persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
STRATEN/ARNEs OLDTIMERS – 17 september 2016 – Hoe zagen de straten van quasi 40, 50 jaar geleden er uit in en rondom het “Miljoenenkwartier”? Of meer precies: in de Sint-Pieters-Aalstwijk en in de Sint-Pieters-Aaigemwijk en Stationswijk? Wij selecteerden tekst en foto’s van het Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed. Bij elke foto zochten we welke automodellen te zien zijn, en in welke periode ze gebouwd werden.
Klik op de rechterkant van het fotoboek om de volgende plaatjes van inventaris.onroerenderfgoed.be te bekijken
Sint-Pieters-Aalstwijk
Sint-Pieters-Aalst was een landelijke nederzetting van Frankische oorsprong, door koning Dagobert (7de eeuw) geschonken aan de Sint-Pietersabdij. Tot 1795 maakte het deel uit van het Sint-Pietersdorp – buiten de stadsmuren. Sinds 1716-20 al doorkruist de Kortrijksesteenweg het gebied. Sporadisch kwam een landelijke bebouwing voor. In 1856 werd de proosdij Sint-Pieters-buiten opgericht voorzien van een kerk naar ontwerp van J.B. Boterdaele, in 1874 verheven tot parochie. Circa 1877 werden de bestaande buurtwegen vastgelegd en kregen hun benaming (Sint-Pietersaalststraat, Maaltebruggestraat, Reigerstraat, Voskenslaan).

Uit het begin van de 20ste eeuw dateren grootse plannen voor de aanleg van de wijk (1904-1906), waarbij nieuwe kazernes en grote lanen als de Krijgslaan en de Grondwetplaats (huidig Paul de Smet de Naeyerplein) voorzien waren. Kort nadien werd echter beslist de wereldtentoonstelling van 1913 in dit gebied te organiseren. De terreinen werden begrensd door de bestaande Zwijnaardse– en Kortrijksesteenweg, de nieuwe spoorwegberm naar Oostende en de oude spoorlijn naar Kortrijk (de huidige De Pintelaan).

De al bebouwde rechter straatzijde van de Sint-Pietersaalststraat werd hierbij behouden. Pas na de eerste wereldoorlog werden de terreinen opnieuw aangelegd en bebouwd vanaf 1925-30. Hierbij bleef de aanleg van de tentoonstelling determinerend voor het stratenpatroon (centraal park met ’t Ros Beiaard standbeeld in het huidige Paul de Smet de Naeyerplein met loodrechte straten erop). Het standbeeld vormt zowat de spil van deze open residentiële woonwijk, in de volksmond “Miljoenenkwartier” genoemd, omwille van de rijkelijke villa’s in eclectische of modernistische stijl, naar ontwerp van bekende Gentse architecten.

Naar het oosten toe is een geleidelijke overgang naar de arbeiderswijken merkbaar aan de Zwijnaardse- en Ottergemsesteenweg door aaneensluitende burger- en bediendenwoningen.

Naar het zuiden toe vormen de villawijken zogenaamd de “Sterre” en “Maalte“, aan de Kortrijksesteenweg, een natuurlijke overgang tussen stad en platteland. Het Maaltekasteel en voormalig kasteel Hanus op de wijk Maaltebrugge (grens met Sint-Denijs-Westrem) werden door de aanleg van de Ringvaart (1969) als het ware afgesloten van de stad.
Sint-Pieters-Aaigem- en Stationswijk

Evenals Sint-Pieters-Aalst is de Sint-Pieters-Aaigemwijk van Frankische oorsprong en tot 1795 maakte het deel uit van Sint-Pieters-extra-muros. Het werd gekenmerkt door een sporadische bebouwing in het gedeelte “buiten de Kortrijkse Poort”, de oude Ganzendries en ’t Patijntje bij de bochtige Leie. In 1877 kregen de oude buurtwegen hun naam (Meersstraat, Smidsestraat, Patijntjestraat, Lostraat).
De plannen van aanleg voor de wijk dateren uit het begin van deze eeuw maar werden pas definitief uitgevoerd na de bouw van het nieuwe Sint-Pietersstation (1908-12) naar ontwerp van architect L. Cloquet.

Het station stimuleerde de commerciële ontwikkeling van het plein ervoor en in de convergerende straten(Koningin Maria Hendrikaplein, Koning Albertlaan, Koning Boudewijnlaan, Koningin Elisabeth– en Astridlaan, Prinses Clementinalaan). Horeca en kleinhandel wisselen af met burgerhuizen in variërende bouwtrant met overwegend art-nouveau-inslag. Tijdens de eerste wereldoorlog werd de Leie rechtgetrokken tussen het Patijntje en de kort voordien aangelegde Koning Albertbrug.

Het moerassige gebied tussen de Leie en de spoorlijn naar Oostende werd pas in de jaren 1930 geürbaniseerd. Naast al bestaande wegen (Aaigemstraat, Patijntjestraat, Rijsenbergstraat) met een sporadische oudere bebouwing en ook overwegend 20ste-eeuwse architectuur, werden volledig nieuwe straten getrokken (Sportstraat, Distelstraat, Handbalstraat, Tennisbaanstraat) met woonhuizen in modernistische stijl. Naast eengezinswoningen komen ook de eerste meergezinswoningen voor.

De moerassige gronden ten zuiden van de spoorlijn, tussen de Leie en de in 1969 in gebruik genomen Ringvaart zijn nog grotendeels onbebouwd. Enkel in de Sint-Denijslaan, en een deel van de oorspronkelijk landelijke Meersstraat, komen vanaf het begin van de 20ste eeuw enkele villa’s en buitenhuisjes voor, de laatste jaren uitgebreid met enkele nieuwe villakwartieren. F.D.
Met dank aan inventaris.onroerenderfgoed.be
Lees ook op deze blog:
Rommelmarkt “Miljoenenkwartier” 2019
Lees ook op deze blog:

