minnemeers - Desmet-Guéquier - MIAT
Minnemeers – Desmet-Guéquier – MIAT

De nieuwe katoengroep stelde meer dan duizend arbeiders te werk. De onderneming werd flink gestut op het vlak van bestuurders – Gérard Cooreman, Emile Jean Braun, Paul Hebbelynck – alsook op financieel vlak. Naast de bank kwam ook een privé-financier op de proppen die heel erg bepalend werd voor het succes van de fusiebedrijven: Fernand Hanus, zoon van een Wetterens notaris en wonende in Gent.

Deze vernieuwer bij de Union Cotonnière had de machines van zijn eigen Etablissements Textiles Fernand Hanus op een zeer handige wijze ten gelde gemaakt tijdens WOI. (Lees hierover op de blog: Onderbelichte gangmakers van UCO: Fernand en zus Aline)

Terug naar hoofdpagina

Ook Filature de Royghem in de Union Cotonnière
Ook Filature de Royghem in de Union Cotonnière

Fernand Hanus werd de drijvende kracht achter de fusievennootschap. Op elk terrein – strategie, technologische vernieuwing, markttoepassingen, sociaal beleid – was hij niet te evenaren. Bv.: Hij was de eerste in de textielsector in België die over een eigen elektrische centrale beschikte. Hij voerde als eerste een ploegensysteem in. In tegenstelling tot de anderen, lag zijn focus op afgewerkte geweven producten – niet op spinnen. Hij had fabrieken buiten Gent, bv. in Laarne.

Texas van Voortman - hoek Berouw-Blaisantvest
Texas van Voortman – hoek Berouw – Vogelenzang – Blaisantvest

Samen met zijn zus Aline Hanus – gehuwd De Landsheer – legde hij de basis van een sterke pijler in de Gentse textielindustrie voor de volgende fusie die het moderne UCO zou doen ontstaan. Aline had zich met haar deel van het in Engeland gemaakte familiefortuin, een derde gekocht van het textielbedrijf Texas van de familie Voortman, op de hoek van het Berouw en de Blaisantvest.

Vogelenzang - Villa - Voortman
Vogelenzang – Villa – Voortman

De familie had haar privéwoonst in de zogenaamde ‘Villa Voortman’ aan de Vogelenzang bij de Blaisantvest, die thans tot assistentieflats verbouwd wordt. Achter de villa lag de oorspronkelijke katoendrukkerij. Na de naamsverandering tot Texas breidde de fabriek uit tot aan het Berouw.

Terug naar hoofdpagina

Voortman en Hanet-Hanus
Keviestraat - hoek Langhalsstraat - - Cité Eugène de Hemptinne
Keviestraat – hoek Langhalsstraat – “Cité  de Hemptinne”

Tijdens de jaren 1920 beleefde de Gentse katoenindustrie een hausse. Tijdens die jaren stierf Fernand Hanus, in de fleur van zijn leven, aan een bloedvergiftiging. Twee zonen stapten toen in het bedrijf. Zijn weduwe, Marie-Louise Grondel, werd Voorzitter van de Raad van Bestuur.

Tegen het eind van de jaren 1930 pakten opnieuw donderwolken samen boven het Gentse textiel. De handel leed onder een internationale malaise.

Groene Vallei - voormalige vlasspinnerij de Hemptinne
Groene Vallei – kant Leiekaai – Eerder dan de buildings: voormalige vlasspinnerij de Hemptinne

Bv.: toen in 1938 de Société Linière La Lys van Félix-Joseph de Hemptinne de vlasspinnerij – aan de Groene Vallei – mechaniseerde, verloren duizenden thuiswerkers een inkomen. Slechte oogsten brachten nog meer sociale ellende.

Het bedrijf van Ferdinand Lousbergs ging failliet. In zijn gebouwen aan de Reep, deed het Sint-Bavo instituut haar intrede.

Terug naar hoofdpagina

Na WOII zag de wereld van de textiel in Gent er anders uit. Synthetische stoffen en goedkoop textiel uit derdewereldlanden, en uit communistische landen, stelden de fabriekseigenaars voor nieuwe uitdagingen. Ze namen de handschoen op door middel van een nieuwe fusie van ondernemingen. Dit gebeurde echter niet meteen na de oorlog, zoals bij de eerste grote fusie van textielbedrijven. Er was wat aanloop nodig.

Griendeplein - voormalige fabriek de Smet, later La Louisiane, nu hogeschool Odisee
Griendeplein – voormalige fabriek de Smet, later La Louisiane, nu hogeschool Odisee

Bij Texas, in de buurt van de Blaisantvest, nam baas Jacques Voortman in 1957 La Louisiane – opgericht door de gebroeders de Smet (-de Nayer) bij het Griendeplein – over, en fuseerde beide bedrijven onder de naam Loutex.

Met de Anciens Etablissements Fernand Hanus – dat de belangen behartigde van de verwanten van de overleden Fernand Hanus – vond zeven jaar later een uitwisseling van bestuurders plaats. Bij laatstgenoemd bedrijf had de jongste zoon van Fernand Hanus – René Hanet-Hanus – de touwtjes in handen, alsook bij de Union Cotonnière.

Bellevue - Gaston Crommenlaan - UCO
Bellevue – Gaston Crommenlaan – UCO

In 1967 vond de fusie plaats tussen de Union Cotonnière en Loutex, en werd, samen met UCO, de moderne Gentse textielnijverheid geboren. Er werden andere fabrieken overgenomen. Bv.: In 1972 werd Filature Nouvelle Orléans aan de Nieuwe Vaart, en in 1974 Weverijen Léon Declercq opgekocht. Na deze fusie was vrijwel de gehele Gentse katoenindustrie in handen van één bedrijf.

Terug naar hoofdpagina

De nieuwe vennootschap – met hoofdzetel aan de Bellevue in Ledeberg – heeft een steile opgang gekend. Ter illustratie volgt een sleutelmoment. Aan de Maisstraat werd in de jaren 1970 blue jeans gemaakt. In Laarne was sinds 1968 een zeer succesvol onderzoekslabo aan het werk voor de weverij en de veredeling. Vanaf 1980 was ze dit ook voor de spinnerij. Dit labo verwezenlijkte een technologische doorbraak in de jeansfabricatie.

Jacques Hanet - pic bluejeans.gent
Jacques Hanet, voormalig CEO – pic bluejeans.gent

Zo lezen we op de site van René’s zoon Jacques Hanet-Hanus, oprichter van het labo en voormalig bedrijfsleider van UCO: “Een revolutionair indigo verfprocedé om kettinggaren voor lichte jeansstoffen te produceren werd verwezenlijkt door de Gentse textielvennootschap UCO (…). Dit nieuwe verfprocedé heeft het oude Amerikaanse verfprocedé dat alleen garen kan verven voor zware jeansstoffen, bijna volledig verdrongen.”

Galveston - pic galveston.eu
Galveston – pic galveston.eu

In 1980 ging een golf van automatisering door het bedrijf. Dit was niet toevallig, want de internationale prijsconcurrentie woedde in alle hevigheid. De overheid ondersteunde de eigen bedrijven via het Textielplan – gaf geld voor innovaties – en appelleerde de consument aan de kwaliteit van de eigen textielbedrijven door middel van campagnes als ‘Mode, Dit is Belgisch’.

Het mocht niet baten. UCO bleek niet opgewassen tegen de concurrentie uit lageloonlanden. Als laatste UCO-vestiging, sloot in januari 2009 de fabriek aan de Maisstraat. F.D.

Lees verder: III. De oude Gentse textielbedrijven en de families

Terug naar hoofdpagina

NAAR ARCHIEVEN

Naar Facebook

Lees ook op deze blog:

Extra persblogbe - Gentse Entrepreneur - kopie (2) - kopiepersblog.be extra – Gentse Entrepreneur

STAD in 2016 - ARTIKELOVERZICHT
STAD in 2016-2017 – ARTIKELOVERZICHT