persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
Muziek Mel Torme, I’m comin’ home
Zie ook fotoalbum onderaan de pagina
De namen De Grote Sikkel en De Achtersikkel, zijn afgeleid van de patriciërsfamilienaam Van der Zickelen, die in de 14de eeuw zowel De Kleine Sikkel als De Grote Sikkel en De Achtersikkel bezat.
In 1531 werd het complex door erfenis in twee verdeeld: De Grote Sikkel aan de Hoogpoort en De Achtersikkel aan de Biezekapelstraat.
De Achtersikkel werd in 1573 gekocht door de Abdij van Eename als refugiehuis, en verkocht in 1797 als nationaal goed. Vanaf 1848 had de vrijmetselaarsloge er zijn zetel. Op het einde van de 19de eeuw kocht de Stad Gent het hele complex – samen met het huis ‘De Zwarte Moor‘ – naast de Cour Saint Georges. De gebouwen werden gerestaureerd tijdens de eerste jaren van de 20e eeuw en ingericht als muziekconservatorium. Het ontwerp kwam van stadsarchitect Charles Van Rysselberghe, die ook onder meer betrokken was geweest bij De Cirk. (Lees het verhaal van De Cirk aan de Zebrastraat op deze blog).
Architectuur volgens inventaris onroerend goed. “De Grote Sikkel aan de Hoogpoort bestaat uit twee statige trapgevels bij de restauratie gereconstrueerd in Doornikse kalksteen en volgens archiefstukken gedateerd 1481.”
“De Achtersikkel aan de Biezekapelstraat omvat verscheidene gebouwen uit verschillende perioden en uit verschillende materialen opgetrokken, ingeplant rondom een open pleintje, van de straat afgesloten door een ijzeren trek.”
“De oorspronkelijke gebouwen van de Achtersikkel omvatten: in het noorden een rood bakstenen torentje met vierkante muuropeningen, uit het eerste kwart van de 14de eeuw, geflankeerd door een gekanteeld gebouw, verbonden met een schuin eraan palende oostelijke vleugel met arcaden uit het begin van de 16de eeuw. →
In de oksel bevindt zich een ronde toren van kalkzandsteen uit de 15de eeuw, in de tweede helft van de 16de eeuw verhoogd met een octogonale renaissancebovenbouw (voorheen op de lambrisering binnenin gedateerd 1566). Aanleunend tegen de toren, bevindt zich een gotische kapel op de bovenverdieping uit het einde van de 15de eeuw, geschraagd door een kleine galerij, waartussen er een diepe waterput zit. De gekanteelde gevel met vier bouwlagen, geleed door waterlijsten die de kruiskozijnen aflijnen en om het hoektorentje lopen. De kruis- en bolkozijnen zijn afgewerkt met negblokken onder een strekse ontlastingsboog.” F.D.
Het Conservatorium en haar torenzicht in het fotoboek
klik rechts op foto voor meer beelden
Lees ook op deze blog:
Lees ook in het Archief 2015 van deze blog: