persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
Jan Yoens ofte Hyoens brandde de burcht plat
STAD – 07 maart 2021 – Waarom ligt de Jan Yoensstraat bij de Maisstraat? Omdat deze aanvoerder van de Witte Kaproenen aldaar het kasteel van graaf Lodewijk van Male in brand stak…
En waarom deed hij dit (samen met zijn stadsmilitie)? Omdat hij kwaad was op de graaf die de Bruggelingen permissie had gegeven om een kanaal te graven dat het Lievekanaal concurrentie kon aandoen.
Het bleef niet bij het in brand steken van de burcht ofte kasteel. De stadsmilitie ‘De Witte Kaproenen’ trok naar Brugge – meer bepaald naar Beverhout bij Oostkamp/ Beernem – waar de graafwerken al begonnen waren en gingen ten aanval. Een aanval die ze gemakkelijk wonnen, naar het schijnt, o.a. omdat de Bruggelingen dronken waren, gezien toen net de feestelijkheden omtrent de Bloedprocessie plaats vonden. Aan dit avontuur herinnert nog het Beverhoutplein bij Sint-Jacobs. De Witte Kaproenen hebben ook nog een plein naar hen genoemd in Gent.
Het kasteel van de graaf stond vlakbij Gent, in het oude Wondelgem. Het zwaartepunt van het oude Wondelgem lag toen immers bij het huidige Van Beverenplein. Meer in het bijzonder stond het kasteel bij de Maisstraat, op het UCO-terrein waar nu het OCMW en de Kringwinkel is. Ook de oude Sint-Catharinakerk stond daar, meer bepaald daar waar nu de watertoren is. Volgens de website kerknet.be werd op die plek tussen de jaren 1105 en 1156 al een kapel opgericht.
De burcht maakte deel uit van een middeleeuwse ‘heerlijkheid‘ en die werd door graaf Lodewijk van Male gekocht van Philips, heer van Maldegem, waardoor deze vorst verplicht werd de abdij van Sint-Baafs leenhulde te bewijzen, daar het kasteel op hun grond gebouwd was. Nog steeds volgens onze bron liet graaf Lodewijk van Male het kasteel in 1370 herbouwen. “Na de voltooiing gaf men het de naam van “Paviljoen”, naar de vorm van een der gebouwen. Het diende voornamelijk tot bewaring der schatten van de vorst.”
We citeren verder uit onze bron: “Toen Bruggelingen met zijn toelating een nieuw kanaal wilden graven kwam er een vijandige reactie van de Gentenaren. Op 8 september 1379, werd het [kasteel] door de Gentenaren, onder aanvoering van Jan de Leeuw, kapitein der Witte Kaproenen, in brand gestoken en grotendeels vernield.” Jan de Leeuw was de bijnaam van Jan Yoens of Hyoens.
Het kanaal dat de Bruggelingen wilden graven zou concurrentie opleveren voor de Lieve! Het zou de graaf een machtsmiddel geven, door middel van een alternatief zeekanaal dat niet door Gentenaars maar door Bruggelingen zou worden beheerd. Het kanaal zou van Brugge naar de Leie bij Deinze lopen, zodat het scheepsverkeer aldaar zou kunnen omgeleid worden: in de plaats van naar Gent, naar Brugge!
De Gentenaren, die op gespannen voet leefden met de graaf, konden dit niet over hun kant laten gaan. Jan Yoens en zijn militie staken zijn kasteel in Wondelgem in brand. Het is geen toeval dat een straat bij de Kringwinkel naar Jan Yoens werd genoemd. Achter de blokken van die straat is overigens de Lieve nog te zien als een smalle gracht.
Na de Slag bij Westrozebeke – in 1382, waar Filips van Artevelde in het zand beet tegen de Fransen; Graaf van Male had de kant van de Fransen gekozen – werd de vrede tussen de graaf en de gemeenten gesloten. Een van de voorwaarden, door de graaf bepaald, was dat zijn kasteel op de kosten der stad zou heropgebouwd worden.
Volgens de website kerknet.be schreef Marcus Van Vaernewijck ongeveer 200 jaar later dat de overblijfselen van het kasteel nog sterk aanwezig waren. De site geeft ook nog een petite histoire cadeau: volgens Sanderus (die nog voor de graaf van Hof ten Walle ofte Prinsenhof bewoonde) “zou een onderaardse weg uit het kasteel van Wondelgem naar het grafelijk stee, te Gent, gelopen hebben – een overlevering die tot op heden bewaard is gebleven.” Dit lijkt heel erg weinig waarschijnlijk.
Tijdens de oorlog der Gentenaren tegen Maximiliaan van Oostenrijk in 1488 werd het heropgerichte of overgeblevene deel van het kasteel afgebroken. Volgens onze bron zou het in het midden der 16de eeuw opnieuw bewoonbaar gemaakt zijn.
Na de 16de eeuw wordt de burcht niet meer in geschriften vernoemd. Men blijft echter spreken van een weide als “het kasteel” en “de kasteelmeersen”.
“In een verslag begin 20ste eeuw wordt gesproken over arbeiders die langs de resten van het kasteel gaan en daar last hebben van ratten. Een van de parochianen van Sint-Vincentius vertelde dat jaren geleden in de achtertuin van zijn tante in de Maisstraat nog altijd iets te zien was van een soort heuvel. Ook het verhaal van de onderaardse gang deed toen nog de ronde.
De bouw van de UCO-Braunfabriek in het jaar 1949 op en rond de plaats van de burcht heeft verder onderzoek van het bodemarchief waarschijnlijk onmogelijk gemaakt.”
De Witte Kaproenen en hun aanvoerder Jan Yoens streden – samen met de Groententers van Jan Boterman – in de Slag bij Gavere. Lees hierover op deze blog
‘De kastelen en landhuizen van Wondelgem‘, een licentiaatsverhandeling van Josephine Schreibers (Ugent, 1992-93) bevestigt dit verhaal.
“De burcht van Philips, heer van Maldegem. Deze burcht werd in leen afgestaan aan de graaf Lodewijk van Male, die het volledig liet verbouwen (…). De graaf gebruikte de woonst vnl. om er zijn schatten in onder te brengen. Op 8 september 1379 werd het door de Witte Kaproenen in brand gestoken en vernield. (…)
Bij het herstel van de vrede tussen de graaf en de Gentenaars moesten zij beloven het kasteel te herstellen (…).
Maar de belofte schijnt niet volledig te zijn nagekomen, zodat Marcus Van Vaernewijck reeds in de 16de eeuw de ruïnes van het kasteel beschrijft en dat Sanderus in de 17de eeuw over de burcht schrijft als iets dat allang vergaan is.”
Lees meer op deze blog:
‘Marka’, Vroonstalle, Sint-Catharinakerk, Wondelgem
Gevangen graaf op een “ezel” naar Brugge
Een ludieke én een historische uitstap naar Evergem
Van Gravensteen naar Prinsenhof
Lees ook op deze blog: