Een historische blik op de Feesten


header copie - aangepast persblog.be - kopie (2)persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina

EVENT/ STAD 18 juli 2024De Feesten mogen beginnnen. Blik eerst nog eens terug op de (stok)oude Feesten (1843 tot 1969), de Feesten van de tweede adem (1969-nu) en “issues” voor de toekomst.

Paardenkoers, roeiwedstrijden en schutterstornooien… dat was wat de Gentse Feesten lang geleden waren. Het volk had haar eigen feest. Het Bal op de Kouter bracht de elite samen naast het volk, zij het gescheiden. Zo ging het twaalf decennia lang zijn gang… Dit waren de (stok)oude Gentse Feesten.

DE (STOK)OUDE GENTSE FEESTEN: DE AANLEIDING

‘KLOEFKESBAL’, 19de eeuw. “Het Gemeentefeest hernam elk jaar hetzelfde programma, opgesteld en gesubsidieerd door het stadsbestuur. Het ‘Bal 1900’ op de Kouter verliep strict gescheiden volgens rang en stand.  – pic Volksdansen op Sint-Baafsplein 1984 – pic HNB

In het boek ‘175 jaar Gentse Feesten’ – uitgegeven in 2018 door Stad Gent – schreef Ruben Mantels, Ugent vorser en boekenauteur, over de stokoude tijd inzake de Feesten: de periode van 1843 tot 1969. Eerst schetst hij de socio-economisch-culturele sfeer van toen. Het stadsbestuur had een feest in het leven geroepen in 1843 dat in de eerste plaats voor haar burgers-met-geld bestemd was. We leefden in liberale tijden waar, naast de welgestelde burgers, er tegelijk onnoemlijk veel armen waren.
De inspiratie van de Feesten kwam van de werkgevers. “Van juli tot oktober waren er twee wijkkermissen per maand die meestal een viertal dagen duurden. Achtereenvolgens kwamen de verschillende parochies aan de beurt. Bijna acht weken lang was er dus een deel van de werklui aan het feest (…). In de ogen van de fabrieksbazen en patrons was het veel efficiënter om alle arbeiders samen en in één en dezelfde week te laten feesten, de week van het Gemeentefeest.”
Paardenkoersen, schutterstornooien en roeiwedstrijden zetten de teneur voor deze elitaire feesten. Voor de armen waren er volksspelen, zoals bv. in 1900: een kampstrijd met de krulbol. “Het leek wel alsof er twee feesten plaats vonden: één voor de elite en één voor het volk. De enige plek waar de twee standen elkaar ontmoetten, was het volksbal op de Kouter (…). De beide groepen vierden daar echter gescheiden van elkaar…

DE (STOK)OUDE GENTSE FEESTEN: VEEL VAN HETZELFDE

Kouter – Zondag, de laatste dag van de Gentse Feesten, wordt ’s avonds de ‘BAL 1900‘ gehouden.Dit chique bal voor de elite weerspiegelt de sociale verhoudingen in de oude tijd.

De begoede winkelstand gaat pronkerig plaats nemen op ijzeren stoeltjes met muggepooten, vóór het kiosk, en de avond wordt daar licht van teêre toiletjes. Tusschen het mindere volk en de stoeltjes is de ruimte opengehouden voor de studenten, die straks aandrevelen zullen en rondwandelen. De meisjes-van-den-winkelstand, – zij zijn mooi, Herman! – wachten op de ooglonken der studenten; intusschen kussen zij elkander.” Karel van de Woestijne schreef dit over het volksbal op de Kouter in 1913. Uit: DBNL.

‘Bal 1900’

Hij vervolgde: “De overzijde van de plaats laat men den volke over: het zijn werklui, uitsluitend, hier. Zij uiten van nu af aan hunne feeststemming in het wippen hunner knieën die de zware schoenen niet heffen van den grond; hunne keel probeert een vet liedje; zij doen of zij reeds dronken zijn. De muts hunner vrouw, die vooral zorg draagt voor haren bovenrok, staat scheef; hunne vele kinderen dragen hun Eerste-Communie-costuum.”
Op het kiosk hoorde men praeludeerende saxophoon-cascatellen, of een zwaren bombardon die boeren liet. De lucht was mat geworden als eene aangeslagen, bedompt-opalen stolp. Terwijl de menigte dichter werd en rumoerde, steeg tot op hoogte der hoofden de geur van gebakken aardappelen en van oliebollen die schrapend aan de keel greep, uit de wagentjes, eenerzijds van het plein, waar zij luidruchtig gevent werden. De verkoopers blaften, van ‘harde eieren en kraakamandels!’”
De beschrijvingen van de auteur geven in één schets weer hoe het er decennia lang aan toe ging en wat de verhoudingen tussen de standen waren.
Elk jaar was er een ander feest, dat steeds weer hetzelfde was. (…) Steeds dezelfde maatschappijen putten uit de subsidiepot van de stad.”
Het volksbal, zoals hierboven aangegeven, was een belangrijk onderdeel van de oude feesten. Dit volksbal – meer bepaald dat van de chique laag van de bevolking – wordt op vandaag nog altijd getoond in de vorm van het ‘Bal 1900’ op de Kouter, de laatste zondag van de Feesten.
In deze blog brachten we o.a. een reportage over dat ‘Bal 1900′ in 2023 en in 2022 en in 2018

