VOLK – Octave Van Rysselberghe, de veelzijdige architect


header copie - aangepast persblog.be - kopie (2)persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina

door Beatrijs De Vos

Mijn bevindingen over de telgen uit het gezin Van Rysselberghe zijn zo talrijk geworden dat ik ze heb gegroepeerd in negen verhalen. We zullen die per drie aan je voorstellen. 1. Het gezin Van Rysselberghe  2. François  3. Charles  4. Julien  5. Octave loopbaan (hieronder)  6. Octave: drie opmerkelijke gebouwen  7. Theo  8. Sylvie & Max  9. Jenny

VOLK/ STAD – 16 januari 2022De realisatie van de Koninklijke Sterrenwacht in Ukkel is de eerste grote opdracht voor architect Octave Van Rysselberghe. Later bouwde hij het Gentse warenhuis Dutry-Colson. Vanaf het einde van de 19de eeuw gaat hij hotels bouwen, zowel in België als daarbuiten. Tegelijk blijft hij in Gent en Brussel woningen optrekken.

Bij Octave zien we een grote gedrevenheid en werkkracht, samen met een gezonde ambitie. Anders dan François, Charles en Julien werkt hij hoofdzakelijk zelfstandig. Zijn werkterrein wordt veel ruimer: zijn realisaties zijn te vinden van de Belgische kust tot in Brussel, Wallonië en in het buitenland.

Ook zijn stijl evolueert: hij gaat mee met de ontwikkelingen van zijn tijd. Hij is geen radicaal vernieuwer, maar toont wel steeds een persoonlijke aanpak.

Theo Van Rysselberghe, portret van Octave Van Rysselberghe (1912) – pic grandhotelbellevue.be

LEVEN EN WERK

Octave wordt geboren in Minderhout (Hoogstraten) op 22 juli 1855. Hij studeert architectuur aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent, zoals zijn oudere broer Charles. Daar studeert hij af in 1874 (19 jr). Hij behaalt twee keer een ‘tweede prijs’ in de ‘Prix de Rome‘ (1875 en 1879). De studiereis naar Italië die daarbij hoorde, heeft wellicht bijgedragen aan de Italianiserende tendens die constant is in zijn oeuvre. Als beginnend architect loopt Octave dan stage bij Joseph Poelaert (1817 – 1879), die op dat moment bezig is met de bouw van het Justitiepaleis in Brussel.

In 1880 huwt hij (25 jr) met Mathilde Vereecken. Zij krijgen drie zonen: Edgard (1871), Robert (1882) en Edmond (1890).

In een eerste periode werkt Octave volgens de stijlen die hij in zijn opleiding heeft meegekregen. Dat is in het algemeen NEOCLASSICISME, vaak meer specifiek NEORENAISSANCE.

Sterrenwacht, KMI – Brussel

De eerste grote opdracht van Octave is de bouw van de Koninklijke Sterrenwacht. Die instelling verhuist naar het landelijke Ukkel. In Brussel is er te weinig ruimte en het wordt er te druk.
De directeur, Jean-Charles Houzeau, heeft in 1876 François Van Rysselberghe in dienst genomen als meteoroloog en betrekt hem bij de plannen voor de nieuwe vestiging.

De Sterrenwacht toen Ukkel nog landelijk was – pic www.bruzz.be

In 1880 wordt daarvoor een beroep gedaan op Octave (27 jr), meer dan waarschijnlijk op aangeven van François. In een eerste fase werkt ook Charles even mee. De werken starten in 1883, de verhuizing kan pas in 1890 plaatsvinden.

Het terrein van 12 ha in Ukkel wordt omringd door een cirkelvormige laan, de Ringweg. Octave ontwerpt daarin een complex dat op de eerste plaats functioneel moet zijn: verspreide gebouwen en paviljoens voor observaties, verbonden door boven- en ondergrondse galerijen. Sterrenkunde en meteorologie waren lange tijd als een wetenschappelijk geheel beschouwd. Nu worden de twee diensten duidelijk gescheiden, met een grotendeels symmetrisch plan, dat hen onafhankelijk van elkaar laat functioneren. Pas in 1913 worden het twee autonome instituten.

Het complex is verder voortdurend geëvolueerd en aangepast, maar heel wat gebouwen zijn nog van Octave. Ze zijn neoclassicistisch van stijl.

(A) woning van de directeur van de Sterrenwacht
(B) woning van de directeur van het KMI (meteorologische dienst)
regiedergebouwen.be
Directeurswoning, Ringlaan, Ukkel – pic monument.heritage.brussels/nl/
buildings/27031

Warenhuis – gent

In 1885 bouwt Octave (30 jr) het warenhuis Dutry-Colson in de Veldstraat in Gent, een imposant gebouw, neorenaissance van stijl.

Op dit gebouw wordt nader ingegaan in deel 6. ‘Octave Van Rysselberghe: drie gebouwen, drie stijlen’.

Warenhuis Dutry-Colson, met details
Hotels – internationaal

Vanaf het einde van de 19de eeuw krijgt Octave opdrachten van de ‘Compagnie Internationale des Grands Hôtels‘, filiaal van de ‘Compagnie Internationale des Wagons-Lits’. Waarschijnlijk is het zijn broer Theo die hem in contact gebracht heeft met de eigenaar, Georges Nagelmackers. Die heeft grootse plannen: met een internationale luxe hotelketen de klanten ook voor en na hun treinreis een kwalitatief goed onderdak bieden.

Theo Van Rysselberghe, portret van Georges Nagelmackers (1897) – pic Wikimedia – Christie’s

Rond de eeuwwisseling ontwerpt Octave voor die keten toeristische verblijven in Oostende, Cherbourg, Monte-Carlo, Sint-Petersburg en Tunis. Lang niet alles wordt gerealiseerd, maar hij doet ervaring op en wordt zelfs specialist in de hotelbouw.
Zijn reusachtige ‘Royal Palace hotel‘ in Oostende (in samenwerking met Georges Chedanne) wordt ingehuldigd op 12 augustus 1899 (44 jr).

Theo Van Rysselberghe, Royal Palace Hotel
Lithografie (1898 of 1899) – pic : www.deplate.be/affiche-royal-palace-hotel
Het Royal Palace Hotel te Oostende (12/08/1899, foto ca. 1900) – pic www.deplate.be, Van Caillie André

particuliere woningen – brussel, gent

Op het einde van de 19de eeuw gaan kunstenaars zich afzetten tegen het “steriele academisme”, met het impressionisme in de schilderkunst en de ART NOUVEAU in bouwkunst en interieurkunst (ca. 1890 – 1914). Octave gaat mee met die ontwikkeling. Met Paul Hankar (1859-1901), Victor Horta (1861-1947) en Henry Van de Velde (1863-1957) draagt ook hij ertoe bij dat Brussel tijdens de belle époque uitgroeit tot de hoofdstad van de art nouveau.

Nog via zijn broer Theo komt Octave in contact met Paul Otlet, voor wie hij het Huis Otlet (Hôtel Otlet) bouwt in Elsene (1894 – 1898). Henry Van de Velde verzorgt de binnenhuisarchitectuur. Die is rijkelijk uitgewerkt in art-nouveau-stijl. Het gebouw van Octave (ca. 40 jr) toont een soberder vorm van deze stijl.

Huis Otlet, Octave van Rysselberghe – pic Wikipedia, EmDee
Huis Otlet, interieur van Henry Van de Velde – pic art.nouveau.world Ⓒ Bruxelles 5

Op dit gebouw wordt nader ingegaan in deel 6. ‘Octave Van Rysselberghe: drie gebouwen, drie stijlen’.

Naast werk voor grote opdrachtgevers bouwt Octave dus ook particuliere woningen op vraag van vrienden en bewonderaars, hoofdzakelijk in Brussel. Ook in Gent is er een te vinden: op de Elisabethlaan bouwt hij (55 jr) een “burgerhuis in een meer verzakelijkte nieuwe stijl” (1910). Kenmerkend voor de art nouveau zijn nog de mozaïekvloer in de inkom en de waterlijst eindigend op voluten aan het bovenlicht bij de deur. Het imitatievakwerk op de gevel leunt aan bij de cottagestijl.

Koningin Elisabethlaan, Gent – pic Beatrijs De Vos – Inventaris Onroerend Erfgoed
Eigen woningen – Brussel, Côte d’Azur

Octave bouwt zowel voor zichzelf als voor Theo een huis in Elsene en een vakantiehuis in Le Lavandou – Saint-Clair, aan de Côte d’Azur.
• In 1891-94 in Elsene een huis met kunstenaarsatelier voor Theo (Abdijstraat 63),
• In 1906 in Le Lavandou een huis voor zichzelf,
• In 1910 in Le Lavandou een huis voor Théo, in dezelfde straat als zijn eigen huis, nu Avenue Van Rysselberghe,
• In 1912 in Elsene een nieuw huis voor zichzelf (Livornostraat 83), vrij dicht bij dat van Theo en bij het Huis Otlet. Het is een van zijn laatste werken. Hij is dan 67.

Eigen woning van Octave,
Livornostraat 83, Elsene (1912)
pic www.waymarking.com
Woning voor Theo, Abdijstraat 63, Elsene (1891-94, garagepoort van 1968) pics monument.heritage.brussels / fondation-catherine-gide.org PH-16-139

Ook deze eigen woningen, waarvoor de architect autonoom keuzes kan maken, tonen de diversiteit in het oeuvre van Octave. Het volstraat de afbeeldingen te vergelijken.
• De stijl van zijn eigen huis in Elsene is eclectisch, maar toont vooral zijn soberder variant van de art nouveau. Het is een hoekwoning op een smal perceel, met een hoektoren waarin zich de trap bevindt.

Theo Van Rysselberghe in zijn huis in Elsene. Hij woonde hier van 1892 tot 1898 – pic fondation-catherine-gide.org PH-16-138

• Het huis van Theo in Elsene is traditionalistisch van stijl, met asymmetrische gevelopbouw, erkers, meerdelige vensters met luikjes, decoratieve panelen, gebruik van hout …
• De twee huizen in het Zuiden van Frankrijk zijn eenvoudig gehouden. Het ontwerp is aangepast aan de lokale stijl, met o.a. een pannendak en een génoise aan de dakrand.
In zijn eigen huis ontwerpt Octave ook het volledige interieur, in de traditie van de art nouveau.

De woning van Theo in Le Lavandou – Saint-Clair, ontworpen door Octave (1910) – pic www.tripadvisor.fr
De eigen woning van Octave
in Le Lavandou – Saint-Clair (1903) – pic culture.gouv.fr

Kusttoerisme – Oostende, Westende

Octave is in de loop van de jaren een welstellende zakenman geworden, die op zijn strepen staat. Als vergoeding voor zijn werk voor de Compagnie des Grands-Hótels heeft hij gronden verworven aan de zeedijk in Oostende-Mariakerke. Daarop bouwt hij voor eigen rekening Le Ponant (Villa du Ponant, ca. 1900). Het is een gebouw van vijf verdiepingen met appartementen om te verhuren.

Villa du Ponant, zeedijk 115, Oostende-Mariakerke – foto ca. 1900 – pic www.deplate.be

Dat was een nieuw concept voor die tijd en vermoedelijk het eerste in zijn soort aan de Belgische kust. Hij zou aan het geld daarvoor gekomen zijn na een conflict met Leopold II. Octave “zou een 12 verdiepingen hoog appartementsgebouw aan het optrekken geweest zijn nabij het Koninklijk chalet. Leopold II eiste afbraak tot op normale hoogte, maar stuitte op het verzet van Van Rysselberghe. Na een geding zou de vorst zich verplicht hebben gezien het gehele gebouw te kopen.” (Norbert Hostyn, XX. De gebroeders Van Rysselberghe)

Tegen het einde van de 19de eeuw begint de sterk versierde art nouveau al plaats te maken voor het MODERNISME, een rationele en functionele stijl, zonder toegevoegde versiering en met gebruik van nieuwe materialen en technieken.

Le Ponant is al modernistisch: soberder en strakker van vormgeving – vergelijk met het gebouw ernaast op de foto. Alleen de houten balustrades maken het levendiger.
Zoals het ‘Royal Palace hotel’ en de meeste gebouwen aan de kust uit die tijd heeft ook Le Ponant de verwoestingen van de eerste wereldoorlog en de latere sloop- en bouwwoede in de immobiliënsector niet overleefd.

Een van de zeldzame grote gebouwen aan de kust dat die vernielingen wel overleefd heeft, is het ‘Grand Hôtel Bellevue‘ of “de Rotonde” in Westende (1909-11), het meesterwerk van Octave (ca. 50 jr). Ook dit gebouw evolueert qua stijl naar modernisme.

Grand Hôtel Bellevue, Westende / pic Wikimedia, Paul Hermans (pic uitklikbaar)

Op dit gebouw wordt nader ingegaan in deel 6. ‘Octave Van Rysselberghe: drie gebouwen, drie stijlen’.

Op rust – Côte d’Azur

In 1906 (51 jr) is Octave’s echtgenote Mathilde overleden op 48-jarige leeftijd. Hij hertrouwt (59 jr) in 1914 met Suzanne De Boeck (1875 – 1963).
Na zijn actieve carrière leeft hij in zijn huis in Le Lavandou. Hij overlijdt in Nice op 30 maart 1929 (73 jr), ruim twee jaar na Theo en twee jaar voor Julien, de laatst overlevende van het gezin.

PERSOONLIJKHEID

Als je dit overzicht van zijn carrière doorneemt, zou je het misschien niet denken, maar “Octave Van Rysselberghe was de eenvoudigste man ter wereld”, schrijft Louis Martin Van der Swaelmen (1883 – 12 oktober 1929) in een in memoriam bij zijn overlijden. “Zijn leven leek niet gekweld door bezorgdheid om werk dat moest gedaan worden. Maar als men hem een werk in handen gaf, werd het meteen buitengewoon, door zijn verbeeldingskracht”.

Octave Van Rysselberghe – pic grandhotelbellevue.be

Van der Swaelmen heeft het verder over “het rustige, betrouwbare en bedaarde werk van Octave Van Rysselberghe, niet schreeuwerig, niet opdringerig of belerend, dat een sterke aantrekkingskracht bezit.” Zoals Franco Borsi schrijft in Bruxelles 1900: “de architect laat zich niet meeslepen in de wervelwind en bereikt met een langzamer ritme resultaten die uiteindelijk duurzamer blijken te zijn met het verstrijken van de tijd.”

Van der Swaelmen voegt er aan toe: “Al deze werken verdienen een grondige analyse en laat ons hopen dat iemand het met toewijding op zich zal nemen om deze taak te volbrengen.”
Maar nog in 1985 schrijft Jos Vandenbreeden in M&L: “Het oeuvre van architect Octave Van Rysselberghe werd nog te weinig bestudeerd en over het algemeen wordt het amper gewaardeerd. Zo is bv. heel zijn internationaal oeuvre nog vrijwel totaal onbekend. In tegenstelling tot de waardering die zijn broer, kunstschilder Theo Van Rysselberghe geniet, moet er nog een lange weg worden afgelegd om zijn even valabel architecturaal werk bekend te maken.”
Het is de vraag of daar intussen al wat vooruitgang in gemaakt is …

 

noten

Neoclassicisme

Gebouwen – en kunst in het algemeen – uit de oudheid, vnl. uit Griekenland, werden vanaf de renaissance als een ideaal beschouwd en kenmerken ervan bleven bijna de hele verdere architectuurgeschiedenis in meerdere of mindere mate aanwezig. Vandaar de verwijzing naar ‘klassieke’ kunst in de benaming (NEO)CLASSICISME. Ze waren essentieel in de opleiding zoals die gegeven werd in kunstacademies tot het einde van de 19de eeuw. De Franse Académie des Beaux-Arts had grote invloed in Europa, zodat men ook spreekt van ACADEMISME. Meer specifiek is er ook NEORENAISSANCE, met een herneming van kenmerken die eigen zijn aan de renaissance, hoewel die periode zelf ook ‘klassieke’ kenmerken herneemt. De termen worden dan ook wel door elkaar gebruikt.

In de 2de helft van de 19de eeuw wordt ECLECTISME belangrijk: een vrij combineren van kenmerken uit verschillende historische stijlen.

Een huis zowel voor zichzelf als voor Theo: Abdijstraat Elsene, villa Lou Paradou, villa Saint-Clair, Livornostraat Elsene

Norbert Hostyn
Norbert Hostyn. XX. De gebroeders Van Rysselberghe, in: De Plate, VIII, 1979, p. 61. (Bouwmeesters van Oostende-Belle-Epoque).

In memoriam – “Octave Van Rysselberghe était l’homme le plus simple du monde. (…) Il ne semblait pas que sa vie fût tourmentée par le souci de l’oeuvre à faire. Mais quand on lui mettait quelque chose entre les mains cela devenait aussitôt une œuvre admirable car il avait de l’imagination.» « Toutes ces œuvres mériteraient une analyse approfondie et il faut espérer que quelqu’un se chargera pieusement d’accomplir cette tâche, car pour n’avoir été ni tapageuse, ni revendicatrice, ni prosélytique l’œuvre calme, sûre et lente d’Octave Van Rysselberghe a comporté un magnétisme considérable.“

Louis Martin Van der Swaelmen. † OCTAVE VAN RIJSSELBERGHE. ARCHITECTE, in: La Cité, Volume 7, Nummer 11, April 1929

Franco Borsi schrijft in Bruxelles 1900
« Il ne se laisse pas entraîner dans le tourbillon et, avec un rythme plus lent, atteint des résultats qui se révèlent, en définitive, plus tenaces à l’usure du temps. »

Jos Vandenbreeden in M&L Jos Vandenbreeden (1985). Het Belle-Vuehotel en de Rotonde (1910-1985) te Westende, een monument. In: M&L (Monumenten en Landschappen), 4de JAARGANG. NR. 2 – MAART-APRIL 1985 (M&L 4-2.pdf) blz. 6-11

Belangrijkste bronnen

Voor deze bijdrage is uit uiteenlopende bronnen geput, waarvan een aantal vermeld zijn in een voetnoot. Ook geraadpleegd zijn:

Sophie Robyns, Hilde Langenaken (2014). Ukkel 1883-1913: De Koninklijke Sterrenwacht, bouwhistorisch bekeken
Prof. urb. VAN DER SWAELMEN (1929). † OCTAVE VAN RIJSSELBERGHE. ARCHITECTE
Franco Borsi, Jean-Marie Van der Meerschen (1979). Bruxelles 1900
Inventaris Onroerend Erfgoed

Jan Steeman, diverse onderzoeksresultaten – waarvoor dank

1. Het gezin Van Rysselberghe  2. François  3. Charles  4. Julien  5. Octave loopbaan (hierboven)  6. Octave: drie opmerkelijke gebouwen  7. Theo  8. Sylvie & Max  9. Jenny

 

Terug naar hoofdpagina

 

Naar Facebook

Lees ook op deze blog:

STAD – ARTIKELOVERZICHT 2022-2023-2024
VOLK – ARTIKELOVERZICHT 2022-2023-2024