persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
ARTIKELENREEKS TEXTIEL
“HET MANCHESTER VAN HET VASTELAND”
I. Pre-industrieel Gents textiel
II. Hoe de Gentse textielreus ontstond
III. De oude Gentse textielbedrijven en de families
GALVESTON
◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊◊
ENTREPRENEUR/ STAD – 08 mei 2017 – Dit portret hoort bij de reeks ‘Het Manchester van het vasteland’. Zie kaderstuk.
GALVESTON – Emile Jean Braun en Paul Hebbelynck stichtten in 1910 Galveston bij de Wiedauwkaai, toen Nijverheidskaai. Tegenwoordig is de voormalige fabriek toegankelijk via de nieuw aangelegde Hurstweg. Diezelfde weg geeft ook toegang tot het Forensisch Psychiatrisch Centrum.
De bedrijfsnaam van de spinnerij verwijst naar een havenstad in Texas van waaruit het katoen werd verscheept. Het bedrijf was onderdeel van de fusie tot Union Cotonnière in 1919, wat later UCO werd in 1967.
Medeoprichter Braun had eerder, in 1897, de Filature de Royghem, ofte Rooigem, opgestart aan de Rooigemlaan, waar thans onder meer Krëfel en DreamLand gevestigd zijn. Zijn vennoot Hebbelynck bezat ook de Filature Desmet-Guéquier, gelegen aan Minnemeers – het huidige MIAT – en ontstaan in 1864.
Het fabrieksgebouw van Galveston werd in 2003 verkocht aan Gia Cataro dat in de daarop volgende jaren de site omtoverde tot een ontspanningsoord, incluis het roof top, pop-up restaurant Gaston, uitgebaat door Coeur d’Artichaut.
Petite histoire. UCO slorpte ook de linnenfabriek Société Linière La Liève op, gelegen aan de overkant van de toegangsweg van Galveston. La Liève was ontstaan in 1866 en sloot de deuren in 1959. Er woedde een grote brand in 1976. De Cotonnière, meer in het bijzonder Galveston, huurde na de brand enkele overgebleven loodsen. De fabriek had de bijnaam “La Wiedauwe”. F.D.
Lees ook op deze blog: