persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
STAD/ STRATEN – 09 oktober 2018 – Zijt ge van Sint-Amandsberg als ge… de schutterstoren niet weet liggen? Er nog nooit belle époque huizen hebt gezien? Geen weet hebt over een schandaal met een Turkse “koppelbaas” avant-la-lettre in de jaren ’60?
Een Turk, een ‘Dikke Trees’ en een kapper
In 1964 raakte voor het eerst in de geschiedenis een Turkse gastarbeider in Sint-Amandsberg verzeild. In Vlaanderen woonden de Turkse gastarbeiders in de regel in Genk, waar ze tewerkgesteld waren in de mijnen. De man, afkomstig uit een streek bij de grens met Georgië, nam zijn intrek in het logementhuis dat bekend stond als dat van ‘Dikke Trees’. Dit huis bestaat niet meer. Het lag aan de bocht van de Antwerpsesteenweg ter hoogte van de Grondwetlaan. Thans zit daar KBC. Een oplettende waarnemer ziet nog de dakvormen van de oorspronkelijke woningen uittorenen boven de nieuwe gevel.
Het ware niet vermeldenswaardig geweest, mocht de komst van die Turk niet gepaard zijn gegaan met ‘illegale’ praktijken met grote sociale impact.
Vanuit ‘Dikke Trees’ recruteerde de gastarbeider – zijn naam was Necmi – Turkse mijnwerkers uit Genk om in Gentse bedrijven te gaan werken. Hij hanteerde daarbij ‘koppelbaas’-praktijken. Maar daar kwam als belastend element nog bij dat in die tijd Turkse gastarbeiders uitsluitend in de mijnbouw mochten worden ingezet, niet in het Gentse textiel.
De gerekruteerde mannen kregen eveneens onderdak bij ‘Dikke Trees’. Door het succes van Necmi’s illegale praktijken, zat het logementhuis al snel overvol, zodat de leefomstandigheden er bar werden. Bovendien moesten de nieuwe gasten er per bed betalen, zodat de zaak ook naar een vorm van ‘huisjesmelken’ rook.
Toen dit de overheid ter ore kwam, werd de man het land uitgezet. Ligt bij hem de kiem voor de aanwezigheid van Turken in Gent?
De in Sint-Amandsberg “aangespoelde” Turkse gastarbeiders moesten wegwijs worden gemaakt in alles en nog wat. Daar zorgde kapper Gilbert voor, wiens kapperszaak op enkele passen lag van het logementhuis van ‘Dikke Trees’.
Carlo D. op facebookgroep ‘Dat és mijn Gent‘: “In de jaren zestig was Gilbert zijn kapperszaak op de hoek van de Achterstraat. Ik woonde toen in de Paviljoenweg en hij was het die mijn haar knipte.”
Gilbert Lamont had de Turkse gastarbeiders eerst als klant in zijn kapperszaak aan de Antwerpsesteenweg. Gaandeweg werd zijn zaak een officieuze integratiedienst. Hij vertaalde officiële poststukken, voerde zieken naar het ziekenhuis en dies meer, maar hield zich ook bezig met loononderhandelingen van zijn klanten. Of hij zich daarvoor liet betalen, en of die mogelijke vergoedingen billijk waren, is ons onbekend.
Feit is, dat Gilbert door zijn helpende hand zeer populair was bij de Turkse gastarbeiders. Op zijn begrafenis in de Sint-Amandsuskerk in 1995 stonden honderden Turkse rouwende in en buiten de kerk. (Bron: Dienst Cultuur, Dienst DSMG)
Belle époque, chique gemeente
Het is nog niet zo lang geleden dat over Sint-Amandsberg werd gesproken als een ‘chique gemeente’. Dit was althans het geval aan de kant van het Oud-Gemeentehuis, de parochiekerk van Sint-Amandus, Campo Santo (Lees op deze blog: Campo Santo, stilte voor de 1-november-storm) – bij den Birg dus.
Welstellende bloemisten zorgden mede voor die goede reputatie. Overigens was Sint-Amandsberg tot in 1872 een deelgemeente van Oostakker.
Men vindt de rijkdom van weleer terug in onder meer enkele overgebleven belle époque-huizen. Aan de Antwerpsesteenweg – in de buurt van kapper Gilbert (zie boven) staan er twee zij aan zij.
Over die twee gelijkaardige, eclectisch getinte statige herenhuizen weet inventaris.onroerenderfgoed.be dat de ene woning van 1910 en de andere van 1909 dateert. Beide werden ontworpen door architect Joannes Alphonsius Rooms, ingeweken Kemzekenaar, inwoner van Sint-Amandsberg. De huizen bezitten een merkwaardige zeszijdige erker, waaronder elk een moraliserende boodschap prijkt: enerzijds ‘Arbeid Adelt‘ en anderzijds ‘Kunst Veredelt’.
De belle époque heeft twee kanten. Arme luizen huisden in cités. Ook aan de Antwerpsesteenweg waren er cités, net zo goed als aan de Dendermondsesteenweg. In het ene geval van arbeiders en hun gezinnen die werkzaam waren in de grote bloemisterijen, en in het andere geval van arbeiders die in de industrie werkten. Denk respectievelijk aan: bv. de ‘Spaanse koer’ aan de Antwerpse Voetweg en het beluik aan de Bloemistenstraat, vervolgens aan bv. de ‘Tjiepkensdreve’ bij de fabriek Buyse-Baertsoen. Alle zijn verdwenen. De betere burgerij en de bovenklasse resideerde in de weelde. (Lees op deze blog: Fabriek wacht op co-housing) (Lees op deze blog: Het leven van toen in de cité)
Schutterstoren
In een noordwestelijke uithoek van de Rozebroeken, vlakbij de knik in de Johannes Hartmannlaan, ligt verscholen in het groen en besloten achter een hek, de Schutterstoren. Deze 30m-hoge toren uit 1970 wordt nog steeds gebruikt door de Handboogmaatschappij die al in 1875 ontstond. Ondanks het feit dat de vereniging een katholieke inslag had, heette ze ‘Vooruit’. Om verwarring met de socialisten te vermijden, werd de naam later gewijzigd tot: ‘Immer Vooruit in Deugd en Vreugd’. Voor de bouw van de toren werkten de schutters met een ‘staande wip’ in open lucht. F.D.
Lees ook op deze blog:
‘Marka’, Vroonstalle, Sint-Catharinakerk, Wondelgem
Ledeberg: Een valse heilige in Ledebergkerk
Sint-Amandsberg: Spitaalpoortbeluik, Warneford- en Tienmeterstraat