persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
STRATEN/ STAD – 24 mei 2017 – Neem een kijkje in de in’s & out’s van het Sint-Pietersplein. Haar huidige aanblik en belevingswereld, die van decennia terug en die van eeuwen geleden. Achtereenvolgens onder de subtitels hieronder: Prince, “Eerste kan. Overpoort”, Sekscinema Leopold & ander vertier, Bij Yucca & Jan Cremer, Batavia & De Vreese, Tweekerken en Pieterlingen.
Lees ook op deze blog: Sint-Pietersplein, noch handelaars, noch kandelaars
Prince
Wie – niet gehinderd door historische kennis – aan het Sint-Pietersplein denkt, zal zich een evenementenplein voor de geest halen. Doorheen het jaar vinden er tal van sportieve, muzikale, culturele en volkse evenementen plaats, tegen het decor van de kerk, de abdij en de rijen witte 19e eeuwse herenwoningen.
Om er een paar te noemen: bv. diverse studentenfeesten en scholierenactiviteiten, de Halfvastenfoor, de Floraliën, sportevenementen, openluchtrecepties en zelfs nog het goede oude circus.
Als festivalplein schreef het plein het geschiedenis door, onder andere, de optredens van Massive Attack, Ennio Morricone, Leonard Cohen en van Prince. Wie kinderen heeft, of het zelf nog is, weet allicht dat de abdij het permanente museum De wereld van Kina binnen de muren heeft.
En natuurlijk ook is daar ook de Kunsthal van de Sint-Pietersabdij met haar permanente en tijdelijke tentoonstellingen.
“Eerste kan. Overpoort”
Het Sint-Pietersplein ligt in het hart van de studentenbuurt. Je zou kunnen zeggen: “tussen leslokaal en vertier”, of: tussen de universitaire gebouwen en de studentencafés van Overpoort. Daarachter, tussen Kantienberg en Stalhof, liggen ook nog talrijke student homes. Het plein flankeert ook de Sint-Amandstraat, waarachter een studentenkotenwijk bij uitstek schuil gaat. Vanop het Sint-Pietersplein kan je via de monumentale trap naar het Sint-Amandsplein en van daar naar de studentenkoten.
De student die – onbezorgd over haar geschiedenis – over het Sint-Pietersplein loopt, zal onthouden dat in één van de vele 19e eeuwse woningen, het volkscafé De Kroon ligt, alsook de – bij studenten populaire – snackbar Basic Italian. Hij/zij zal weten dat je om de hoek aan de Sint-Amandstraat ‘Bierologie‘ kunt studeren in het gelijknamige café, en dat danscafés Point Final, Decadance, CUBA en zo veel cafés meer, in het verlengde van het plein – in de Overpoortstraat – liggen.
Laatstgenoemde dancings liggen schuin tegenover Albert Heijn – dat dicht moet, maar het nog altijd niet is. (Lees in het Archief van deze blog: Weg uit “het gat van de Overpoort“) In het gebouwencomplex, waar AH en ook Kruidvat zit, was tot voor een aantal jaren het studentenrestaurant gevestigd, dat naar de Kantienberg verhuisd is.
Het succes van Decadance is af te meten aan het aantal taxi’s dat ’s ochtends, tot 9 uur, aan de dancing postvat, om feestgangers die in het deurgat nog wat staan te lummelen, huiswaarts te rijden. De reputatie van het danscafé is niet onbesproken.
De straat zorgde voor een legendarische uitdrukking, met name: “Eerste kan(didatuur) Overpoort studeren”.
Dezelfde straat is ook bij studenten gekend voor haar “Kristalnacht” – aangebrande benaming van een jaarlijks straatritueel. Gespeld als “Cristalnacht” verwijst het naar de tijd dat er en masse veel pils van het biermerk Cristal gedronken werd, en dat de lege glazen traditiegetrouw op de straatkeien aan scherven werden gegooid. En in die tijd mochten er – ook op dat moment – nog automobilisten doorheen die massa laveren! Glazen kapot gooien, mag nu niet meer, overigens wordt het bier nu in plastic bekers geserveerd.
Cafénamen gingen soms enkele studentengeneraties mee, anderen sneuvelden snel en werden vervangen door nieuwe namen. Het gerucht ging, dat als je het als cafébaas een paar jaar volhield, je steenrijk werd, ofte ‘binnen was‘. Eén van de weinige namen die al eeuwen meegaat, is café Krawietelke aan de Blandijnberg.
Toch nog meegeven dat in café Overpoort Bowl – gegeerd voor zijn grootscherm tijdens voetbaltoernooien en zijn bowling – ooit uitvalsbasis voor taxibedrijf V-Tax is geweest.
Sekscinema Leopold & ander vertier
Op de hoek van het plein met de graaf Arnulfstraat en de Abt Florbertusstraat beleeft café Pi-Nuts al jaren naam en faam. Tijdens de decenniumwende ’70/’80 heette dat daar: café Het Zwarte Woud.
Aan dezelfde kant van het plein ligt café Bristol Club, wat met haar snooker en haar zomerterras een vaste waarde was.
Het café is zowat een maand geleden dicht gegaan. Wie het roer wenst over te nemen, betaalt hiervoor zware huur. Hoeveel pintjes moet je maandelijks tappen om break-even te draaien?
Wie al een paar jaar is afgestudeerd, zal zich herinneren dat Bristol Club’s buur, de videotheek Roxy Center, nogal prominent aanwezig was. De zaak sloot vorig jaar. Ze ontstond meer dan 30 jaar geleden, enkele jaren nadat “Video Killed the Radio Star” uit de luidsprekers schalde. Op haar beurt werd de videotheek verdrongen door betaaltelevisie.
En, als student heb je allicht nooit veel aandacht besteed aan dat andere merkwaardige huis op het plein: de apotheek met zijn art-nouveau pui. Want die is, na ruim honderd jaar activiteit, enkele dagen geleden gesloten, omdat er niet voldoende klanten waren.
Eerder afgestudeerde studenten met werkplek aan en om het Sint-Pietersplein herinneren zich misschien nog sekscinema Leopold. Die lag op het plein, aan de kant van de Blandijn, waar nu SD Worx haar zetel heeft.
Hierover liet Jean Blaute ooit opschrijven: “Begin de jaren ’70 gingen Roland en ik, plus al eens wat slechte vrienden, in Ciné Leopold – ’t Leopolken – in Gent naar slecht gemaakte, totaal onschuldige seks In Tirolerfilms kijken. Lachen. Ook met de schimmige figuren die daar ’s namiddags hun Duits kwamen updaten.” (Uit: florsnieuweblog)
De sekscinema is in 1981 in vlammen opgegaan. Er was kwaadwilligheid in het spel. De eigenaar zou hem zelf in brand gestoken hebben. Was het videotheek Roxy Center, enkele huizen verder aan het plein, dat met haar groot aanbod aan seksvideo’s, het laken naar zich toe trok? Geen liedje gevonden, getiteld: “Video Killed the Sexcinema Star”.
Diezelfde oudere afgestudeerde weet ook dat er op het plein, in de richting van Overpoort, het befaamd Mosselhuis gevestigd was.
In het huis waar nu Basic Italian zit. Je kon er in een zaaltje – het was eigenlijk een huiskamer – een bord mosselen krijgen voor een fractie van de prijs van vandaag. Toen begin de jaren ’80 de mosselen er al meer dan €5 begonnen te kosten, ging men er al over te sakkeren.
Die-zelfde student-en zullen zich ook nog de uitgebloeide COOP-kruidenierszaak herinneren op de hoek met de Overpoortstraat. Tegenwoordig zit daar Snack Tonton.
Enkele huizen links van de apotheek was eind ’70 – begin ’80 de zaak gevestigd met de naam ‘Wonderen der Zee‘. Er hing een afbeelding van een zeepaardje tegen de gevel. Het was een kunstgalerij die deze naam droeg. Op een ander moment was het een reisbureau.
Michel Vuijlsteke, van het vroegere online stadsmagazine gentblogt.be, vult aan: “Het was in oorsprong een garage die vol met aquariums stond. Geen idee wat het precies was – particulier of for profit – maar ik herinner me wel dat ik er rond 1980 met mijn vader naartoe ging en enorm onder de indruk was van de giftige leeuwenvissen.”
Links van de vroegere galerij zit nu kledingzaak Miekemuis. Schuin tegenover, op de hoek van Overpoortstraat en Kunstlaan, heeft de Carrefour Express de functie van kruidenier overgenomen.
Aan de rotonde met Overpoortstraat en de Sint-Amandstraat en Kunstlaan ligt ook het frietkot van Julien zaliger ofte De Gouden Saté .
En even verderop, aan het Kramersplein, staat er nog een frietkot, maar dan in caravanstijl. Al sinds mensenheugenis.
In de Sint-Amandstraat maakten enkele decennia geleden café Den Hoed en – schuin tegenover – café Den Bolhoed furore als studentenkroegen. Vandaag heten die zaken respectievelijk Taverne Petrus en café Defoo. Daar tegenover ligt café Backdoor.
Toen de uitbater van Den Hoed zijn huurcontract niet kon verlengen, in 1980, ging hij twee huizen verder het café De Nieuwen Hoed openen.
Bij Yucca & Jan Cremer
Was het huidige Kramersplein tot 1840 niets meer dan een modderpoel achter de Sint-Pietersabdij. Eenmaal gedempt, bleef het lange tijd niet veel soeps. Aan de voet ervan ontstond een cité, grenzend aan de fabriek van de Hemptinne bij de Muinkschelde ter hoogte van Ter Platen. Deze cité situeerde zich tussen de Kantienberg, het Stalhof en de Voetweg. Nu zijn daar de student homes in hun vreemde torengebouwen. Overigens was er aan de overkant van het water ook nog Cité de Hemptinne, die tot op vandaag bewaard gebleven is. (Lees in deze blog: Familie de Hemptinne)
Maar iets hogerop in in de Voetweg, in de richting van het Kramersplein, ligt nog de cité, in een smal steegje achter en poortje, genaamd ’t poortje van de handborstel’.
De Voetweg ligt achter het vroegere schoolgebouw op het Kramersplein. Er staan nog kleine arbeiderswoningen uit de tweede helft van de 19de eeuw. De Voetweg loopt schuin terug naar de Kantienberg.
Het nieuwe Ugent torengebouw met studentenrestaurant ligt aan die Voetweg.
Wie vandaag student is, weet dat in de Voetweg thans onder meer café Molotov op de hoek ligt. En wie vandaag student is, weet nog veel beter dat op het eens zo saaie Kramersplein thans een oord is waar je al vroeg in het seizoen in een caféstrandstoel kan liggen zonnen:
op de stoep bij Bar Jan Cremer, naast The Corner en bij de Yucca op de andere hoek.
Lange tijd was het Kramersplein synoniem met: een schooltje met internaat, de frituur in caravanstijl en een parkeerplaats waar studenten gingen urineren en waar het in de regel hard stonk. Het schooltje heeft plaats geruimd voor het Liberaal Archief.
Van het plein daal je de Kantienberg even af en betreed je de tuin van de abdij, die voor de studenten een evenwaardige plek is voor een zonnebad, als het weer het toelaat uiteraard.
Onderaan de Kantienberg, bij de Muinkschelde, ligt Vrijzinnig centrum en café De Geus van Gent. Het spreekt niet zozeer tot de verbeelding van de jonge studenten, des te meer van de soixant-huitards.
Niet omdat het toen al legendarisch zou zijn geweest, maar wel omdat de uitbaatster ‘Motte Claus‘ was, de schoonzus van Hugo Claus, die het daar tot aan haar pensioen heeft getrokken – en dus de zaak onuitwisbaar verbonden blijft met de naam en faam van de Hotsy Totsy aan de Hoogstraat. (Lees ook op deze blog: De Gentse straten van Claus & Co)
Batavia & De Vreese
Besef als student die dagelijks in de buurt van het Sint-Pietersplein uithangt, dat – zowel aan de ene zijde als aan de andere zijde van het plein – er gigantische arbeiderswijken waren. Aan de kant van het Kramersplein was dat de hierboven beschreven cité bij de Muinkschelde.
Aan de kant van de Blandijn, lag vanaf het Hollands Bewind tot de jaren 1880 de Bataviawijk – een citéwijk, berucht voor zijn dompelaars en de dodelijke ziektes die er heersten. De naam Batavia verwijst naar de hoofdstad van het toenmalige Nederlands-Indië. Het pleintje aan het Ugent Rectoraat ofte UFO werd ernaar genoemd. De naamgeving is een twijfelachtig eerbetoon aan Willem I. Eerbetoon? Hij was ook nog oprichter van Ugent, niet te vergeten.
De dompelaarswijk ruimde de plaats voor het nieuwe Instituut der Wetenschappen aan de Jozef Plateaustraat.
De zogenaamde Boekentoren en het Hoger Instituut voor Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde nam in de daarop volgende jaren de plaats in van het De Vreese Beluik dat er sinds het midden van de 19e eeuw in de wijk ingeplant was. Het neerhalen van dit beluik – samen met het Batavia-beluik dat eerder werd afgebroken – maakte het mogelijk dat het epicentrum van Ugent in de jaren 1930 van het oude stadscentrum verschoof naar deze buurt. (Lees ook op deze blog: Studenten in Gent, “heerkens van goed leven”)
Tweekerken
Nog even terug naar het Sint-Pietersplein zelf. Als je vanaf Basic Italian diagonaal naar de overkant van het plein kijkt, vind je een grote witte, quasi uniforme gevelrij. Daarachter huist het Klooster en Rustoord voor dames van de zusters van de Onbevlekte Ontvangenis – de Apostolinnen.
Historische monumenten op het Sint-Pietersplein zijn uiteraard de Sint-Pietersabdij en de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Sint-Pieters.
De abdij is een voormalige Benedictijnenabdij, die door Amandus van Gent of een van zijn volgelingen in de 7e eeuw gebouwd werd op een terrein dat ooit zou toebehoord hebben aan een Gallo-Romein, genaamd Blandinus. Amandus stichtte ook de andere abdij in Gent, de Sint-Baafsabdij. Karel de Grote liet de Sint-Pietersabdij heropbouwen in 811 en verleende haar eigendommen en macht.
Minder bekend is, dat naast de huidige abdijkerk er nog een parochiekerk stond – ook met de naam Onze-Lieve-Vrouw – waar het een paar keer hevig gebrand heeft. De kerk werd afgebroken in 1799, samen met een deel van de abdijgebouwen in 1811. De straatnaam Tweekerkenstraat, toegang tot de Ugent Faculteit Economie, verwijst daar nog naar.
Pieterlingen
Nog voor het jaar duizend ontstond het Sint-Pietersdorp – dat tegelijk met het Sint-Baafsdorp – uitgestrekte landerijen bezat, respectievelijk ten zuiden en ten noordoosten van de stad. Ruim achthonderd jaar – tot aan het Frans Bewind – bleven die onafhankelijk van de stad. Ook al lag een deel van het Sint-Pietersdorp vanaf midden de 13e eeuw binnen de stadsomwalling.
Graaf Arnulf deelde in de 10e eeuw – een cruciale tijd voor de twee grote Gentse abdijen – de lakens uit. Honderd jaar eerder hadden de Vikings de monniken verjaagd. Die van Sint-Pieters kwamen al vroeg terug naar de Blandijn. Arnulf’s vader, Graaf Boudewijn II (de Kale) had na het vertrek van de Vikings het abdijdomein onder zijn voogdij geplaatst. Er kwam ook een familiegrafkelder in de abdij. Zoon Arnulf I gaf de monniken hun land terug en werd er lekenabt. Meer zelfs: bij de terugkomst van de monniken van Sint-Baafs, plaatst Arnulf de Bavelingen onder het gezag van de Pieterlingen. Dat een straatnaam naar hem werd genoemd – tussen Blandijn en Sint-Pietersplein – hoeft dus niet te verbazen.
De Sint-Pietersabdij heeft gedurende haar lange bestaan heel wat onheil te verduren gehad. Van de Vikings tot de Beeldenstorm en de Franse Revolutie met in haar zog: Napoleon Bonaparte, die bezittingen van religieuzen verbeurd verklaarde. Het stadsbestuur verwierf in die tijd de kloostergebouwen, herschiep het ene deel tot kazerne – wat vandaag nog overgebleven is, en sloopte het andere deel om plaats te maken voor een oefenveld – het huidige plein.
Slechts in 1950 verlieten de militairen het klooster en besliste de stad om de Sint-Pietersabdij te restaureren. F.D.
Lees ook op deze blog: Sint-Pietersplein, noch handelaars, noch kandelaars
Lees ook op deze blog: Kroniek van de Sint-Pietersabdij