persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
STAD – 31 mei 2016 – Tijdens de eeuw dat Gent zich naar de top van haar rijkdom opwerkte – de 15e – trad halverwege die eeuw weer eens een nieuwe landvoogd aan. Sinds de Brugse Margaretha Van Male decennia eerder met een Bourgondiër was gehuwd, was Hertog Filips de Goede de derde landvoogd uit die contreien. Elke keer een landvoogd aantrad, zetten Gentenaars zich schrap om hun groeiende stadsrechten te vrijwaren.
Bourgondiër Filips De Goede (1396-1467), zoon van Jan Zonder Vrees, kleinzoon van Margaretha en Filips de Stoute, mocht het meemaken, maar hij was hen te slim af.
Filips had zijn hele jeugd in het Prinsenhof doorgebracht, dat de Graven toen als residentie verkozen boven het minder comfortabele Gravensteen. Misschien omdat hij de bui al zag hangen, koos hij er in de eerste jaren voor om zich te laten vertegenwoordigen door een vertrouwenspersoon. In alle geval had hij er in een eerste periode belang bij om Gent en het Graafschap niet tegen de haren in te strijken. Het Graafschap was goed voor 35% van zijn inkomen, dat hij aanwendde voor zijn aandeel in de continue oorlog tussen Frankrijk en Engeland. Om zijn vader Jan Zonder Vrees (1371-1419) te wreken – hij werd vermoord door Fransen omdat hij zich bemoeide in de Koninklijke opvolgingsintriges – koos hij aanvankelijk de kant van de Engelse koning.
Filip’s jaarlijks inkomen evenaarde dit van de Engelse koning. Hij was dus een zeer welkome bondgenoot voor deze laatste. Zo staat te lezen in het boek ‘Gent; De kracht van een stad’ van Johan Van de Wiele.
Filips de Goede zou in zijn anti-Franse campagne Jeanne d’Arc gevangen genomen hebben om haar daarna aan de Engelsen uit te leveren.
Toen Filips zich in Frankrijk van zijn taak gekweten had, in 1435 – hij had vrede gesloten met de Franse koning en was dus van kamp gewisseld – wou hij zijn macht in Vlaanderen laten gelden.
Hij bedacht een centraal bestuur dat de macht van Gent moest neutraliseren. Tegelijk verhoogde hij de fiscale druk op de steden, bv. door een heffing op de wolinvoer, en betrachtte een efficiëntere inning waarmee hij de poorters op de tenen trapte. Verder bemoeide hij zich met de wijze waarop de stad toen bestuurd werd door poorters, wevers en kleine handelaars. Toen de Gentenaars represaille namen door twee hertogelijke gezanten te onthoofden, startte een escalatie van feiten, totdat Filips in 1452 het bevel gaf voor een blokkade van de stad.
‘De Heren van Gavere’, van het kasteel van Gavere, waren machtige edellieden, generaties lang gehuisvest in een waterburcht aan de boorden van de Schelde. Hun bezittingen en hun invloed strekten zich echter uit tot ver buiten hun regio. Op gegeven ogenblik zelfs tot in Henegouwen en Frans-Vlaanderen.
Het Kasteel van Gavere, eigenlijk een waterburcht, domineerde de zuidelijke Schelde, en was daarom van groot belang voor de Gentse logistiek en de verdediging tegen Frankrijk/Bourgondiërs.
Er blijft niets meer over van het kasteel van de Heren van Gavere. Een herdenkingsmonument – een hoekje middeleeuwse muur met wat kantelen – werd opgetrokken uit archeologische vondsten en staat bij de nieuwe Scheldebrug. Als men door het schietgat (voor boogschutters) kijkt, ziet men de oorspronkelijke ligging van de waterburcht. In het midden van de 17e eeuw werd hij afgebroken.
Begin de jaren 50 maakte een Gentse kunstenaar een herdenkingsbeeld van een Gentse stadsstrijder. Het beeld wordt ‘Valeir’ genoemd en leent zijn naam aan een biermerk en een horecazaak.
Ten tijde van de Slag bij Gavere was de Heerlijkheid van de Gaverlingen al voorbij. Het Huis van de Heren was al geruimte tijd overgegaan in het Huis van Laval, later in dit van Luxemburg en tot slot in dit van Egmont. De – tijdens de Spaanse tijd – onthoofde Lamoraal van Egmont (1522-1568) droeg daarom ook nog de titel ‘Prins van Gavere’.
Slag bij Gavere
Filips aarzelde eerst met een directe confrontatie van zijn leger met de Gentse stadsmilities, samen met hun Engelse huursoldaten. Intussen braken geregeld Gentse milities uit de belegering, en wisten in 1453 het Kasteel van de Heren van Gavere te veroveren. Hierdoor kon de zuidelijke Schelde gecontroleerd worden met het oog op de bevoorrading van de stad. Uiteraard belegerde Filips prompt het kasteel. Daarop rukten de Gentse stadsmilities op naar Gavere.
Toen ze in de velden van Semmerzake oog in oog kwamen te staan met het leger van Filips, bleek dat ze in een valstrik gelokt waren door een overgelopen Engelse huursoldaat. Die had de Gentse milities overgehaald om de veilige stadsmuren te verlaten om het kasteel in Gavere te helpen versterken. Het kasteel was in ieder geval al gevallen. Het verraad van de Engelsman is nooit echt bewezen. Het verhaal stamt uit de volksoverlevering.
Twee- tot drieduizend verraste Gentenaars werden in de pan gehakt toen er paniek uitbrak in hun gelederen. Dit zijn de dodenaantallen die te lezen vallen in het genoemde boek van Van de Wiele. In een document, opgesteld naar aanleiding van een academische zitting genaamd ‘Gavere 1453; Feiten en verhalen’ uit 2003 wordt gesteld dat kronieken, gepubliceerd kort na de veldslag, gewag maakten van veelvouden van de genoemde dodentallen. Allicht waren de kronieken van de overwinnaar fors overdreven om haar overwinning extra glans te geven. Een kroniek zou melding gemaakt hebben van 40.000 Gentse gesneuvelden op de meersen van Semmerzake. Dit zou overeenkomen met zowat de volledige toenmalige Gentse bevolking… Méér overdrijven dan dit was niet mogelijk.
De massale afslachting leverde een dermate immens bloedbad op, dat er in de volksmond in Semmerzake nog lang plaatsnamen als ‘Bloedmeersen‘ en ‘Rode Zee’ of de ‘Roozee’ in zwang zouden geweest zijn. Wetenschappers hebben echter hierover niets overtuigends teruggevonden in geschriften.
Wel is er bij de aanleg van de Gaversesteenweg, meer bepaald ter hoogte van de Semmerzaakse ‘Aalbroek’ – 400 jaar later – nog wapentuig opgegraven.
Na de ‘Slag bij Gavere’ volgde de ‘Vrede van Gavere’ waarbij de macht van Gent werd gekortwiekt en de stadsmilitie ‘Witte Kaproenen’ werd opgedoekt, net als alle bestuurlijke machtsbastions in de stad. De betaling van een gigantisch bedrag hing een decenniumlang als een molensteen aan de Gentse nek.
Filips de Goede wordt herdacht als een groot hervormer in de Nederlanden. Hij beoogde naast centraal gezag, ook meer samenwerking tussen de steden en gewesten. Zo voerde hij de ‘Staten-Generaal’ in, een overlegcomité dat na de afscheiding van het Noorden het hoogste gezagsorgaan zou worden.
De Slag bij Gavere was een belangrijke kaap voor de Bourgondiërs, die hun greep op Vlaanderen systematisch versterkten door een Frans gecentraliseerd model te introduceren in het bestuur ten nadele van de stedelijke autonomie. Filips de Goede gaf als eerste vorm aan de later verenigde Nederlanden.
Hertog Filips de Goede was rijker dan zijn Franse koning en had vorstelijke ambities. Zijn zoon Karel de Stoute (1433-1477) zou verder gestalte geven aan de zucht naar een koninkrijk. F.D.
Na de Slag bij Gavere werd de stadsmilitie ‘Witte Kaproenen’ opgedoekt.
Lees meer over de Witte Kaproenen: De verdwenen burcht van Wondelgem
Lees ook op deze blog:
Lees ook in het Archief 2015 van deze blog: