persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina
STAD/ ENTREPRENEUR – 05 maart 2018 – De voorbije weken kon men niet voorbij aan het fenomeen ‘ijskelder’, gezien de gevoelstemperatuur in de straten aldus aanvoelde. Tot op vandaag gebruiken we de zegswijze “zo koud als in een ijskelder“, terwijl ijskelders al zowat een eeuw niet meer in gebruik zijn.
Hoewel de ijskelders aan de Nieuwe Wandeling en aan de Ekkergemstraat allicht even bekend waren in Gent, wordt toch de glacière aan de Sint-Pietersnieuwstraat het meest besproken in de literatuur. Ook in het Rabot was ooit een ijskelder.
Brasserie & Glacière du Petit Château d’Emaüs
‘Ijskelders’ zijn een 19e eeuws fenomeen. Alvorens de koudetechniek – die uiteindelijk naar het ontstaan van de koelkast leidde – werd uitgevonden, was ijs het belangrijkste koelmiddel. Het ijs kwam in hoofdzaak uit de Scandinavische landen – vooral vanuit Noorwegen dat sinds het midden van de 19de eeuw een kristalhelder ijs exporteerde – en werd per boot aangevoerd. Ondergrondse reservoirs zorgden er voor dat het ijs het hele jaar door bewaard kon worden. Het ijs diende in hoofdzaak voor het afkoelen van dranken. Herbergiers en ziekenhuizen maakten er gebruik van, maar het waren industriëlen die het ijs in grote hoeveelheden lieten aanvoeren, en niet in het minst de brouwers.
Een veel besproken brouwerij in Gent – in dit verband – is die van het echtpaar Donny-Baertsoen in het kasteel Emmaüs aan de Sint-Pietersnieuwstraat, waar frisdranken werden gebrouwen en waar twee grote ijskelders in gebruik waren. Die bestaan vandaag nog.
François Donny jr. – zoon van een chemicus en volksvertegenwoordiger uit Oostende – belandde aan Ugent. Eerst werd hij buitengewoon hoogleraar op de speciaal voor hem opgerichte leerstoel Toegepaste Chemie. In 1865 werd hij gewoon hoogleraar.
Volgens het Liberaal Archief startte François Donny jr. in 1855 “een parallel beroepsleven op de hellingen van de Blandijnberg aan de Schelde. Hij kocht het kasteel Emmaüs (…) en transformeerde het complex in een laboratorium met stoommachine waar hij in een eerste fase scheikundige producten aanmaakte. In de loop der jaren evolueerde hij tot een bier- en frisdrankenfabrikant.” Dit was omstreeks 1870.
Inventaris Onroerend Erfgoed: “Het oorspronkelijk logo van de brouwerij was een voorstelling van het Emmaüskasteeltje met de brouwerijgebouwen en toren op de achtergrond en met het opschrift : “Brasserie & Glacière du Petit Château d’Emaüs“. Het was het belangrijkste bedrijf in deze branche te Gent in het laatste kwart van de 19de en het eerste kwart van de 20ste eeuw.”
Eén van haar bekendste producten was het mineraalwater ‘Blandin‘.
De brouwerij van Donny en zijn echtgenote Baertsoen putte grondwater uit de Blandijnberg voor het productieproces. Voor de koeling van de dranken liet Donny ijs overbrengen uit Scandinavië. Dit ijs werd bewaard in twee gigantische ijskelders van elk meer dan tweeduizend kubieke meter, die hij ondergronds had laten bouwen tussen het kasteeltje en de Sint-Pietersnieuwstraat. De twee ijskelders werden verbonden met →
→ de oever van de Muinkschelde door middel van een tunnel. Ze bevinden zich binnen de hoek gevormd door de Sint-Pietersnieuwstraat en de Hoveniersberg.
Uit een pdf van Ugent: “De ondergrondse ijskelders met cilindrische bakstenen constructies met enkel bovenaan geopend koepelgewelf vertonen in doorsnede een merkwaardige “dame jeanne-vorm“. De bouwtechnische verwezenlijking van de ingegraven constructie, de indrukwekkende afmetingen, respectievelijk 9,50 en 12m diameter en 12 en 15m diep die tot 15 ton natuurijs konden bevatten, en de opmerkelijk gaaf bewaarde toestand dragen bij tot hun monumentale waarde.”
Het bedrijf hield op te bestaan in 1961. Toen waren de ijskelders al lang niet meer in gebruik. De bovenbouw van de fabriek verdween, maar het kasteeltje en de ijskelders zijn er nog.
Volgens Inventaris Onroerend Erfgoed werden de ijskelders ‘herontdekt’ bij de sloping van zowel bedrijfsgebouwen rond het kasteeltje als woningen aan de Hoveniersberg. De toegangen tot beide ijskelders lagen verborgen onder een betonnen bevloering.
Meer ijskelders…
Naast de ijskelders in de Sint-Pietersnieuwstraat, waren er ook aan de Nieuwe Wandeling en aan de Ekkergemstraat. Over die ijskelders konden we echter nauwelijks informatie vinden.
Ook de gewelven van het Rabot deden vanaf 1830 dienst als ijskelder – dit, naast haar functies in de loop der eeuwen als: waterpoort met sluis, militaire versterking, tolhuis, kruitmagazijn… De aanvoer van het ijs gebeurde vermoedelijk via de stadsgracht (thans Begijnhoflaan, Opgeëistenlaan) die pas in de tweede helft van de 19e eeuw werd gedempt.
Verwijst de ‘Ijskelderstraat‘ in de nabij gelegen wijk van Sint-Jozef daar naartoe of bevond er zich in die parallelstraat met de Wondelgemstraat ook een ijskelder? Weinig of niets wordt daarover op het internet gevonden.
Naast industriële sites, kwamen ijskelders soms ook voor op privé domeinen. Zo werd een ijskelder aangelegd bij de Botestraat in het Wondelgemse domein Vyncke-Bovyn dat in 1802 werd gebouwd. Toen de familie Geldof het kocht in 1845 liet ze onder meer een ijskelder bijbouwen. F.D.
Ook in het Schuddevisstraatje bij de Groentenmarkt was een ijskelder. Getuige daarvan de foto uit ‘Waar is de tijd’. (Lees ook op deze blog: De louche steegjes aan Korenmarkt en Groentenmarkt) Er waren heel zeker nog veel meer ijskelders in Gent. Bovenstaande opsomming is niet exhaustief
UPDATE 25.08.2021
Lees ook op deze blog: