VOLK – Broers, aanstichters van de Gentse ‘Beeldenstorm’


header copie - aangepast persblog.be - kopie (2)persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina

‘Met de (valse) groeten van graaf van Egmont’

STAD/ VOLK – 07 februari 2023Eerder brachten we het verhaal over de ‘Beeldenstorm’, gekaderd in de Spaanse Tijd in onze contreien. Dit, naar aanleiding van de jongste aflevering van ‘Het verhaal van Vlaanderen’.
In die aflevering vielen eventjes de namen van de Gentenaars Lieven en Jan Onghena… als leiders van de Gentse beeldenstormers.

Een spotprent uit die tijd – pic Illuminare – Centre for Medieval and Renaissance Art

We gingen eens verder graven en lazen dat Lieven de hoofdvogel had afgeschoten, door een actie waarbij hij een kerkbaljuw misleidde met een valse brief. Daarin stond dat hij het recht had om beelden te vernielen. Graaf van Egmont zou hem daar toelating voor gegeven hebben.
Uit onze lectuur bleek ook dat de ‘Beeldenstorm‘ niet zo idealistisch godsdienstig was als men graag laat wil laten uitschijnen.

Lieven Onghena maakte kerkbewakers medeplichtig aan vernieling kerkbeelden

De 16de eeuwse uitgeweken Brussels protestant, kroniekschrijver, graficus en kunstgeleerde Paulus de Kempenaer zou Jan Onghena geprezen hebben voor zijn dichtkunst. Dit was echter ironie, want hij refereerde hierbij naar een gedicht waar de draak wordt gestoken met de geestelijkheid. Jan Onghena had het in een spotvers o.a. over ‘het verken der Byloke‘ als hij het over een vooraanstaande geestelijke had.

“Een aantekenboek van de Kempenaer bevindt zich in het ‘Rijksmuseum Amsterdam'(…). De pagina’s in dit boekje zijn zeer dicht beschreven met aantekeningen in een klein, vrijwel onleesbaar handschrift. Ook zijn er enkele tekeningen in opgenomen.”

De Kempenaer – Allegorie op het Geduld en het Geloof

Ook 16de eeuwse Gent’s kroniekschrijver Marcus Van Vaernewijck schreef over de gebroeders Onghena. Uit wat hij noteerde, blijkt dat er méér aan de hand was dan enkel een anti-katholieke stemming in de stad Gent (en daarbuiten).
De mensen hadden honger. Dit was ook een reden om kerken en kloosters aan te vallen. Ze hoopten te plunderen. Maar de rebellen waren ontgoocheld, want ze hielden er telkens maar een schamele buit aan over.

Het ging niet enkel over godsdienst, ook over honger

De rijken hadden zitten daveren op hun geldkisten. Ze waren wat opgelucht toen niet zij, maar de geestelijken werden geviseerd.

In ‘Het hongerjaar 1566‘ schreef Erich Kuttner, een naar Nederland uitgeweken Duitse journalist: “Men leidde het volk van de geldkisten der rijken naar de schatten der kerk af; maar men belette het zich die schatten toe te eigenen, ja, in vele gevallen dwong men het achteraf het geroofde weer af te leveren.”

De rijken waren dus eigenlijk ergens medeplichtig geweest aan de vernielingen en plunderingen in de kerken en kloosters.

Erich Kuttner – Hongerjaar 1566

In datzelfde boek schreef Erich Kuttner dat Van Vaernewijck ter gelegenheid van de hongeropstootjes op de Korenmarkt, opmerkte: ‘Ten anderen was tvolck veraermt, want schamel ghezellen ghijnghen ledich met grooter menichten, mits den troublen tijt’.
Er was dus een andere kant aan die ‘Beeldenstorm’: “In haar bittere armoede en ellende echter kon de massa niet zo idealistisch denken”. Het volk was uit op geld.

Het volk wou ook gerechtigheid

Er moesten hervormingen komen! Maar de leidende klasse – of ze nu katholiek was of protestants – was er natuurlijk niet op uit om haar rijkdom aan het volk weg te geven.
Erich Kuttner: “Een vage hoop op een tijdperk van hervorming bezielde het volk. ‘Te Gent deden, gelijk Van Vaernewijck mededeelt, geruchten over grote politieke veranderingen die op komst zouden zijn de ronde – ‘maer twaren alle pijpen van oude daken, zoe men zecht’’.

De Kempenaer – Allegorie op het Geduld en het Geloof

Men verwachtte b.v., dat de mannen van de nieuwe religie een snellere, goedkopere en rechtvaardiger rechtsprocedure zouden invoeren (…)” dixit Erich Kuttner in zijn boek.

Erich Kuttner: “Van Vaernewijck somt bij die gelegenheid een hele rij misstanden bij de toenmalige justitie op, het waren er ongetwijfeld heel wat en de schrijver loochent ook niet, dat zij bestaan. De Gentse patriciër is er echter van overtuigd, dat het volk hervormingen zoals het die verlangde niet door kon voeren – het volk ‘dat niet voorder en ziet, dan zijnen nuese lanck en es’; zo iets konden alleen koningen, prinsen, vorsten en heren.”

De rijken waren niet zo uit op gerechtigheid voor het volk

De protestantse rijken hadden ook hun agenda. Zij wensten niet zozeer het volk te helpen, wel hun macht te vergroten!
“Die burgerij had wel voor iets anders belangstelling: n.l. de macht van de katholiek- en regeringsgezinde magistraten in de steden te breken en zelf op hun plaats te gaan zitten. Hier en daar werd een poging in die richting ondernomen, doch met niet al te veel resultaat (…).”
“Zo verdween dus het politieke effect, dat de beeldenstorm had kunnen hebben, in mist en nevel, omdat de belangen van de verschillende groepen en klassen te zeer uiteenliepen.”

Het volk beschikte ook niet over eigen leiders van formaat

“In de Calvinistische beweging zien wij hoogstens bij radicale acties, waarvan de bezitters zich verre houden, uit het volk ondergeschikte leidende figuren naar voren komen, zoals bij de Gentse beeldenstorm de gebroeders Onghena, over wie Van Vaernewijck het tamelijk uitvoerig heeft.” Zo schreef Erich Kuttner.

Pieter Coecke van Aelst – pic Boijmans van Beuningen

Jan Onghena was een soort “verboemeld” genie, een schoolmeester, aldus Kuttner.Hij geeft geen les, maar is een vooraanstaand lid van de rederijkerskamer. “Reeds in de tijd vóór de beeldenstorm had hij met een spotvers op de inquisiteur Titelmans opzien gebaard en hij had het slechts aan het optreden van hooggeplaatste beschermers te danken, dat hij voor de wraak van de beledigde werd gevrijwaard.”

“De beeldenstorm groeide de Onghena’s bovendien boven het hoofd; vergeefs trachtten zij de excessen tegen te gaan, die juist te Gent zeer onaangename vormen aannamen; echter, eenmaal losgelaten, gehoorzaamde het volk hun niet meer.”

“Met een gewaanden brief van den graaf Egmond”…

In ‘Biografisch portaal van Nederland‘ wordt vermeld: “Jan Onghena, in Gent geboren, die in 1566 met zijn broer Lieven aan het hoofd van een volksbeweging stond. Die beweging brak beelden in kerken, of stal die. Met een gewaanden brief van den graaf Egmond hadden zij de stadswacht verwijderd en waren zoo onverhinderd in de Augustijner kerk gedrongen.

Hellebaardiers – pic wikipedia

Lieven Onghena schoot de hoofdvogel af tijdens de ‘Beeldenstorm’ door een gedurfde actie. Hij liet een kerkbaljuw [bewaker] een vermeende brief van graaf van Egmont zien, waarin zou gestaan hebben dat hij het recht had om de beelden in de Augustijner kerk kapot te slaan.
Niet alleen liet de baljuw hem binnen, bovendien kreeg hij de hulp van een paar hellebaardiers [gewapende gardes] bij zijn vandalisme.

“Lieven Onghena, de oudere en energiekere, was van huis uit leerlooier, maar hij had zijn vak aan de kapstok gehangen en had in Duitsland bij de ‘zwarte ruiters’, een beroemde troep, als soldaat dienst genomen.”

Op 10 februari 1568 werd Jan Ongena voor de ‘Raad van Beroerten’ gedaagd, maar hij kwam niet opdagen. Hij was ondergedoken.
Echter werd hij op 31 juli 1568 opgepakt bij een poging om vermomd zijn vaderstad weer te betreden, en gevangen gezet. Op 2 augustus 1568 werd hij opgehangen – later dan de graven van Egmont en Horne, die op 5 juni 1568 werden onthoofd. Ridders van het ‘Gulden Vlies‘ werden onthoofd bij hoogverraad. Het plebs werd opgehangen.

 

‘Het verhaal van Vlaanderen‘ is een tiendelige serie op Eén en op vrt Max. Elke zondagavond.

 

Hertog Alva en de ‘Raad van Beroerten’ 1567 – pic wikipedia

De Raad van Beroerten (…) was een uitzonderingsrechtbank waarmee koning Filips II en zijn landvoogd Alva de opstandige edelen en de ketterij in de Spaanse Nederlanden bestreden aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Het orgaan, dat bestond van 1567 tot 1576, functioneerde naast de Collaterale Raden en de Grote Raad van Mechelen, wars van constitutionele privileges of gewestelijke jurisdictie. Vanwege het grote aantal uitgesproken doodvonnissen sprak het volk ook wel van de Bloedraad.”

Auteur en journalist Erich Kuttner (1887-1942) is in Nederland vooral bekend vanwege zijn geschiedkundige boek over het ‘Hongerjaar 1566’, dat een van de aanleidingen was voor het uitbreken van de Nederlandse opstand tegen Filips II.

Met de ‘Augustijner kerk‘ wordt allicht de kerk die verwant is met het Augustijnenklooster bedoeld. Deze heet Sint-Stefanuskerk. De kerk grenst aan, en is onderdeel van het Augustijnenklooster. De kerk is gewijd aan Sint-Stefanus. Gentenaars noemen deze kerk ook Sint-Ritakapel omwille van de drukbezochte kapel in de kerk, gewijd aan de heilige Rita. De vorige kloosterkerk uit 1606 ging bijna volledig in vlammen op bij een zware brand in 1838.

Ontdek: Nederlandse tekeningen uit de vijftiende en zestiende eeuw

 

De uitgelichte foto bovenaan deze pagina is van Museum Boijmans van Beuningen

Terug naar hoofdpagina

 

Naar Facebook

Lees ook op deze blog:

STAD – ARTIKELOVERZICHT 2022-2023-2024
VOLK – ARTIKELOVERZICHT 2022-2023-2024