persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
“Unter den Linden”
‘CURSIEF’/ STAD – 06 augustus 2022 – Hij is omstreden. Door de ene verafgood, door de andere verguisd… de Stadshal, ook smalend “Schaapstal” genoemd. In zijn poëtische proza schildert de auteur met woorden, niet alleen wat er staat, maar ook wat er esoterisch rondom zweeft, waarbij je een inkijk krijgt in zijn hoofd… door Rudi Devuyst
In het oude hart van Gent, beschermd en omarmd door de heiligen van Niklaas en Baafs, ziet men haar op betonnen benen spelen aan de voeten van ‘t Belfort.
Zij is de Stadshal.
Zij is de Schaapstal.
Open is zij. Open als de armen van de stad.
Je loopt er dwars doorheen. Je fietst er onderdoor.
Je springt er, je danst er, je drinkt en je schaatst er.
Open is zij. Ten allen kante.
Je schreeuwt er, je lacht er, je giert en je bralt er.
Zelfs de stilte wordt er stil op ‘t Braunplein losgelaten.
‘t Is een fenix die daar staat, verrezen uit de as van iets wat nog niet eens geboren was. Verguisd nog voor de eerste steen was gelegd, ei zo na door de Gentse Stroppen gefnuikt. Een couveusekindje op de rand van Leven en Dood.
Want vanop het terras van ‘de Max’ zou je ’t Belfort niet meer zien en ook de Renaissancegevel van ‘t Stadhuis zou aan ‘t bewonderend oog worden onttrokken. En dat ‘t een schande was ! En dat ‘t niet te geloven was ! En dat de stadsfinanciën nu ook een strop om de nek kregen. Meer dan drie miljoen euro, begot ! … Karel was weer in ‘t land, ‘t kot was te klein, de stad stond in brand.
Maar in het hoekje van het plein ontblootte Pero weer haar borst en liet het op sterven na dode kind van haar melk drinken.
En het kind dronk. Het dronk veertig meter lang en het dronk twintig meter hoog. Het dronk veertienhonderd glazen raampjes. Het kind werd de Stadshal. Het kind werd de Schaapstal.
En nu ?
Van jong tot oud, van peuter tot kleuter tot ouder en nog ouder; van links tot rechts; van autochtoon tot de ten grave gedragen allochtoon; van betoger tot bierproever; van burgemeester tot burger; van bellenblazer tot Belleman; van zanger tot pianist, van Vaisakhi tot Kerstmarkt.
Van winter tot zomer; van lente tot herfst.
Van literair tot culinair, van poëtisch tot bombastisch, van draailier tot draaitafel …
Aan alles en allen in Gent biedt dat kind, biedt die Stadshal, biedt die Schaapstal, open ten allen kante voor mensen van gelijk welker kunne, een tijdelijk dak boven het hoofd. Om te doen wat men graag doet. Om te luisteren naar wat men graag hoort en soms niet graag hoort. Om te verzamelen alvorens te vertrekken.
Dus als de bronzen Roeland vandaag nog in die toren zou hangen die eenzaam en grijsd boven Gent rijst, en hij zijn kleppe weer zou verheffen voor gelijk welke brand, dan zou de Gentenaar weer weten waarheen.
Berlijn heeft van “Unter den Linden” een begrip gemaakt.
Ik stel voor dat Gent van “Onder de Stadshal” een even beroemd begrip maakt.
Dit verhaal verscheen eerder, op 12 september 2018 – onder de titel ‘Ode aan de Stadshal’ – op de blog ‘Sleepless in Ghent‘
De uitgelichte afbeelding bovenaan de pagina is afkomstig van die blog.
‘
Lees ook op deze blog:
STAD – 1970s-’80s. Er waren toen nog zekerheden in het leven
Lees ook op deze blog: