persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
Floraliënpaleis ongewild deel van de erfenis van de kolonie
STAD/ VOLK – 27 juni 2019 – Free-lance onderzoeker en expert in ‘Expo 1913’, Jos Billen, kwam er achter dat een deel van het Floraliënpaleis in het Citadelpark gebouwd werd met materialen die voor de kolonie Congo bestemd waren. In het bijzonder: voor een spoorwegstation in Katanga.
Lees de waarheid over andere Gentse stadslegendes (onderaan de pagina): Olifant op de bbq en spookhuis aan de Schelde
Wie oplettend in het Citadelpark heeft gestapt, zag misschien dat bij de Kleine Vijver op een rots een beeld staat van een Congolese jongen. Hij is Sakala – in de volksmond ’t Moorken – een zoon van een Congolees stamhoofd die met Lieven Van de Velde naar Gent gereisd was in de 19e eeuw. Dit leverde niet enkel een beeldje van hem op, maar ook een schilderij, gemaakt door de in Gent geboren schilder Gustaaf Vanaise. Lees ook op deze blog: In geen velden of wegen, maar in Gent
In de 19e eeuw stond het Floraliënpaleis – of toen nog ‘Feestpaleis’ – er nog niet. Het is gebouwd voor de Wereldtentoonstelling in Gent die in 1913 plaats vond. Met die Wereldtentoonstelling kwamen mensen uit Afrika naar Gent om het Senegalees Dorp te bevolken.
Ook Filipino’s woonden tijdelijk in een nagemaakt dorp langsheen de Familie van Rijsselberghedreef, langsheen de Hofbouwlaan. Die “exotische” mensen stonden daar te kijk voor de bezoekers aan de Wereldtentoonstelling (WT), als was het een “Zoo humain“. Boekenauteur Cyriel Buysse heeft daar bij een bezoek aan de WT een vreselijke opmerking over gemaakt, waarbij hij die mensen denigrerend bekeek als een mengeling van mongolen en apen.
Embleem op stalen spanten verklapt het koloniaal verhaal
Ook deze piste heeft niets te maken met wat Jos Billen – expert met betrekking tot de Wereldtentoonstelling in 1913 in Gent – nu aan het licht brengt. Jos doet al jaren onderzoek naar alles wat met de WT te maken heeft. Hij ontdekte zeer recent dat het Floraliënpaleis opgetrokken is met metalen spanten waarop een embleem staat van de ‘Compagnie Centrale de Construction Haine-Saint -Pierre’, een bedrijf uit Henegouwen.
Uit zijn onderzoek blijkt nu dat de constructie in het Floraliënpaleis die dit embleem draagt, verwijst naar het spoorwegstation van Katanga, een Congolese provincie. Congo was toen een Belgische kolonie.
En er is meer: een aantal spanten hebben een voetstuk dat versmald, én aan de bovenkant kenmerken ze zich door een ronde holle vorm. Bovendien bestaat het dak dat erdoor wordt gedragen uit een dubbele structuur: een klein zadeldak boven een groter met een luchtgat ertussen. Dit alles wijst op materialen die afkomstig zijn van een treinstation. De dubbele dakstructuur was bedoeld om stoom afkomstig uit de locomotieven te laten ontsnappen uit de perron-overdekking.
De eigenaardige vorm van de spanten verwijst nog op een andere manier naar een station. Ze werden dusdanig geconstrueerd opdat ze trillingen konden opvangen. Trillingen… afkomstig van locomotieven… Jos deed zijn ontdekking aan de rechterzijde van het gebouw van ’t Kuipke. Dit is nog origineel. Het gedeelte waar tegenwoordig het SMAK huist is namelijk heropgebouwd in 1949-1952, nadat de Duitse bezetter daar brand had gesticht.
De meeste gebouwen op het WT waren decors
Spoorwegmaterialen die verwerkt zijn in het Feestpaleis ofte Floraliënpaleis…? Jos zette zijn onderzoekerspetje op en trok op “expeditie”. Niet naar Congo, wel naar de archieven van de overheid en de bedrijven.
“In vele gevallen” verduidelijkt hij “werden gebouwen voor de WT gebouwd in tijdelijke materialen. Het waren decors die na afloop weer werden afgebroken.” Niet zo voor het Floraliënpaleis, dat vanaf 1911 werd gebouwd. “Ineens kwam de oekaze dat die in duurzame materialen moest worden gebouwd. Dit kwam laat in het voorbereidingsproces van het project.”
Jos kwam er dus achter dat de spoorwegmaterialen vervaardigd waren in het Waalse Henegouwen bij staalfabrikant ‘Compagnie Centrale de Construction Haine-Saint -Pierre’. Om precies te zijn: het betreft drie soorten materialen. Ten eerste: vier zware massieve stalen spanten in het centrale gedeelte van de hal. Ten tweede: vier fijnere modellen. En ten derde: 6 spanten aan de zijkanten.
In de statuten van de fabrikant, die in de Rechtbank van Koophandel van Bergen/Mons bewaard worden, vond Jos de bevestiging dat het bedrijf gespecialiseerd was in uitrustingen voor de spoorwegen. Hun grootste klant? De spoorwegen van Katanga! Jos leerde nog dat de zoon van de oprichter het roer van de fabriek overnam in 1881.
Opstand in Katanga
Het is onwezenlijk om er vanuit te gaan dat een bestaand station in Katanga zou afgebroken zijn en dat de restmaterialen terug naar België zouden zijn verscheept.
Wat was er gebeurd? Toen de firma ‘Haine’ in haar fabriekshallen in Mons een opdracht afwerkte voor het station van Katanga in Belgisch Congo, brak daar de zoveelste opstand uit tegen het koloniale bestuur.
De opstanden van de bevolking, die verplicht en in mensonwaardige omstandigheden het mijnen moesten ontginnen, waren legio. Het Belgische concern ‘Union Minière du Haut Katanga’ was daar erg actief. Vandaag nog steeds, zij het genationaliseerd en onder naam Gécamines.
Een grote opstand kon pas neergeslagen worden door de Belgen in 1917. Er vielen 2.000 slachtoffers. Een spoorwegproject van België in de provincie, werd daardoor stop gezet.
Deze troubles vielen samen met de bouw van het Floraliënpaleis en de oekaze die er laattijdig kwam om duurzame materialen te gebruiken. De bouw liep van 1911 tot 1913.
‘Haine’ kon haar constructie niet naar Congo verschepen en in Gent was de druk en de nood hoog om stalen materialen in de bouw van de Floraliënhal te verwerken. De constructies die in Congo niet geleverd konden worden, waren dus uiterst welkom in Gent. Zo geschiedde. Op die wijze werd het feestpaleis deel van de erfenis van de kolonie.
Jos
Of Jos dan hele dagen en overal waar hij komt met een vergrootglas rondloopt zoals detective Van Zwam in de Nero stripverhalen? Hij antwoordt lachend: “Ik was geïntrigeerd door de legende die hierover bestond. De legende dat het Floraliënpaleis gebouwd is met de resten van een oud koloniaal spoorwegstation bestaat al langer. Er werd gesproken over Kinshasa. Ik wou daar het fijne van weten. Het betreft dus niet de resten van stationsmaterialen van een station in Kinshasa, maar een bestelling die niet kon plaatsvinden in Katanga.
Jos Billen doet dit soort speurwerk bijna uitsluitend voor thema’s die verwant zijn met de Gentse Wereldtentoonstelling in 1913. Hij wordt hiervoor door de stadsdiensten als een expert beschouwd. Ook in het buitenland bestaat interesse voor zijn expertise. Jos doet dit al 8 jaar volledig belangeloos. Het werd een hobby, zeg maar. F.D.
Jos werd geboren uit een Limburgse vader en een Gentse moeder. Na het overlijden van zijn vader verhuisde hij met zijn moeder van Tongeren naar Gent. Jos Billen is ook de auteur van de website ‘Gent 1913, de Wereldtentoonstelling‘
Lees ook op deze blog:
Kijk je ogen uit in het Citadelpark
Lees de waarheid over andere Gentse stadslegendes:
Werd Betsie gebarbecued en is haar kop zoek?
Ooit Spookhuis aan Laurentplein
Lees ook op deze blog: