STAD – ’t Dullenhuis, ’t Rolleke, ’t Engels kirkske


header copie - aangepast persblog.be - kopie (2)persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina

In de buurt van Nieuwpoort: vraag & antwoord

STAD – 22 juni 2022Vraag: Hoe zijn de volgende zaken met elkaar verbonden? Galerie St-John, ooit Anglicaanse kerk Saint John’s, ooit kapel Sint-Jan in d’Olie, het godshuis Sint-Jan in d’Olie, het Rolleke…?
Het antwoord volgt hierna…

Antiekhandel ‘Galerie St-John’s‘ is gevestigd in de voormalige Anglicaanse kerk ‘Saint John’s’. Ze staat in Nieuwpoort, vlakbij de Vlasmarkt. De kerk was er vanaf 1886.

Vraag: Waarom een Anglicaanse kerk in Gent?
Het antwoord ligt in de textielindustrie in de de 19de eeuw. Gentse textielondernemers waren, op de Engelsen na, de belangrijkste in het Europa van hun tijd. Ze keken naar elkaar, de Engelsen en de Gentenaars. Ooit had Lieven Bauwens rond 1816 de spinmachine ‘Mule Jenny’ van Engeland naar Gent gesmokkeld. Lees erover op deze blog

De kapel ‘Sint-Jan in d’Olie’ met nog niet gesloopte voorbouw – en nog voor de heraanleg van Nieuwpoort – pic De Zwarte Doos

Door de hoge vlucht die de Gentse textielbazen namen, hadden ze soms een tekort aan gekwalificeerd personeel om gespecialiseerde machines te bedienen. Daarom nodigden ze Engelsen uit om in Gent te komen werken. Zodoende kwam er ook een Anglicaanse kerk.
Tina De Gendt leidde ons naar een onderdeel van de website van het STAM (‘blijvenplakkeninGent‘) dat over minder gekende aspecten spreekt: “Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd deze plek populair als trouwkapel voor Amerikaanse en Canadese soldaten die hier met Belgische vrouwen huwden.”

Vraag: hoe kwam de Anglicaanse kerk ‘Saint John’sin handen van een antiekhandelaar?
Antwoord: “In 1971 was er sprake van het vervallen gebouw te schenken aan de islamitische gastarbeiders van Gent, zodat ze er een moskee van konden maken. Uiteindelijk ging dit plan niet door en vestigde er zich een antiekhandelaar in de kapel.” Ook dit lazen we op de genoemde  site van het STAM.

Saint John’s – nu Gallerie

Een anekdote over een Engelse werknemer in een Gents textielbedrijf werd ons aangereikt door Amsab-ISG, het instituut voor sociale studies.
Een Engelse meesterknecht en ‘daglooner snijder’ werd ontslagen in het textielbedrijf van Ferdinand Lousbergs.  Hij zou herhaaldelijk dronken op de werkvloer verschenen zijn.

(pic uitklikbaar)

Vraag: de kapel Sint-Jan in d’Olie, hoe kwam die daar?
De kapel behoorde tot een groot godshuis dat bekend stond voor zijn ‘Dullenhuis’, zeg maar een psychiatrisch centrum avant-la-lettre. Het Oliestraatje, zijstraatje van de Steendam en Sint-Jansdreef herinnert daar nog aan.

Oliestraat

Dit middeleeuwse Sint-Jansgodshuis hebben we in deze blog uitvoerig toegelichtWerner Bockstaele, medewerker van heemkundige kring DSMG,  maakte een schets: “Godshuis Sint-Jan-in-d’Olie of het Sint-Janshospitaal of Sint-Jan-ter-Dullen. Bij de Gentenirs gekend als ’t Engels kirkske.
Gesticht door het stadsbestuur in 1191 om onderdak en verzorging te bieden aan vreemde reizigers, pelgrims en arme of zwakke poorters.
Vanaf 1230 werden er een 30-tal geesteszieken en krankzinnigen ondergebracht, de ongelukkigen verbleven er tot 1797. Daarom is het ook bekend als godshuis Sint-Jan-Ter-Dullen. (dul=gek).

Hospitaal Sint-Jan-in-de-Olie – pic lib.ugent.be

In 1535 bracht Keizer Karel er de Armenkamer in als een overkoepelend orgaan. Tijdens de Franse Revolutie kwam het Sint Janshospitaal onder het beheer van de commissie van Burgerlijke Godshuizen.
In een later stadium deed het dienst als meisjesschool (tot 1840), opvang voor oude vrouwen en vondelingen en als Anglicaanse Kerk ‘St-Johns Church’ (1886).”

Vraag: Waarom wordt de naam van Sint-Jan gevolgd door “in d’Olie“?
Het is een andere benaming voor apostel Johannes de Doper. Dixit Wikipedia:  “Volgens de legende werd Johannes in Rome bij wijze van marteling in een bad met hete olie gegooid – vandaar dat hij ook wel Sint Jan in de Olie wordt genoemd – wat hij overleefde.”

En dan is er nog het O.L.V.-kapelletje van de Oliestraat. Het draagt de herinnering aan de choleraplaag van 1832. De eerste plaag in Gent. Uiteindelijk werd de kapel ingemetseld in het huis dat de hoek vormt van de Sint-Jansdreef en het Oliestraatje.

Krantenknipsel – met dank aan Werner Bockstaele (pic uitklikbaar)

Vraag: waarom noemde het politiecachot ’t Rolleke? Het was een tijdelijke slaap- en opvangplaats “voor dronkaards en ordeverstoorders”.
Hier volgt het antwoord. Toen het “dullenhuis” deels verlaten of vervallen was, kregen sommige gebouwen andere functies. In het laatste geval is er één die elke Gentenaar kent: ’t Rolleke aan de Oude Schaapmarkt, dat er kwam vanaf 1902.
’t Rolleke was een opening in de muur in het vondelingengesticht van Sint-Jan in d’Olie, waarlangs via een soort trommelsysteem, vondelingen opgevangen werden. Het werd de stadsgevangenis, na het sluiten van de stadsgevangenis onder het Belfort.

Oude Schaapmarkt – ’t Rolleke – pic Didier Ysebaert

 

Noteren we dat de voormalige katholieke Sint-Elisabethkerk aan het Oud Begijnhof werd overgenomen door de Anglicaanse kerk. Een protestantse kerk vind je bv. in de Sint-Kristoffelstraat en in de Begijnhoflaan.

 

Terug naar hoofdpagina

 

Naar Facebook

Lees ook op deze blog:

STAD – ARTIKELOVERZICHT 2022-2023-2024