VOLK – De efficiënte architect Charles Van Rysselberghe


header copie - aangepast persblog.be - kopie (2)persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina

door Beatrijs De Vos

Mijn bevindingen over de telgen uit het gezin Van Rysselberghe zijn zo talrijk geworden dat ik ze heb gegroepeerd in negen verhalen. We zullen die per drie aan je voorstellen. 1. Het gezin Van Rysselberghe  2. François  3. Charles (hieronder)  4. Julien 5. Octave: loopbaan 6. Octave: drie opmerkelijke gebouwen 7. Theo  8. Sylvie & Max  9. Jenny

LEVEN

VOLK/  STAD – 10 januari 2022 – Charles/Karel Van Rysselberghe wordt geboren in Meerle (Hoogstraten) op 25 juli 1850. Hij studeert aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent. Aan het einde van zijn opleiding (24j) neemt hij deel aan een architectuurwedstrijd in Gent (1874) en behaalt de eerste prijs, vergezeld van zeer lovende commentaren. Zijn broer Octave (19) behaalt een tweede prijs.

Charles, geportretteerd door Henri Van Melle (1859 – 1930) – pic vlaamsekunstcollectie MSK Gent

Charles werkt aanvankelijk in diverse stedelijke bouwdiensten en twee jaar als adjunct-architect van de stad Oostende (1877-1879) Bron: Jan Steeman, waar hij heel wat ervaring opdoet. Die brengt hij aan in zijn sollicitatiebrief voor de functie van stadsarchitect in Gent. Hij wordt er aangesteld (29) in 1879 in opvolging van zijn leraar en stadsarchitect Adolphe Pauli (1820 – 1895). Hij wordt ook leraar bouwkunde (32) aan de Gentse Academie (1882).

Vismijn in Oostende, ontworpen door Charles. Wegens de ronde vorm werd die door de Oostendenaars ook ‘De Cirk’ genoemd. (foto 1910, afgebroken ca. 1936) – pic deplate.be

Charles (28 jr) huwt met Emma Housmans (1843 – 1899) op dezelfde dag als zijn broer Julien huwt met haar zus, Louise (11 januari 1879). Zij krijgen vier kinderen: Marguerite (1878), Frédéric (1879), René (1881) en Paul (1883). In 1893 wordt hij voogd van de vier kinderen van zijn overleden schoonbroer Ernest Housmans. Die is op 40-jarige leeftijd omgekomen bij een scheepsramp (1889) en vier jaar later sterft zijn echtgenote Theresia Bossut op 33-jarige leeftijd. De kinderen worden ingeschreven op het adres van Charles (43 jr).
Zes jaar later overlijdt zijn echtgenote op 56-jarige leeftijd (1899). Het volgende jaar hertrouwt hij (50 jr) met Marie De Nijs (1852 – 1917).

Intussen is hij bezig geweest een ‘vastgoedpatrimonium’ op te bouwen in de Sint-Pietersstationsbuurt. In de driehoek tussen de Lostraat, de Koningin Elisabethlaan en de (toen nieuw aangelegde) Koningin Astridlaan koopt en verkoopt hij in verschillende fasen grond, waarop hij bouwt en verbouwt aan een eigen “charmante woning, helemaal omgeven door schaduw, gras en bloemen” met ”een lusttuin en een moestuin (…), beplant met fruitbomen en andere, en waarop een prachtige serre is opgetrokken met wijnstokken” (1902). Hij bouwt er naderhand ook opbrengstwoningen. Bron: Jan Steeman

Het rood omlijnde deel valt min of meer samen met het eigendom van Charles Van Rysselberghe na de aanleg van de Koningin Astridlaan (gegevens van en afbeelding naar Jan Steeman)
Ensemble van vier woningen (Lostraat, nrs 1-3-5-7, zie plan) naar ontwerp van Charles Van Rysselberghe – 1907

Charles gaat op zijn 62ste met pensioen als leraar aan de Academie in 1912 en  vier jaar later als stadsarchitect, in 1916.

Zijn echtgenote overlijdt het volgende jaar (1917).
In 1919 gaat hij in Nice wonen, dicht bij zijn jongste twee broers, Octave en Theo, die allebei een verblijf hebben aan de Côte d’Azur. Daar overlijdt hij op 30 april 1920, bijna 70 jaar oud. Zijn graf is er intussen geruimd.

WERK

Charles was gedurende 37 jaar stadsarchitect in Gent en heeft in die tijd veel opmerkelijke openbare gebouwen gerealiseerd, waaronder meer dan 30 scholen (ref. Jan Steeman) en een aantal sociale wooncomplexen. Hij was ook nauw betrokken bij restauraties en verbouwingen van historische gebouwen, bv. uitbreidingen van de Lakenhalle en de Academie en de transformatie tot muziekconservatorium van gotische gebouwen.

Basisschool Désiré Van Monckhoven
D. van Monckhovenstraat 46 – in 1982 – pic beeldbank.onroerenderfgoed.be

Qua stijl blijft Charles bij het in die tijd gangbare eclectisme, meestal neoclassicisme, ook neorenaissance. Hij is een overtuigd verdediger van het klassieke ideaal in de opleiding van architecten.

Tot zijn meesterwerken behoren het Museum voor Schone Kunsten in het Citadelpark en De Cirk, een complex van sociale woningen in de Zebrastraat.

MSK

Het Museum voor Schone Kunsten is gebouwd van 1898 tot 1904. Reeds in 1911 werd het uitgebreid, ook naar ontwerp van Charles, in het vooruitzicht van de Wereldtentoonstelling in 1913. Begin deze eeuw is het gerestaureerd (2003 – 2007).

MSK – pic Stad Gent

Het MSK is een tempel voor de kunst. Onder meer de Ionische zuilen aan de voorgevel en de frontons op de vier hoeken zijn ontleend aan de klassieke Griekse tempel. Die kenmerken behoren tot de neoclassicistische stijl.
Het gebouw heeft een half-ondergrondse kelder met vensters. Het museum zelf ligt boven het maaiveld. Aan de inkom zijn er elf traptreden, wat herhaald wordt bij de overgang naar de later toegevoegde zuidelijke vleugel, die dus nog hoger ligt.
Het museum bestaat uit één bouwlaag, met een laag zinken dak. Daarin bevinden zich vensters, die zorgen voor een goede verlichting van de expositiezalen. Voor deze principes maakte Charles een studie van de belangrijkste Europese musea.

MSK – Grondplan met de talrijke punten die toegang geven tot 3 (of zelfs 4) zalen. Ook de overige doorgangen bevinden zich in de regel in de hoeken van de zalen. Het zicht op het dak toont de vensters die van bovenaf licht in de zalen geven. – pic kuleuven.be & Google Maps

Het interieur is zeer functioneel. Het plattegrond is symmetrisch, er zijn grote en kleine expositiezalen voor verschillende thema’s en de doorgangen van de ene zaal naar de andere zijn in de hoeken geplaatst. Ze verbinden vaak drie zalen. Daardoor is een vlotte doorgang verzekerd en zijn brede wanden beschikbaar voor het ophangen van de kunstwerken.

Charles hecht veel belang aan het groen rond zijn museum. Hij maakt een interviewer erop attent “hoe prachtig het gebouw door het landschap omlijst wordt”.

Cirk

In 1904 wordt de Gentse Maatschappij der Werkerswoningen opgericht om goedkope huurwoningen te bouwen voor arbeiders. De maatschappij is enkele keren van naam veranderd en gefusioneerd en heet sinds 2008 WoninGent.

Gedenksteen op De Cirk – Charles of Karel  Van Rysselberghe is er vermeld als beheerder van de Maatschappij der Werkerswoningen en als ‘bouwmeester’ (pic uitklikbaar)

Charles (54 jr) behoort tot de oprichters ervan. Als stadsarchitect biedt hij zich aan als onbezoldigd architect van de maatschappij. In deze functie tekent hij de plannen voor heel wat sociale woningen, o.m. voor een complex aan de Zebrastraat, dat wegens zijn ronde vorm al snel de naam De Cirk kreeg.

Grondplan van De Cirk – pic masterscriptie Marleen Struye, UGent

Het woonhof De Cirk is gebouwd in 1906-1908. Toen was Charles 58 jaar. Het omvatte 13 huizen aan de Zebrastraat, waarvan 2 winkels, met een centrale doorgang naar een ellipsvormig binnenplein. Rond dat plein waren naast de doorgang 4 huizen voorzien en rondom 60 appartementen, verdeeld over tien panden van drie bouwlagen. Omwille van de dure bouwgrond ging men in de hoogte bouwen. In 1930 werd een vierde bouwlaag met nog 20 appartementen toegevoegd naar ontwerp van Oscar Van de Voorde. In 2005 werd De Cirk gerenoveerd met respect voor de oorspronkelijke architectuur.

Charles besteedt veel aandacht aan een goede afscheiding tussen de verschillende woningen (een eigen ingang en balkon) en aan hygiëne (in ieder appartement een toilet en vuilniskoker). Het is arbeidershuisvesting die aan een wat hogere standaard beantwoordt dan de gebruikelijke beluiken.

De Cirk in 2001 -pic beeldbank onroerend erfgoed – Vlaamse Gemeenschap
De Cirk na de restauratie – pic Zebrastraat

Ondanks het opzet van een groot aantal gelijke woningen en de beperkte middelen slaagt Charles erin om eentonigheid te vermijden. Het ellipsvormige plein is origineel, met ruimte voor beplanting, en zorgt ook voor voldoende daglicht in het gebouw. De rode bakstenen gevels zijn versierd met een lijst in natuursteen, stroken in gele baksteen en een muizentandlijst onder de vensters op de eerste verdieping. De verticale stroken boven elke deur (deurtraveeën), met een traphal, zijn halfrond – nu bepleisterd en geel geschilderd.

In de Inventaris Onroerend Erfgoed is het besluit: “Dit complex werd binnen de thematische inventarisatie van het sociale woningbouwpatrimonium zeer hoge tot uitzonderlijke erfgoedwaarde toegekend (top van de selectie).”

PERSOONLIJKHEID

Charles maakt op het eerste gezicht een bedaardere, meer conventionele indruk dan zijn broers: de gepassioneerde wetenschapper François en de wat meer mondaine, op vernieuwing gerichte architect Octave. Maar ook bij hem zie je – wat je kan noemen – de “Van Rysselberghse combinatie” van scherpzinnigheid, praktische en sociale ingesteldheid en zin voor schoonheid.

Terwijl hij zijn ontwerpen nauwgezet afstemt op de functie van het gebouw, verliest Charles het esthetische nooit uit het oog, ook niet bij kleinere gebouwen met een zuiver praktische functie. Zo was de Andriesschool volgens een gemeenteraadslid “veel te mooi voor een school”. Kenmerkend is ook de handige manier waarop hij zijn eigen vastgoedpatrimonium uitbouwt en tegelijkertijd bijdraagt tot de opwaardering van die wijk, zoals Jan Steeman beschrijft.

Verschillende auteurs hebben het over zijn “ingenieuze”, “slimme”, “innovatieve” aanpak. In het MSK is er de ingenieuze plaatsing van de deuren en de efficiënte verlichting door vensters in het dak. Voor de concertzaal van het conservatorium “wist hij op een slimme manier een aantal akoestische en esthetische valkuilen te vermijden.” Het U-vormige balkon vooraan (nu verdwenen) “diende als podium voor het koor, een innovatieve oplossing voor het courante balansprobleem tussen koor en orkest.” Volgens een artikel in La Flandre libérale bij de opening van die zaal (1903) was alles tot in de perfectie uitgewerkt: “een meesterwerk”. (Jeroen Billiet)

Achtersikkel – Concertzaal van het Conservatorium, met het door Charles ontworpen balkon voor het koor – pic gent-geprent.com

Bij zijn pensionering aan de Academie wordt Charles of Karel met veel eerbetoon uitgeleide gedaan. Geo Verbanck (1881-1961), oud-leerling van de Academie, maakt een gedenkplaat, “aangeboden aan de familie (!) Van Rysselberghe”. De toespraken worden gebundeld in een “Huldebetooging aan Karel van Rysselberghe: aangeboden ter gelegenheid van zijn aftreden als professor van den hoogsten leergang van bouwkunde, ingericht op 28 April 1912.

pic geertvandamme.blogspot.com Werk Van Geo Verbanck

KIJK ROND IN GENT

Charles/ Karel Van Rysselberghe was een echte Gentenaar, die het beeld van de stad sterk mee bepaald heeft. Je komt in heel Gent werk van hem tegen.

 huis – voor de Gas-, Water- en Elektriciteitsdienst (Bron: Jan Steeman)
 Belfortstraat 18
 1904
 eclectische stijl

Belfortstraat

Op de begane grond een brede boog met bij de aanzet een gesculpteerde kat en aap. Het deel onder de boog is er niet meer. Bron

 Hoekhuis – uitbreiding voor de Gas-, Water- en Elektriciteitsdienst. Bron: Jan Steeman 
 Belfortstraat 24, op de hoek met de Kammerstraat
 1913
 eclectische stijl

Belfortstraat, hoek Kammerstraat

Indrukwekkend hoekhuis met een hogere afgeronde hoektravee uit natuursteen. Op de begane grond ruime korfboogvormige muuropeningen met boogomlijsting. Bron

 Schoolgebouw: Andriesschool. Genoemd naar schepen Karel Andries (1821-1878), die geijverd had voor deze aanvankelijk kosteloze meisjesschool in Ekkergem.
 Antonius Triestlaan 10
 1882 – gedateerd op de gevel
 neo-Vlaamse-renaissancestijl

Antonius Triestlaan, Ekkergem – Andriesschool

H-vormig grondplan, ommuurde tuin met grote plataan. Boven de ingang het opschrift Andriesschool, het Gents wapenschild en een grote arduinen wereldbol die de kennisoverdracht symboliseert. Dit gebouw vond een van de gemeenteraadsleden “veel te mooi voor een school”. Bron

 Schoolgebouw
 Kaprijkestraat 12
 1887-88
 neo-Vlaamse-renaissancestijl, geïnspireerd op de Italianiserende renaissancerichting.

De fries met cartouche bovenaan was oorspronkelijk voorzien van een opschrift. We weten niet meer hetwelk. De speelplaats achteraan sluit aan op het buurtpark bij de Blaisanterie. Bron

Kaprijkestraat

 Schoolgebouw: Laurent Instituut. Genoemd naar François Laurent (1810 – 1887), rechtsgeleerde en historicus. Hij was ook de geestelijke vader van het schoolsparen.
 Onderstraat 10
 1902

 neo-Vlaamse-renaissancestijl

Onderstraat, Laurentinstituut

Op deze plaats stonden twee gotische gebouwen: het Wulfaert-Vilainsteen (14de eeuw) en rechts daarvan het Hof van Schardau (16de eeuw). In 1623 kocht de stad beide gebouwen en huisvestte er achtereenvolgens verschillende scholen. In 1887, het sterfjaar van François Laurent, werd de school naar hem genoemd. De gebouwen waren intussen bouwvallig geworden. Het Wulfaert Vilainsteen werd afgebroken en in 1902 vervangen door het huidige schoolgebouw naar ontwerp van Karel/ Charles Van Rysselberghe. Het Hof van Schardau werd in 1903 ingrijpend gerestaureerd. Lees op deze blog meer over de Ondertraat

De vierkante toren staat boven het Werregarenstraatje – Graffitistraatje.
Centraal boven de kleine loggia het opschrift ‘Institut Laurent’. Rond de vensters reliëfplaten met putti en banderollen met tekst die verwijst naar de didactische functie van het gebouw: ‘vooruitgang, verlichting – orde, tucht – beschaving, voorspoed – moed, vlyt’. Bron

 Schoolgebouw: Rijksmiddelbare School
 Bisdomkaai 1
 1890 – gedateerd op boogveld van dakvenster
 neo-Vlaamse-renaissancestijl
Toegeschreven aan Charles/ Karel Van Rysselberghe door Albert Sugg (1869-1936), die vermoedelijk betrouwbaar is als tijdgenoot en nauwgezette uitgever van postkaarten met zichten.

pic Albert Sugg – beeldbank.stad.gent

Hoog hoekhuis met brede voorgevel; afgeronde hoek die overgaat in een achthoekige hoektoren. Centraal onder het dakvenster een paneel met de naam Rijksmiddelbare school. Bron

 Sociaal appartementsgebouw
 Een complex tussen de Rooigemlaan (350-378) en het Biezenstuk (103-123)
 1912-1913, geslaagde verbouwing (achterbouw) in 1994 door architect Johan Raman
 cottagestijl

Rooigemlaan

Gelijkaardige projecten met identieke gevels: aan de Zonnebloemstraat 12-58 (1912, 24 appartementen) en aan de Roggestraat 118 (1914, 12 appartementen)

Gerealiseerd door de sociale huisvestingsmaatschappij ‘Gentse Maatschappij der Werkerswoningen’. Behoort met De Cirk in de Zebrastraat (1906-1908) tot de eerste initiatieven voor een betere arbeidershuisvesting.
Oorspronkelijk was dit een complex met 42 appartementen: 24 woningen aan de Rooigemlaan, 18 aan het Biezenstuk en 4 winkels. Bij de verbouwing in 1994 werd het aantal appartementen herleid tot 26.
De voorgevels bleven grotendeels behouden, met de opeenvolging van puntgevels met houten overluifelingen (cottagestijl) en brede vensters met balkon op de bovenverdiepingen. De gevel maakt eerder de indruk van een rij burgerwoningen dan van een appartementsgebouw. Bron1 Bron2 Bron3

 Brandweerkazerne met woningen voor het personeel
 Londenstraat 96-126
 1901 – 1902
 neotraditionele (historiserende) stijl

Londenstraat

Eind 19de eeuw was er een brandweerkazerne in de Academiestraat (sinds 1891). Bij de loodsen voor de opslag van ruw katoen in het oostelijk havengebied was er ook een nodig (1885-1892). De kazerne omvatte een loods voor het materiaal, burelen en 16 woningen voor het brandweerpersoneel: 8 aan de straatkant (4 aan elke kant van de centrale doorrit) en 8 naast het binnenplein (5 rechts en 3 links).
Boven de ruime rondboogpoort bevindt zich een paneel met opschrift ‘Brandweer’. Historiserend zijn de twee trapgeveltoppen, de getrapte dakvensters en de vier achtkantige torentjes met spits. Bron

 Muziekkiosk
 gelegen in het noordelijk gedeelte van het Citadelpark; rondom bloemenperken en een krans van aan elkaar gegroeide linden
 ontworpen in 1884, uitgevoerd in 1885
 eclectische stijl

Muziekkiosk Monterey

Gietijzeren constructie op hoge natuurstenen sokkel met achthoekige plattegrond. De kiosk is versierd met Nikèfiguren (gevleugelde godin van de overwinning), griffioenen (fabeldier, combinatie van leeuw en adelaar) en palmetten (gestileerde palmbladeren). Bron

Kiosk – pic Beatrijs De Vos

 Conservatorium – Achtersikkel
 Biezekapelstraat, ingeplant rondom een open pleintje, van de straat afgesloten door een ijzeren hek.
 Het complex met de historische gebouwen de Grote Sikkel, de Zael, de Zwarte Moor (alle aan de Hoogpoort) en de Achtersikkel (aan de Biezekapelstraat) werd eind 19de eeuw aangekocht door de stad. In de eerste jaren van de 20ste eeuw is het ingrijpend gerestaureerd (volgens de normen van die tijd) en ingericht als muziekconservatorium.
 neostijl: hier imitatie van 15de-16de-eeuwse stijl

Biezekapelstraat
Biezekapelstraat

De Achtersikkel omvat gebouwen uit verschillende perioden en uit verschillende materialen opgetrokken. Bij de verbouwing en restauratie is een deel gesloopt. Zo kwam er een pleintje met zicht op de Achtersikkel en ruimte voor de bouw van een concertzaal in het conservatorium. Voor de buitenkant daarvan (aan de linkerkant als je voor het hek staat) maakte Karel/ Charles Van Rysselberghe een ontwerp in dezelfde stijl als de overige gebouwen (aan de rechterkant), die uit de 14de – 16de eeuw dateren – wel gerestaureerd volgens de normen van die tijd. Hij gebruikte eveneens baksteen en zandsteen en ontwierp vergelijkbare architectuurelementen: op de begane grond een gaanderij met bogen, eenzelfde type vensters, een trapgevel en getrapte dakvensters, een zadeldak (leien). Bron

Noten

Taal
De familie was van oorsprong Nederlandstalig. Naarmate ze hoger klommen op de sociale ladder, gebruikten ze Frans, zoals toen gebruikelijk was of zelfs verplicht bij de intelligentsia. (Gustave Van der Mensbrugghe mocht vanaf 1890 ook twee cursussen in het Nederlands geven aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte in Gent. De universiteit werd pas in 1930 definitief vernederlandst.)

De Van Rysselberghes waren perfect tweetalig. Aan de Academie was Nederlands de omgangstaal. Bij de ‘Huldebetooging’ ter gelegenheid van de pensionering van Charles zijn de toespraken van zijn collega’s en het antwoord van de gevierde dus in het Nederlands. Ook op de penning die hij bij die gelegenheid krijgt (en op de gedenkplaten aan sommige van zijn gebouwen) staat “Karel (K.)” Van Rysselberghe. Maar burgemeester Braun – ook aanwezig! – houdt een toespraak in het Frans, de taal van de administratie.

“Karel” werd meestal als “Charles” aangesproken.

Eigendommen 
Neoclassicisme
Gebouwen – en kunst in het algemeen – uit de oudheid, vnl. uit Griekenland, werden vanaf de renaissance als een ideaal beschouwd en kenmerken ervan bleven bijna de hele verdere architectuurgeschiedenis in meerdere of mindere mate aanwezig, vandaar de verwijzing naar ‘klassieke’ kunst in de benaming (NEO)CLASSICISME. Ze waren essentieel in de opleiding zoals die gegeven werd in kunstacademies tot het einde van de 19de eeuw. De Franse Académie des Beaux-Arts had grote invloed in Europa, zodat men ook spreekt van ACADEMISME.

Charles Van Rysselberghe over de bomen en planten rond zijn museum
«Loin de faire abattre les arbres qui masquent à dessein certaines parties de l’édifice et en allègent la masse, je veux que des plantes grimpantes s’y suspendent librement, habillant les pans de murailles nues de jeunesse et de fraîcheur. Si j’ai choisi le style grec, c’est que nul autre n’aurait répondu aussi bien à la destination du bâtiment et vous voyez que le paysage l’encadre à merveille.»

Concertzaal van het conservatorium
Jeroen Billiet, Miry concertzaal: een korte geschiedenis

Belangrijkste bronnen

Inventaris Onroerend Erfgoed
Marleen Struye, Karel Van Rysselberghe, architect: zijn leven en werk (1850-1920)
Jan Steeman, Charles Van Rysselberghe aan de slag als adjunct-stadsarchitect in Oostende (1877-1879)
Jan Steeman, Charles Van Rysselberghe bouwt in Sint-Pieters-Buiten, Deel 3. Eigendommen en huizen
Huldebetooging aan Karel van Rysselberghe : aangeboden ter gelegenheid van zijn aftreden als professor van den hoogsten leergang van bouwkunde, ingericht op 28 April 1912

1. Het gezin Van Rysselberghe  2. François  3. Charles (hierboven)  4. Julien 5. Octave: loopbaan 6. Octave: drie opmerkelijke gebouwen 7. Theo  8. Sylvie & Max  9. Jenny

Terug naar hoofdpagina

 

Naar Facebook

Lees ook op deze blog:

STAD – ARTIKELOVERZICHT 2022-2023-2024
VOLK – ARTIKELOVERZICHT 2022-2023-2024