VOLK – Meer anekdotes over mijn schooltijd aan de Offerlaan


header copie - aangepast persblog.be - kopie (2)persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina

VOLK – 23 februari 2022 Vele van de leraars aan de School van Carels aan de Offerlaan hadden een bijnaam. Toen Etiënne Van Eeghem er van 1959 tot 1964 school liep, noemden leerlingen hen o.a. : ‘De Pieps‘, ‘Schele Juul‘, ‘Den Boer‘ en ‘Tsjiele’. Ze hadden natuurlijk elk hun eigen kwaliteiten en gebreken. Etiënne vertelt over zijn schooltijd, ook over de lessen zelf, én over sommige spannende middagpauzes…

Het is ‘Etiënne’, met trema op de tweede ‘e’

Deel II: Onze leraars van toen: ‘De Pieps’, ‘Schele Juul’, ‘Den Boer’, ‘Tsjiele’…

Ga naar Deel I: Boemeltreintje, dagelijks schoolritueel, ‘Onderhoudspaswerker’, anekdotes

MIDDAGPAUZE

Etiënne: “Een luide bel kondigde de middagpauze aan. Dan ging je naar de vierde verdieping van het Textielgebouw, alwaar de refter was. Mijn vriend Gilbert uit Zomergem en ik, wilden ook wel eens wat vrijheid. Zo gebeurde het dat we even wegglipten op school.

We stapten dan tijdens de middagpauze naar het einde van de Offerstraat, tot aan de Martelaarslaan, waar op de hoek de Kulderschool was. Op die hoek stak Gilbert een sigaret op, een ‘Zemir(ke)’. Dat werkte aanstekelijk op mij, want ook ik begon daar te roken. We voelden onszelf toen grote venten. Na onze verboden rooksessie snelden we naar de refter.”

Etiënne: “Wij, ‘van den buiten’, kregen natuurlijk onze boterhammendoos en koffiebus ofte cafepulle mee als middageten. De Gentenaars stapten onder de middag naar huis. Op school kon je soep krijgen tegen betaling (7 frank per kom). Aan een kleine bar waren frisdrank, wafels en chips te koop. Aan die bar dronk ik voor de eerste keer een ‘Seven Up’.
Zij die het wensten, konden in daar ook in ‘de studie’ stappen om er hun huiswerk maken.
Tijdens de zomer kon je aan het Storyplein genieten van het goede weer. Je kon er zo de chocoladegeuren van de Goemaerefabriek opsnuiven. Het bedrijfje lag met de voorzijde aan de Martelaarslaan en met de achterzijde aan het Storyplein, afgescheiden van de school door een rij kaarspopulieren.

Soms durfden we al eens onder de middag een stapje gaan doen in stad. Bv. in het rustige café ‘Bij Willy’ aan Bijlokehof. Of: verder naar de Ajuinlei en de Veldstraat: naar de ‘Grand Bazar’. We gingen dan even naar binnen om te kijken wat er zoal te koop aangeboden werd. Op een andere keer trokken we dan weer naar een café aan het Bijlokehof waar ‘een tafelvoetbal‘ stond. Daar kwamen ook heel wat jongeren uit de school in de Holstraat.”

Grand Bazar – pic ‘Toen gisteren nog vandaag was

MEER ANEKDOTES

Etiënne: “We kregen ‘Maatschappelijleer’ van ‘Tsjiele’. Dit was de bijnaam van meester Achiel. Zijn les was voor velen een speeluurtje. Op een dag had een baldadige leerling stiekem een muizenvalletje in zijn jaszak gestopt. Wat moest gebeuren, gebeurde. De klem van de muizenval sloeg om de meester zijn vingers. Dit liet hij echter niet zomaar passeren en riep de directeur er bij. Omdat niemand schuld bekende, moest iedereen van de klas op zaterdag naar de strafstudie.
En dan was er ook nog meester Van Laere. Gezien hij erg corpulent was kreeg hij de bijnaam ‘Den dikke Van Laere’. De man gaf een praktisch georiënteerde cursus die te maken had met paperassen. Hij doceerde welke de juiste formulieren waren in tal van gevallen: van een huwelijksaanvraag tot de aanvraag van een zelfstandigenstatuut, en alles wat je in je privéleven en beroepsleven nodig zou kunnen hebben aan officiële documenten. Hij was vriendelijk en behulpzaam.”

HOUT EN DECORATIEAFDELINGEN

Etiënne: “De Hout- en Decoratieafdelingen waren ondergebracht in eenzelfde soort fabriekshal als de ‘Draaierij’. Het was de plek voor de schrijnwerkers, meubelmakers, huisschilders-behangers en decorateurs.”

MECHANICA ,MEETKUNDE EN TECHNISCH TEKENEN

Etiënne Van Eeghem: “De lessen mechanica waren met meester De Ruyck. Die leraar rookte als een Turk ‘Johnson sigaretten’. Zijn vingers zagen er geel van. Het vak ‘Technisch tekenen’ vond plaats onder leiding van meester Verschraegen, alias ‘De Pieps’. Hij was niet groot, corpulent, en had ietwat beetje een bultige rug. Hij stond er steeds met zijn beige kiel aan. Hij was een ontzagwekkende rekenkundige. Je kon gemakkelijk een karikatuur van hem maken.”

NEDERLANDSE EN FRANSE LESSEN

Etiënne: “De lessen Nederlands en Frans werden zowat overal gedoceerd. In om het even welk vrijgekomen lokaal. In vele gevallen zaten we op de vierde verdieping van het textielgebouw, met zijn kleine honderd treden. Dat was puffen om boven te geraken… Daar waren vier klassen in der haast bijgemaakt. Het is me bijgebleven dat de leraar bij de zinsontleding met kleuren werkte.
Die leraar, dat was meester Verstichellen herinner ik mij als een groot slank persoon, zwaar bebrild, met dikke glazen. Daar kreeg hij van de leerlingen de bijnaam ‘Schele Juul’.

TURNEN

Etiënne: “De turnles, dat was het domein van meester Audenaert en meester Van Hoorde. Die les vond de ene keer plaats op het slecht onderhouden Storyplein waar voetbal- en atletiekvoorzieningen waren. [Het ‘Storyplein’ waarover hier sprake, is niet dit aan het eind van Steenakker, maar wel een inmiddels verdwenen plein bij het executieoord aan de Offerlaan]. Een andere keer gingen we door het poortje van de ‘Kulderschool’ naar een groot turnlokaal. Om de veertien dagen gingen we twee uur zwemmen. In het begin van mijn schooltijd werd gezwommen in ‘de Van Eyck’, het zwembad nabij de brouwerij Meiresonne. Dit was een half uur flink doorstappen. Later werd ook gezwommen in ‘het Strop’, en in ‘de Rooigem‘. Dit was ook niet meteen bij de deur. Als de zwemles  plaats vond tijdens de laatste uren van de dag, stond mij meteen na afloop, nog een flinke voettocht naar het Sint-Pietersstation te wachten. Dat was training hoor!”

AUTOTECHNIEK, LASAFDELING EN DRAAIERIJ

Etiënne: “De ‘Autotechniek’, de Lasafdeling en de ‘Draaierij’ waren in één grote werkplaats ondergebracht. Er was een ruime glaspartij in het dak. De ‘Autotechniek’ telde twee kleine afdelingen carrosserie in een zijlokaal tussen de gieterij en de bakkerij. Daar tegenover bevond zich de ‘Algemene autoreparatie’. Die plek was voorzien van twee bruggen.
In de Lasafdeling kregen we les van ‘Den Boer’. Zijn echte naam weet ik niet meer zeker. Hij was een beer van een vent, die wel eens een peer durfde uit te delen. Zeker als je gas voor de gasbrander verspilde! Of als je gevaarlijk gedrag vertoonde met de gasbrander. Je had er bij die levensgevaarlijke truken uithaalden.
De ‘Draaierij’ was bezaaid met grote en kleinere draaibanken. In het midden van het lokaal stond een kolossale elektromotor, die via tal van drijfassen en riemen, de machines aandreef.
Een grote zwart-wit foto naast het bureau van de lesgever toonde hoe het lokaal er vroeger uitzag. En die lesgever was meester Lippens. Hij was eerder klein van gestalte en droeg een bril.”

GIETERIJ

Etiënne: “De gieterij of ‘fonderie’ was niet zo groot. Daar werden, in avondlessen en weekendlessen, de knepen van gietijzerproductie aangeleerd. Ook de houten mallen (gespiegelde vormen) werden daar, in samenwerking met de schrijnwerkerij, ontworpen. Die mallen werden gebruikt om hun vormen af te drukken in hard zand. Daarin werd dan metaal gegoten. De instructeur was een oud werkmakker uit de gieterij van de Werkhuizen Carels [aan Dok Noord], waar mijn vader vele jaren gewerkt heeft.

opendeurdag

Etiënne: “De afdeling ‘Brood en patisserie’ – die in avond- en zaterdaglessen gegeven werden – floreerde tijdens ‘Onze Lieve Heer Hemelvaart’, wat wij grappend ‘Sies klimop‘ noemden. Op die dag werd immers traditioneel een opendeurdag gehouden. Familie, vrienden en kennissen kwamen dan een kijkje nemen in de school. Ik was heel zenuwachtig, omdat mijn lief ook kwam kijken. Natuurlijk belandden ze uiteindelijk bij de taarten en de pateekes, die voor een klein prijsje te koop aangeboden werden.

meesters kwamen in Aalter

Etiënne: “Net zoals meester Batslé, had meester Van Hoorde een buitenverblijfje in mijn thuisgemeente Aalter. Batslé was mijn klasleraar in het tweede jaar. Ooit kwam hij eens bij mij thuis op bezoek.
Turnleraar, meester Van Hoorde was een zachtaardige man. Tijdens het lesgeven had hij vaak te lijden onder pijnaanvallen. Een leerling moest dan tijdens de les even naar de apotheek. Die lag halfweg de Groot-Britanniëlaan. In mijn gemeente Aalter kwam ik hem al winkelend vele keren tegen. Hij stond ook in Aalter dikwijls in de apotheek.”

Etiënne: “Met Gilbert, mijn beste vriend uit Zomergem, deelde ik dezelfde interesses. Hij werd ‘gediplomeerd draaier’. Hij ging werken bij de Amerikaanse firma ‘OMCO’ in Aalter – een matrijzenbedrijf voor holglas. Hij is daar lettergraveur en kopieerder van vormen geweest.
Ikzelf ging ook bij diezelfde firma werken. Ik werd er frezer, en door bijscholing ‘programmeur NC machines’ hoewel ik voor dit laatste nooit een functie uitoefende. Echter specialiseerde ik me in de ‘fijn slijptechniek’ met diamantslijpschijven.”

Etiënne Van Eeghem

Ga terug naar Deel I – 1959: “Ik was veertien, van den buiten, en liep school in Gent”

De tekeningen en sommige foto’s zijn afkomstig uit het ‘Herinneringsboek’ dat Etiënne meekreeg bij zijn afstuderen aan de School van Carels. 

Terug naar hoofdpagina

 

Naar Facebook

Lees ook op deze blog:

VOLK – ARTIKELOVERZICHT 2022-2023-2024