 

Aan het eind van de jaren ’60 broeide er wat in de rand van de Gentse Feesten. Artiesten kwamen opzetten buiten het officiële programma.
Even later werden de nieuwe Gentse Feesten geboren aan Sint-Jacobs. Intussen lopen die al meer dan vijf decennia lang. Voor die tweede adem van de Gentse Feesten was Walter De Buck een onmisbare factor.

DE TWEEDE ADEM ROND 1970: AAN DE VOORAVOND

Blandijnberg – maart 1969 – Studentenprotesten – pic ugentmemorie

In het boek ‘175 jaar Gentse Feesten’ – uitgegeven in 2018 door Stad Gent – tekende Bart D’hondt, wetenschappelijk medewerker Ugent en Liberas, op dat het op de Feesten al begon te rommelen vanaf eind de jaren 1960 met protesterende studenten.
Voor de sfeersetting: In deze blog schetsten we de opstand in het artikel ‘Blandijn, 20 maart 1969: De langste nacht‘ en ‘Maart 1969: “Flikken, ge moogt ze buiten kloppen”‘.

Bart D’hondt gaat verder met de vaststelling dat de contestatie zich niet beperkte tot de universiteit. Hij omschrijft en welke omstandigheden “een zekere Walter De Buck“, 34 jaar oud en afgestudeerd als kunstschilder en beeldhouwer aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten, in 1968 werd veroordeeld omdat hij kunst met bloot had geëxposeerd. Noteer dat ook de studentenrevolte van een jaar later, zou beginnen met een dispuut tussen studenten en het rectoraat over een verbod, opgelegd door de universiteit, op het houden van een lezing door studenten over pornografie.

In het jaar 1968 werd een oer-stijve en oer-deftige feesteneditie (125 jaar bestaan) van de Feesten georganiseerd door de Stad. Het was een feest in mineur, schrijft Bart D’hondt. “In de marge van dat feest zwierven enkele muzikanten door de stad en langs de terrassen. Walter De Buck, Herman Van Hecke en Wannes Van de Velde speelden ‘voor de hoed‘.”
“In 1969 ging een flink uitgebreide groep artiesten opnieuw richting terrassen in de binnenstad en onder meer Dirk van Esbroeck en Roland van Campenhout sloten zich aan bij dit collectief.”
“Walter De Buck en Trefpunt trokken één heel belangrijke conclusie uit hun ervaringen van 1968 en 1969. Ze besloten het vanaf 1970 officieel aan te pakken (…)”.
De tweede adem die Walter De Buck en consorten gaf aan de Feesten, vanaf 1970, hebben we op deze blog beschreven en geïllustreerd in ons artikel: ‘Commissaris schreef aan burgemeester: beknot Trefpunt!‘ en in ‘De Gentse Feesten terug in de tijd: bier met emmers’

DE TWEEDE ADEM ROND 1970: ALEENHEERSER SINT-JACOBS

Op het eind van de jaren zestig verscheen volkszanger Walter De Buck met zijn kompanen. De optredens vonden plaats bij de Sint-Jacobskerk. Naast Walter De Buck zit zijn latere Trefpunt-opvolger Guido De Leeuw.

In het boek ‘175 jaar Gentse Feesten’ – uitgegeven in 2018 door Stad Gent – tekende oud-journalist en boekenauteur Karel van Keymeulen op dat Walter De Buck – dixit – “langharig en werkschuw tuig en hippies” samenbracht met het volk. “In die spirit ontstonden de nieuwe Feesten“. De brave burger, laat staan de elitaire burger, kwam er niet aan te pas. Het héle gebeuren vond plaats aan Sint-Jacobs nr. 18, waar het ‘Trefpunt’ zich bevindt.
“In 1976 sprong de Korenmarkt op de kar (…). De Gentse Feesten bij Sint-Jacobs lokten toen al duizenden mensen en dekenij Korenmarkt keek daar jaloers naar.”
Karel van Keymeulen citeert in het boek Guido De Leeuw, organisator van de Feesten aan Trefpunt, en wat dit betreft opvolger van Walter De Buck, over de sfeer van toen: “Het was kleinschaliger, rebelser, amateuristischer. Het overleg met het stadsbestuur was vrijwel onbestaande. Dat zat niet goed, maar dat had zijn charme. Wij waren de enige organisatoren.”

De Raad van Bestuur in 1985. Guido De Leeuw zit rechts

Daarna volgden andere pleinen. In 1980 kwam het stadsbestuur aan zet met een initiatief op het Sint-Baafsplein.
In den beginnen kregen die pleinen officieuze kleurennamen. Zo was bij Sint-Jacobs ‘rood’, wegens de “revolutionaire jongelingen” aldaar, de Korenmarkt ‘blauw’ wegens de commercie die er heerste, en het Sint-Baafsplein ‘geel’. Het laatst genoemde plein mikte op de brave burger. Het geel stond voor het paapse.
De jaren ’80 waren voor de Gentse Feesten een periode van enorme groei. In de programmabrochure van de editie 1984, riep Walter De Buck dan ook op tot versobering. Maar de groei is niet te stoppen. De Buck moest met lede ogen aanzien hoe het eilandje aan Sint-Jacobs meer en meer overspoeld werd door markttenten en eetkramen. Zijn Feesten waren zo groot geworden dat niemand er nog vat op had.

Vanaf 1997 wordt het Baudelopark een onderdeel van het Trefpunt. Er komt daar een volwaardig podium met een eigen programmatie. Het wordt vooral een plek voor dans en circus. De ‘Spiegeltent’ doet er dienst voor allerlei. Ook voor de debatten van Eric Goeman.  Ook voor beginnend muzikaal talent…

Walter De Buck overleed in 2014.

 

In die meer dan vijf decennia van de “nieuwe” Gentse Feesten groeide het initiatief gestadig uit tot wat we vandaag kennen.
Intussen kwamen een aantal “issues” opzetten die de toekomst van de Gentse Feesten zullen bepalen.

VERNIEUWING EN GROEI IN DE LAATSTE DECENNIA

Het festival ‘Boomtown‘ op de Kouter. Op de foto uit 2016: ‘The Girl Who Cried Wolf’

In het boek ‘175 jaar Gentse Feesten’ – uitgegeven in 2018 door Stad Gent – tekende oud-journalist en boekenauteur Karel van Keymeulen op: “In 2001 en 2002, toen de latere burgemeester Daniël Termont al ‘schepen van Feesten’ was, rolde er een opzienbare golf van vernieuwing en uitbreiding door de Feesten.
‘Vzw Onder de Draak’ begon op het Sint-Baafsplein, een jaar later volden ‘Polé Polé’ op de Gras- en Korenlei, ‘Boomtown’ op de Oude Beestenmarkt [dat in 2009 verhuisde naar de Kouter], en het ‘Blue Note festival’ (vandaag: Gent Jazz) in het Gravensteen en op de Bijloke. Nog enkele jaren later begon ‘Cirq’ met ‘Bataclan’ [in de Willem de Beersteeg], Uitbureau met ‘Place Musette’ [in 2007 op het Beverhoutplein] en opnieuw Uitbureau in 2010 met het Luisterplein [op het François Laurentplein].
Deze initiatieven gaven een belangrijke nieuwe impuls aan de Feesten, nadat ze door Walter De Buck en consorten in 1970 een tweede adem hadden gekregen.

Stippen we ook de vernieuwing van de Feesten op de Vlasmarkt aan, vanaf 2001 en onder impuls van de ‘Charlatan’ en van “nachtburgemeester” Edmond Cocquyt jr met zijn sandwichkot op wielen ‘Botram’. Vermelden we ook: het straattheaterfestival ‘Miramiro’ op en bij de Sint-Baafsabdijsite, geïnitieerd door Fabien Audooren, dat al sinds de jaren ’90 van de partij was.

In 2001 en 2002 piekten de bezoekerscijfers tot 1.9 miljoen. Dat was hoog! Ter vergelijking: in 2023 waren er 1.6 miljoen bezoekers.
“Ook de voorbije jaren kwam er vernieuwing. De openingsstoet of Gentse Feestenparade werd na 41 edities afgeschaft. (…) Sindsdien beginnen de Feesten op vrijdagavond. (…) En de dag van de lege portemonnees op maandag is geschrapt. (…)”

VERNIEUWING EN GROEI: DE ISSUES

Emile Braunplein, Stadshal – Sfeerbeeld van ‘Mardi Gras‘ op vrijdagavond. Een van de vele ‘Drag Cabaret’s staat te beginnen…

Het eerste grote – en blijvende issue – was ‘regen’ of ‘zonneschijn’. Het eerste was niet goed, want dan bleven de mensen thuis. Het tweede ook niet goed, als die te overmatig werd. Dan reden de mensen naar zee…

Een andere issue is de vrees voor een uitbesteding door de Stad van de Feestenactiviteiten, waardoor de thans organiserende pleinen eventueel buitenspel zouden worden gezet. Karel van Keymeulen merkt in het boek ‘175 jaar Gentse Feesten’ op, dat de pleinorganisatoren zeer op hun hoede zijn voor het openstellen van hun pleinen voor derden. Ze verwijzen naar de historische banden van hun vzw’s met de Stad en de banden met de buurt. Zij ademen het DNA van de stad… Zij willen de feesten niet overlaten aan evenementenbureau’s.

En wat is de mening van Luk De Bruyker. Bij iedereen zal een belletje rinkelen als we vermelden dat hij ‘Pierke Pierlala’ is.
Op deze blog vind je een portret van Pierke en aansluitend van het poppentheater.

Op de vraag of de Feesten moeten groeien en of ze gratis moeten blijven, is zijn antwoord: ‘neen’ voor het eerste, en ‘ja’ voor het tweede. Die mening wordt gedeeld door vele Gentenaars.
Luk De Bruyker vindt grote namen op de affiches compleet overbodig. Daar zijn voldoende andere festivals voor vindt hij. Hij vindt het oké dat de Feesten een amalgaam zijn van kleinere festivalletjes per plein.
De vraag over dat ‘gratis’ kwam er, omdat er natuurlijk financiële perikelen zijn bij de pleinorganisatoren. In die zin pleit Luk De Bruyker voor “kleinere affiches” die dan ook beperktere budgetten opeten zodat de Feesten gratis kunnen blijven.

Guido De Leeuw – pic boek ‘Gent Onafhankelijk’

Zo bv. stelde Guido De Leeuw, organisator bij Sint-Jacobs, Trefpunt, in 2018 dat de financiering elk jaar een hachelijke onderneming is. Vandaar dat er op geregelde tijden debat ontstond over het betalend maken van activiteiten. Tot op vandaag is dit nog niet gebeurd, tenzij dan bij bv. Miramiro, die al heel lang het bijwonen van sommige evenementen laat betalen. Ze werken op twee sporen. Net zoals ‘Boomtown’ overigens. Er zijn allicht nog voorbeelden.

Er is in het algemeen de vrees dat dit de Feesten fundamenteel van karakter zou doen veranderen, mocht je bv. een inkom per plein vragen. Aan de andere kant is de financiële nood hoog. ‘Koken kost geld’ om het met een boutade te zeggen. Er is stadssubsidie. Ja, maar. De biertappen stromen niet meer zoals weleer.
Ze waren een belangrijke bron van inkomsten. Bij deze vaststelling beland je snel bij de nachtwinkels in de stadscentrum, die erg profiteren van de Feesten, maar er op geen enkele manier willen aan bijdragen.
En de eetstanden… daar heeft de Stad de exploitatie sinds 2017 naar zich toe getrokken. Er kwam een online veiling. Dirk Schockaert van Uitbureau, geciteerd in het boek, vindt dat de organisatoren – die zelf geen kramen meer mogen uitbaten – niet helemaal gecompenseerd werden voor het verlies.

Guido De Leeuw in het bovengenoemd boek: “De sterkte van de Gentse Feesten is de veelzijdigheid. Die veelzijdigheid is uniek. Je hebt organisatoren die echt de culturele kaart trekken, anderen gaan de populaire toer op. De Gentse Feesten moeten geen kunstenfestival worden. Al mogen en moeten die kunsten er wel in zitten.”

 

Ook dit jaar brengt persblog.be weer een “live” blog waarin, vanaf de eerste  vrijdag tot de laatste zondag,  dagelijks foto’s en commentaren over de Feesten worden gebundeld in omgekeerde chronologie, ofte van recent naar ouder. Hier vind je de pagina van de live blog 2024.
Met regelmaat zal de pagina via facebook onder de aandacht worden gehouden.

 

Hierna vind je de “live” blogs van de Gentse Feesten in 2023 en in 2022

Bekijk ook op deze blog: 

Wat we misten op de Feesten

Faits divers uit de GF tijdens de jaren van Walter De Buck

De Feestenweek 2023

De Feestenweek 2022

Terug naar hoofdpagina

Naar Facebook

Lees ook op deze blog:

EVENT – ARTIKELOVERZICHT 2022-2023-2024
STAD – ARTIKELOVERZICHT 2022-2023-2024