persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
GENTSE WINTER – 27 januari 2017
“Quo vadis, Domine?” vroeg Petrus ofte Sint-Pieter ooit aan Jezus. “Waar ga je naartoe?” Volgens de overlevering trachtte de apostel Petrus Rome te ontvluchten tijdens de Christenvervolgingen door de ketter Keizer Nero – hij pleegde zelfmoord, damnatio memoriae! Buiten de stad kwam Petrus Jezus tegen, die de vraag “Quo vadis, Domine?” beantwoordde met “Eo Romam iterum crucifigi” wat betekent: “Ik ga naar Rome, om opnieuw gekruisigd te worden“. Petrus beschouwde dit als een teken dat hij naar de stad moest terugkeren om bijstand te verlenen aan de geplaagde Christengemeente. Quo vadis? Uiteindelijk gingen ze allebei naar de hemel, zij met een tijdverschil. Daar stond Petrus ofte Sint-Pieter nog een mooie carrière te wachten. Hij werd er portier of in marketingtermen: gatekeeper. Door middel van een levensgroot beeld staat hij in de Sint-Niklaaskerk aan de Korenmarkt-Cataloniëstraat-Klein Turkije-Goudenleeuwplein te pronken met de fenomenaal grote sleutel van de hemel die hij van Jezus heeft gekregen. Wie overlijdt, moet zich bij hem aanmelden, wat overigens niet in de informatieve website van de Stad Gent vermeld staat. Een lacune in Gentinfo!?
(Lees ook op deze blog: Wat moet je weten over Gentse monumenten?)
Enkel wie dood is, komt in aanmerking voor een officiële straatnaam, c.q. parknaam, in de Stad Gent. Delphine Boël zal het geweten hebben. Hoewel het Buurtcomité van de Clementinalaan zeven jaar geleden het initiatief nam om het parkje langsheen de Burggravenlaan ter hoogte van de Kortrijksesteenweg naar haar te noemen, en daartoe in haar bijzijn ook een straatnaambord neerpootte, is dit nog steeds niet officieel. Ideale omgeving daar, zo dicht bij die andere straatnaamdragers van koninklijke bloede, zoals bv. Clementina, jongste dochter van Leopold II. Hoewel onofficieel, het bord met het opschrift Park Delphine Boël staat er na al die jaren nog, en het slaat inmiddels groen uit. Kenners zeggen dat het parknaambord slechts gedoogd wordt door het stadsbestuur. Het zit zo: wie een straat- of parkje op zijn/haar naam wil, moet dood zijn. Punt uit.
In dit opzicht heeft Walter De Buck het ‘geluk’ dat hij dood is. Sinds hij als een jaar of twee is heengegaan, overwoog het stadsbestuur om hem te eren door middel van de naam van een plein: het Walter De Buckplein. Het had eigenlijk al vorige zomer in kannen en kruiken moeten zijn, ware het niet dat de nabestaanden geen vrede konden nemen met een pleintje ter grootte van een zakdoek aan de voordeur van kunstencentrum Trefpunt – kloppend hart van de Gentse Feesten – wat niet meer van de bezieler ervan kan gezegd worden, met name: dat hij nog een kloppend hart heeft. Trefzeker ging de kogel nu door de kerk. Het plein zal zich uitstrekken van het kunstencentrum naar de Belfortstraat en naar de Sint-Jacobskerk. Dit is zowat de lap grond waar het verdwenen kerkhof van Sint-Jacobs heeft gelegen, en waar de knekels en het doodshoofd van Jan Palfijn allicht nog onder de kasseien liggen – kant Vlasmarkt, volgens de kenners. (Lees ook op deze blog: Twee fameuze dokters en Gentse straten) en: (172e editie Gentse Feesten? Quid?)
Tijdens de middeleeuwen was een manier om de pijp uit te gaan – en om dus theoretisch in aanmerking te komen voor een officieel straatnaambord – een passage via het Galgenhuisje aan de Groentenmarkt, dat overigens is aangebouwd tegen het Groot Vleeshuis alwaar tijdens de middeleeuwen kadavers werden verhandeld. Gevangenen werden er aan het huisje – toen pensenhuisje, thans cafeetje – aan de gevel vastgeklonken alvorens publiekelijk opgehangen te worden. We menen te weten dat veel executies op het Sint-Veerleplein plaats vonden en dat er later ook ooit nog tijdens de Franse Tijd een schavot heeft gestaan om gevangenen een kopje kleiner te maken. Ziedaar de oorsprong van de naam ‘Galgenhuisje’: het huisje op weg naar de galg, waar je ook nog aan lekkere ingewanden kon peuzelen.
Hun kop zijn ze kwijt, hun ingewanden hebben ze nog, dat gevogelte van slager Zwaenepoel in de Donkersteeg – nadat ze bij hem hun zwanezang hebben gezongen. Maar wat meer bizar is: de karkassen hebben ook nog hun poten! En sommige: een lange nek?! Deze bijzondere manier om een dood kieken aan de klant te presenteren, hebben we nog nooit gezien bij andere reguliere aanbieders van kippen, noch bij de zogenaamde foodtruckers à la Chickn’dale. (Lees op deze blog: Hallo met Gent) Dit ‘fraais’ zonder kop ligt in een glazen koelkast en luistert naar namen als: poulet jaune, poulet noir en poulet de Bresse… Bon appétit! In de Franse taal?, Ja, want ‘zwart kieken’ of ‘geel kieken’ klinkt beduidend minder appetijtelijk. Het oor wil ook wat! En dat is nodig, want ons oog kreeg iets creepy te zien.
