persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
Het Gentse Stadhuis is een symbool van continuïteit én breuk: tussen gotiek en renaissance, tussen middeleeuwse macht en moderne stadsontwikkeling.
STAD – 02 juni 2025 – Het Stadhuis van Gent is niet zomaar een administratief gebouw. Wat het gebouw bijzonder maakt, is de samensmelting van twee totaal verschillende bouwstijlen: de flamboyante laatgotiek aan de Hoogpoort en de sobere renaissance aan de Botermarkt. Die dualiteit weerspiegelt de culturele overgang die zich in de 16e eeuw voltrok.

De Gotische Vleugel: ‘Schepenhuis van de Keure’
Het oudste gedeelte van het Stadhuis, aan de Hoogpoort, het zogeheten ‘Schepenhuis van de Keure’, werd opgetrokken in het begin van de 16e eeuw. De eerste plannen dateren van omstreeks 1516-1517. Aanvankelijk werden lokale bouwmeesters ingeschakeld, waaronder Jan Stassins, bekend van zijn werk aan de westertoren van de Sint-Janskerk (nu de Sint-Baafskathedraal). Hun ontwerpen voldeden echter niet aan de verwachtingen van de stadsmagistraten.

De Gentse schepenen richtten zich daarop tot de meest toonaangevende architecten van dat moment: Dominicus de Waghemakere uit Antwerpen en Rombout II Keldermans uit Mechelen. Zij behoorden tot de invloedrijke Brabantse bouwtraditie, die toen de toon zette in de Nederlanden. Deze school combineerde gotiek met beeldhouwkunst op een bijzonder verfijnde manier. Hun plannen voor het ‘Schepenhuis van de Keure’ waren ambitieus: een rijk versierde gevel met maar liefst 21 traveeën aan de Hoogpoort, met centraal daarin een schepenkapel die ook visueel geaccentueerd werd door een markant dakvolume.



Gustave Dierkens (1878 en 1940)


Toch kwam van dat grootse ontwerp slechts een kwart tot stand. Door geldgebrek en instabiele politieke omstandigheden — waaronder de oorlog tussen Karel V en Frans I in 1521, het beleg van Doornik en een pestepidemie in Gent — werden de werken in 1522 al stilgelegd. Na de opstand van Gent in 1540 werden de plannen definitief opgeborgen. In plaats daarvan verschoof de focus naar de bouw van het Spanjaardenkasteel, een militair bolwerk dat de stad onder keizerlijk gezag moest houden.
De Renaissancevleugel: ‘Schepenhuis van Gedele’

Pas tientallen jaren later, tussen 1595 en 1618, werd het project hernomen, maar nu aan de kant van de Botermarkt. Het ‘Schepenhuis van Gedele’ werd volledig in renaissancestijl gebouwd, geïnspireerd op de klassieke Italiaanse palazzo’s. Deze bouwstijl, die rationeler en soberder was dan de gotiek, symboliseerde de hernieuwde interesse in de klassieke oudheid en een nieuwe stedelijke identiteit.



De gevel telt 17 traveeën, waarvan 13 toebehoren aan het ‘Schepenhuis van Gedele’. De opbouw is strikt hiërarchisch: het gelijkvloers wordt ondersteund door Dorische zuilen, de eerste verdieping door Ionische en de tweede door Korinthische zuilen. Dit schema weerspiegelt de klassieke architectonische orde en zorgt voor een evenwichtige en monumentale uitstraling.

Opvallend zijn de twee topgevels aan de zijde van de Poeljemarkt, waar typische renaissancistische elementen zoals voluten, nissen en obelisken een meer decoratieve en minder strakke uitstraling geven. Deze details wijzen op een lokale invulling van de renaissance: geen zuivere navolging van Italië, maar een creatieve vertaling naar de Vlaamse context.
In haar brochure uitgegeven door de Stad Gent in 1990, ‘Keizer tussen Stroppendragers’, liet Carine Van Bruwaene (‘MSK’) onder meer optekenen dat er in Gent vanaf de 14de eeuw twee schepenbanken waren. De schepenen die zich inlieten met het bestuur, het financiële beleid en de strafrechterlijke zaken kwamen samen in het ‘Schepenhuis van de Keure’. De ‘Schepenen van Gedele’ waren bevoegd voor erfenis- en voogdijkwesties.
Bronnen:
Carine Van Bruwaene: ‘Keizer tussen Stroppendragers’, 1990
Jozef De Brouwer & Ludo Vandamme, ‘Gent: duizend jaar kunst en cultuur’, 1975
‘Historische Stadsgidsen Gent’, uitgegeven door de Stad Gent, Erfgoedcel
Marc Ryckaert: ‘Historische stedenatlas van België: Gent’
Paul De Vylder: ‘Gotiek en Renaissance in de Lage Landen’
Léon Voet: ‘Het bouwbedrijf der Bourgondische en Habsburgse vorsten’
Lees ook op deze blog:
Een nieuwe stadhuistrap voor Napoleon
Bekijk ook op deze blog:
De ‘Bijloke’ was niet zo maar een hospitaal, maar een hele geschiedenis
Lees ook op deze blog:
