STAD – Verloedering en verpaupering in het Prinsenhof


header copie - aangepast persblog.be - kopie (2)persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina

Gentse politie over de erbarmelijke levensomstandigheden in 1955

 

Simon de Mirabellostraat – pic Inventaris Onroerend Erfgoed

Tinnenpotstraat – pic Inventaris Onroerend Erfgoed

STAD/ VOLK – 01 november 2021 – Net zoals het Patershol een chique buurt was in de gloriedagen van het Gravensteen, was dat het geval met de wijk bij het Prinsenhof ten tijde van de Bourgondiërs en Keizer Karel.
Daarna verloederden die buurten. Ook het Prinsenhof.
Vlak na WO II waren de levensomstandigheden aldaar alarmerend. Dit lezen we in een rapport van de Gentse politie uit 1955.

Van kasteel naar fabriek

De buurt van het Prinsenhof, gelegen tussen het Gravensteen en het Rabot, dankt zijn naam aan keizer Karel. Graaf Lodewijk van Male (1330-1384) kocht het ‘Hof ten Walle’ – zoals het toen heette – midden de 14de eeuw van Simon de Mirabello, een bankier, ridder en mecenas van Italiaanse afkomst.
Die had het op zijn beurt verworven van een rijke patriciër die zichzelf ridder Sersanders ging noemen.

Het verdwenen Hof ten Walle ofte Prinsenhof

En de laatste had het gekocht van een burggraaf…
Het werd de residence van de Graven van Vlaanderen, vooral die van Bourgondische herkomst. Keizer Karel werd er geboren in 1500.
Tot zo ver het glorieuze verleden.

De buurt begon al te verpauperen toen het Prinsenhofkasteel verlaten werd en het machtscentrum van de Habsburgers zich in Brussel ging situeren.
In 1649 werden de gronden buiten het omgrachte opperhof verkocht en verkaveld. In 1777 werden ook de gebouwen en de tuinen van het kerneiland verkocht en in loten opgedeeld.

Prinsenhof – wasserij De Prins

De slotgracht werd gedempt en in de verschillende loten werden woningen en andere gebouwen opgericht, vaak voor grote delen gebruik makend van nog bestaande oude paleismuren. Er verschenen vanaf eind 18de eeuw ook allerlei bedrijfsgebouwen, waaronder een suikerraffinaderij, een papierfabriek, een zeepziederij en later ook een katoenfabriek.
Resten van het voormalige Prinsenhof werden vernield of verdwenen achter verbouwingen. Enkel de ‘Donkere Poort’, bleef als gebouw grotendeels bewaard.

Beluik Prinsenhof – pic Inventaris Onroerend Erfgoed

De Prinsenhofwijk omvat: Prinsenhofplein, Tinnenpotstraat, Varkensstraat, Pluimstraat, Zilverhof, Simon de Mirabellostraat, Braderijstraat, Bachtenwalle, Sanderswal, Abrahamstraat, Gewad en wandelstraten rond de ‘Donkere Poort’.

Miserie, miserie, miserie

Circa 1700 werden de tuinen bebouwd met huisjes voor werklieden. Het zijn deze nog die men er thans aantreft. De wijk die tegenwoordig weer heel deftig mag genoemd worden, was tot na WOII berucht en moest niet onderdoen voor het toenmalige Patershol. De Tinnenpotstraat, het Zilverhof, de Pluimstraat, de Varkensstraat en het Prinsenhofplein, kende een totale bevolking van 538 personen. Deze bewoners behoorden tot de “basse classe“, de onderste sociale laag. Van hen werd gezegd dat ze een “lage moraliteit” hadden.

Tinnenpotstraat – pic Inventaris Onroerend Erfgoed

De naoorlogse politie was streng voor hen in een rapport. “Verscheidene mannen en vrouwen van 45 à 50 jaar leven alleen, na een tweede en zelfs een derde maal wettelijk gehuwd en gescheiden te zijn geweest.” “Spreken we dan niet van de buitenechtelijke verbindingen?” stelde de rapporteur.

Die politieman had geen geestelijke, noch filosoof, noch rechter nodig om zijn moreel oordeel te vellen, en dit als publiek ambtenaar…! Wat waren de tijden nog eenvoudig… 😀

De rapporteur schreef onversaagd verder: “In de streek van ‘t Prinsenhof die we bespreken, leven er 42 gezinnen openlijk in boelschap (ongehuwd samen). De kroegen in deze straatjes – van herbergen kan men niet spreken – worden zowel in de week als ’s zondags druk bezocht. In verscheidene logementshuizen en dancings wordt er knetterende muziek gegeven, waar mannen en vrouwen, zonder de minste weerhoudendheid, zich trachten te verdoven om armoede te vergeten.

Donkere Poort van het Prinsenhof – pic Gent-Geprent

Hieruit vloeit voort dat vechtpartijen, schelden en beledigingen vaak voortkomende inbreuken zijn, die nochtans zelden of nooit afgehandeld worden door de politiediensten: de zaken worden er door een soort standrecht geregeld.”

Toch kwam de politie soms tussen, want zo blijkt dat die, bij verhoor van vermoedelijke daders, steevast te horen kreeg “ik weet van niets”.

Prinsenhof(plein) – pic Etienne Fornier

De politierapporteur was zich in elk geval persoonlijk zeer grondig gaan vergewissen van de levensomstandigheden, want hij wist in zijn rapport hierover te pennen: “Zoals in de andere lage kwartieren van de stad wordt de voeding en de kledij verwaarloosd ten nadele van drank en spel. Het eten wordt veelal gebedeld in de kloosters van de Brandstraat en de Oude Houtlei.
Een zeventigtal aldaar wonende oudere mensen genieten van de Commissie van de Openbare Onderstand [voorloper van het OCMW] en verkrijgen wekelijks 275 frank. Dit is dan ook officieel hun enig inkomen.”

En ook de kinderen worden verwaarloosd…
“In deze oude stadskern leven, of liever krioelen, 174 minderjarige kinderen in de grootste onverschilligheid vanwege hun ouders. In dit kwartier zijn er vijf gevallen van kinderverlating geseind, waardoor 9 kinderen door de gerechtelijke overheid dienden geplaatst in weldadigheidsinrichtingen.

Prinsenhof

De kinderen die niet schoolplichtig zijn (6 jaar) krijgen in ‘t algemeen de zorgen niet die noodzakelijk zijn. Ganse dagen lopen ze vuil en zwart in die steegjes of kruipen in de greppels.”

… en ze zijn vroeg-rijp
“Vanaf 14 à 15 jaar denken ze zich groot en handelen dienvolgens. De huwelijken worden er op jonge leeftijd gesloten, en tamelijk dikwijls worden ze meer of min officieel ontbonden na korte tijd.”

Ook over de huisvesting die armtierig is, wordt in het politierapport melding gemaakt. De huisjes zijn klein, bevatten vaak slechts twee benedenkamers – keuken en woonkamer – en boven is er een mansarde en een zolder. Er leven te veel personen in de kleine ruimtes. Zo werd een voorbeeld in de Varkensstraat gegeven.

Varkensstraat

Daar zou “kortgeleden” het woonhuis aan nummer 14 “ineengestort” zijn, ten gevolge van ouderdom en gebrek aan onderhoud. De politieagent schrijft in voorwaardelijke wijs. Hij is dus helemaal niet zeker of dit waar is! 

Er zal bij de bewoners niet veel budget geweest zijn voor onderhoudswerken aan de woningen. We lezen dat “veel personen aldaar” werkloos zijn. De mensen zijn niet geschoold. Tweederde van de mannen blijken losse arbeiders of rivierarbeiders te zijn. Een aantal onder hen gaat ook met waren leuren. Tweederde van de vrouwen werken in de textielnijverheid, maar zijn vaak periodiek werkloos.

Maar stelt de scribent ter vergoeilijking van zijn in met moraliteit gelardeerd rapport: “De personen in ‘t Prinsenhof zijn niet speciaal crimineel aangelegd… als men daardoor verstaat de grote criminaliteit, doch heel veel zijn er gestraft wegens diefstal, dronkenschap, eerroof, heling, misbruik van vertrouwen, overspel en onderhoud van bijzit, zedenzaken, ‘slagen en verwondingen’. ”

’t Fabriekske

Bron: Criminaliteit in Gent in de vorige eeuw: uit een politierapport (1955), verschenen in Ghendtsche Tydinghen/ 46e jaargang / 2017 / nr. 4

Hoe de levensomstandigheden in het PATERSHOL waren lees je in:
Bewoners beide verkrotte “Panden”: vuil en immoreel

Lees ook op deze blog:

De geschiedenis van het Prinsenhof

 

 

Van Oud Begijnhof naar Groot Begijnhof

 

 

Het Patershol – Straks de feesten, maar de historie?

 

 

Het Gravensteen in al haar glorie en facetten

 

 

Van Gravensteen naar Prinsenhof

 

 

Terug naar hoofdpagina

NAAR ARCHIEVEN

Naar Facebook

Lees ook op deze blog:

STAD – ARTIKELOVERZICHT 2019-2020-2021
VOLK – ARTIKELOVERZICHT 2019-2020-2021