Ons oog viel op – en schrok van – een naambord aan een gevel in Onderbergen. Het plakkaat getuigt van de aanwezigheid van ‘Pravda‘ achter deze gevel. Nu er veel commotie is over het manipuleren van verkiezingsresultaten door malicieuze Russische cyberactiviteit, is dit een serieuze statement. De krant pravda.ru is een propagandamedium dat desinformatie de wereld instuurt, net zoals haar evenknieën van recentere datum: Spoetnik en Speisa. Er werd al voor gewaarschuwd, maar dat die krant zo open en bloot een kantoor opent in Gent is nieuws! Te ware dat het hier een doodsimpel communicatiebureau betreft, een Gents filiaal van een Antwerps team? Dank u Antwerpen, voor zo veel desinformatie! Wel wat simpel. Maar goed, enkel de simpelen van geest zullen het Rijk God’s betreden. U maakt een goede kans bij Sint-Pieter!
Niet alle boeven worden naar de galg gebracht, zeker niet in deze moderne tijden. Op VTM loopt het leuke verhaal ‘Amigo’s‘: over ex-boeven die handelen als kiekens-zonder-kop. Ze beginnen een restaurant in het Gentse – langsheen een steenweg. Uit de beelden konden we nog niet achterhalen welke steenweg het precies is. We zagen wel shots in enkele Gentse straten. We zagen de boeven de gevangenis verlaten aan de Nieuwe Wandeling en even pauzeren aan de Groene Vallei. Een ex-boef overviel een bankbiljettentapper aan een geldautomaat aan de Sint-Pietersnieuwstraat en fietste vervolgens vermoedelijk door de Jozef Plateaustraat. Een andere boef had een nachtmerrie over een vrouw die bij de tramsporen staat aan de Hubert Frère Orbanlaan. Het belooft een spannende televisieserie te worden – ook al omdat acteur ‘Xavier-van-De-Kampioenen’ alias Berten in de eerste aflevering tijdens het omleggen van de moestuin al meteen een schedel naar de oppervlakte spit. Om een mysterieuze reden, of omdat hij zelf een moordenaar is, deelt hij zijn lugubere vondst niet met zijn collega’s, die voortdurend met andere problemen te kampen hebben. Zou er in het restaurant van de boeven ooit een moord gebeurd zijn? Zou het lijk hierbij gedumpt zijn in de tuin? Zou het lijk onthoofd geweest zijn, want enkel de schedel wordt gevonden? Is het een vrouw die allang vermist is en daar zielloos onder de grond werd gestopt?
Voor wie haar niet weet liggen: ze ligt achter de parking aan de Sint-Michielskerk, tussen Onderbergen en het Ingelandgat. In die smalle straat, daar in de Wilderoosstraat, ligt niet het lijk van een vermiste vrouw, maar staat nog steeds torenhoog op een trapgevel – en daardoor onttrokken aan het oog van de onbevangen wandelaar – het Manneke Pis. Zijn rivaal is een Manneke Pis aan de Kraanlei. Het huidige bronzen exemplaar vervangt daar het vroegere uit terracotta nadat dit – zonder bloeden – uit elkaar was gespat na een val van het raamkozijn. Met de nodige schalkse neerbuigendheid plast dit mythologische Manneke op de goegemeente, met haar wereldse, voor afgestorvenen, onbelangrijke, zorgen. “Neem wat afstand van het sérieux, loop daar niet rond als een kieken-zonder-kop”, lijkt dit Manneke te willen zeggen. Pis op de wereld, ze is toch maar wat ze is. Om Jacques Brel te parafraseren: pisse comme je pleure sur le monde cruelle/ les femmes infidèles. Het aardse bestaan is immers vergankelijk. (Lees in het Archief 2015 van deze blog: Gent telt drie “Mannekes Pis” en twee “Meiskes Pis”)
Ook Hubert Frère Orban was vergankelijk, ondanks zijn tijdelijke roem. Anderhalve eeuw geleden was hij Eerste Minister. Als ultra-liberaal stond hij voor de ontkerkelijking van het onderwijs, wat voor heel wat tumult zorgde. Ter illustratie: op de Zuiderbegraafplaats aan de Noendries en Ruststraat staat op de grafsteen van een andere seculariseerder te lezen dat hij tijdens zijn leven een martelaar was van de Katholieken in zijn strijd voor het Gemeenschapsonderwijs in Gent. Hij heette Frederik De Pestel en leefde eveneens anderhalve eeuw geleden. (Lees in het Archief 2015 van deze blog: Begraafplaatsen: de vergeten Van Peene, Miry en De Pestel) Toch werd hij werd niet gekruisigd, noch aan de galg gepraat. Enkel wat gekoejoneerd door geestelijken die vonden dat het onderwijs niet bevuild mocht worden door sossen en liberalen. Bij het ter hemelpoorte verschijnen van zijn stoffelijk overschot heeft Sint-Pieter hem heel zeker toch binnengelaten, gezien die hoofdvogel der apostelen niet verdacht kan worden van enige kieken-zonder-kop-handelingen. En die geestelijken, dat zijn ook maar stervelingen. F.D.
Lees ook op deze blog: