CURSIEF – Anja, de laatste dans, die moet je mij nog schenken


header copie - aangepast persblog.be - kopie (2)persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina

In de Masterscriptie van 2007-2008 van Marta Michna, ‘Dancings in Gent, 1919-1939‘ vonden we een interessant hoofdstuk over ‘Omgaan met de andere sekse’. Welteverstaan: binnen het dansgebeuren.

‘CURSIEF’/ VOLK 07 januari 2023 – Hoe ga je op de dansvloer om met de andere sekse? Het lijkt een banale vraag, maar dat was het helemaal niet voor den oorlog. Als man moest je beleefd gaan “vissen” of de freule wou dansen. Als vrouw kon je niet zomaar weigeren. Of toch? En hoe geraakte je van je (mannelijke) danspartner weer af?

Hoe kom je aan een danspartner in, pakweg, de jaren 1920 tot een eind in 50s? Bv. toen in de Kuiperskaai de dansgelegenheden nog voor de deftige klassen was. De tijd van je ouders (of van je grootouders)? Dat ging via een bepaald soort, ongeschreven, etiquette.
Leer hoe dat ging aan de hand van een bevraging van ouderen.

Als vrouw begon je het “spel” een beetje als het “lijdend voorwerp”. Je moest schalks zijn om je er sociaal-aanvaard doorheen te slaan.

De Masterscriptie: “(…) Hierbij mogen we niet vergeten dat dansen meer is dan enkel een danspas zetten. Het is ook een manier van kennismaken, een ware versiertruc. [UGent-vorser] Cor Vanistendael verwijst hiernaar als een gestyliseerde, geciviliseerde omgangsvorm tussen mannen en vrouwen in de seksueel actieve leeftijd.

Hoe komt het tot een dans tussen een man en een vrouw? We spreken hierna over oude omgangsvormen tussen seksen, in een maatschappij die beide geslachten nogal uit elkaar placht te houden, en in hun traditioneel rolpatroon bleef duwen. Vrouwen liet zich vaak chaperonneren [begeleiden; vaak door een andere vrouw], om zichzelf te beschermen.

MANNEN NEMEN HET INIATIEF

Onze respondenten bevestigen allemaal dat het uitsluitend mannen zijn die de vrouwen voor een dans uitnodigen. (…)
[Een getuigenis] “Ze kwamen doodgewoon naar waar je zat: juffrouw of Lotje, gaan we ne keer dansen? En ja, je ging mee en danste en dat was dan één dans en dat was dan een tweede dans, en dat was dan geheel uit en dan zei je merci”, en dan was dat gedaan.
Wilde je er dan nog mee dansen, dan moest je het weten, hé.” Indien het meisje vergezeld is van een chaperonne, richt de jongen zijn vraag tot de laatste.
J.M. vertelt ons nog dat een man zijn partner na het dansen terug naar haar plaats begeleidde. (…)

BALBOEKJE

Twee respondenten vertellen ons over de reservatie van een dans. Dit gebeurde enkel op chique bals door middel van een balboekje dat in het bezit was van de vrouw. M.D.B. herinnert het zich al volgt. “Je moest jezelf inschrijven op het carnetje, een boekje.
Maar op andere bals, kon je gewoon op een dame afstappen en haar ten dans vragen. Meestal kon een meisje niet weigeren, want dat was nogal onbeleefd.”

M.L. is de enige vrouwelijke respondent die nog een dergelijk boekje heeft gekend. Ze moest dit boekje na het bal tonen aan haar moeder. Deze oude gewoonte verdwijnt nagenoeg helemaal tijdens het interbellum.

WEIGEREN KAN HAAST NIET

Eenmaal een man een vrouw ten dans heeft uitgenodigd, heeft een vrouw verschillende mogelijkheden. Ze kan de dans aanvaarden of weigeren. Maar weigeren wordt aanzien als onbeleefd en dus moest een vrouw zich goed bewust zijn van de mogelijke consequenties.
G.M vertelt ons dat een vrouw een goede reden moest hebben om te weigeren. “Als de vrouw geen reden opgaf, kreeg ze ervan langs.”
I.M. daarentegen verdroeg het niet wanneer vrouwen mannen afwimpelden en ermee weigerden te dansen. Ze herinnert zich een voorval: “Er was azo een doos van een jongen en die kwam naar mij om te dansen. Ik danste daarmee. En dan ging hij naar haar en ze wilde niet. Ik zei tegen haar: “Wie zijt gij wel toch?” en ze verschoot ervan. Ik zei: “Is die jongen niet goed genoeg voor te dansen, toch?” en ze verschoot ervan. En ze danste ermee. Als je gaat gaan dansen meneer, moet je met iedereen dansen!”

Veel hing ook af van de persoon die de vrouw uit dansen vroeg. (…) Zo vertelt J.B. ons dat ze niet met soldaten danste. “Als je met soldaten danste, kreeg je een slechte naam.”

Een vrouw moest ook een zekere subtiliteit aan de dag leggen en zich schikken naar de ongeschreven omgangsregels. Een man kon zich op zijn tenen getrapt voelen indien de vrouw die hem afwees enkele minuten later met iemand anders stond te dansen.
I.M. kent dit gegeven. “Ja, maar als dat gebeurde, moest je niet met een ander dansen, want ze zouden u een toarte gegeven hebben, maar ik heb dat nooit gedaan, als er iemand naar mij kwam om te dansen – dat was altijd twee keren, halféén zeggen ze dan – ik danste daar twee keer mee, maar daarachter moest hij niet meer komen.”

HOE GERAAK JE ER VAN AF?

(…) Een man moest aanvoelen wanneer hij moest ophouden en niet verscheidene keren om een dans vragen. Een vrouw moest er ook mee kunnen omgaan dat er bepaalde mannen waren waar je niet vanaf geraakte. Zo herinnert L.S. zich nog dat wanneer een jongen steeds terugkwam haar ouders ingrepen en zeiden dat hij moest vertrekken.
I.M had daar zo haar eigen trucje voor: “Er waren er ook waar je niet vanaf geraakte! Maar ik had een kameraad en als ik met iemand aan het dansen was die me niet aanstond en ze bleven dansen…Je kon zelf niet zeggen “merci”. Ik zei dan altijd “ik kom” [doet situatie na en maakt zwaaiend gebaar]. Ik zag niemand, hé. Ik zei dan: “mijn maat roept mij” en ik was weg, ik zei: “ik zal er gaan zijn” [lacht].”

TIK OP DE HANDEN

Een man had een duidelijke bedoeling met dit plakken. Zo vertelt A.D.V. ons: “Jongens en meisjes gingen niet samen naar de dancing. Je leerde elkaar op de dansvloer kennen als je haar ging vragen voor de dans, en stond ze u aan, dan ging je het nog eens vragen [glimlacht].”
Tijdens dit onderzoek vroegen we ons ook af in hoeverre dit “plakken” kon omslaan in handtastelijkheden en hoe vrouwen hiermee omgingen.
Uit de verklaringen van A.D.V. leren we dat men elkaar tijdens het dansen stevig vasthield. “Men drukte elkander goed tegen zich aan hoor, zoveel als je mocht. Op de dansvloer werd dikwijls gekust, vooral als het een beetje donkerder werd, zoals in het Klein Casino aan het Belfort”.
Hij voegt daaraan toe dat er natuurlijk wel eens werd „gevoeld‟. We bemerken dat de meeste vrouwen hun mannetje wel kunnen staan en aangeven wanneer een man de grens overtreedt. Zo getuigt I.M.: “Oh, maar dan sloeg je maar op hun handen, hé, maar dat gebeurde allemaal maar… Ze wisten waar ze dat moesten doen!”

DANSEN IS VERSIEREN

Onderzoek (…) toont aan dat dansen versiertruc nummer één was in die tijd. Men ging dansen om zich te amuseren maar tevens om iemand te leren kennen. Dit is niet verwonderlijk voor een seksegescheiden samenleving als die van in het interbellum.
M.D.B. verwoordt het treffend: “Gaan dansen was ook een kwestie van een mogelijke partner vinden. Ik heb mijn vrouw niet ontmoet op de dansvloer, maar er waren wel mensen die daar hun vrouw hebben ontmoet. Iedereen ging dan ook dansen. Kwestie van iemand te leren kennen en zich te amuseren”.
R.R. leerde zijn vrouw kennen in een dancing. Na een tijdje mocht hij zijn toekomstige vrouw na het dansen naar huis begeleiden.
Ook I.P leerde tijdens het uitgaan haar man kennen. Ze vertelt dat ze tijdens het uitgaan naar een lief ging zoeken.
Ook G.M. heeft haar man ontmoet tijdens het dansen.

EEN ZAKCENT BESPAREN

Zo getuigt R.V.: “Ja, als gij een lief opdeed, dan was dat mooi meegenomen; hij kon dan eens betalen, een keer dat doen voor u”.
J.B. denkt er net zo over. Ze vertelt hoe moeilijk het was om met haar tien frank zakgeld rond te komen. “En wat deed je dan: je zocht u dan eens een jongen waar je bij ging die voor u betaalde. Ik kon zo wel drinkgeld sparen”.

SLECHTS ZELDEN LEVENSPARTNER

Men ontmoette op de dansvloer misschien niet zijn definitieve levenspartner,  maar kon er toch een liefje opscharrelen, zo blijkt uit het interview met A.D.V.: “Op de dansvloer, ik leerde ze daar kennen. In de week sprak je eens af, dat was dan een liefje voor een dag, een week of twee en daarna was dat gedaan”.
Maar vele respondenten benadrukken dat een partner zoeken niet prioriteit nummer één was. Maar toch was dit één van de belangrijke elementen in de hele dans-en uitgaanscultuur.
Het gros van onze respondenten ontmoette hun man of vrouw niet op de dansvloer maar op andere gelegenheden of via kennissen. Toch kennen de meeste respondenten die hun partner niet op de dansvloer hebben ontmoet toch iemand die dat wel heeft gedaan of achten ze de kans dat zoiets mogelijk is erg reëel.

NA HUWELIJK, EINDE DANSEN

Het huwelijk betekent een nieuw hoofdstuk in het leven van onze respondenten en trekt een streep onder het uitgaansleven en het dansen in dancings. Een ander leven met een huisje, tuintje en boompje dringt zich op. We bemerken zelf binnen onze interviews dat mensen uitgaan als ze jong en alleenstaand zijn. Dit wordt ons tevens bevestigd door onderzoek van Cor Vanistendael.
Dansen brengt bovendien een connotatie van verleiding en aanraking met zich mee. Iets wat vele echtgenoten of echtgenotes niet kunnen appreciëren.
Zo herinnert I.M zich dat als we vrijden [verkering hadden], dan moest ik niet dansen met een ander.

Y.K. voelde dat niet haar huwelijk maar haar kinderen een rem waren op het dansen: “Als we nog geen kinderen hadden, gingen we dikwijls dansen. Toen mijn eerste kind geboren werd, was het gedaan met de pret”.

Onze respondenten verklaren vaak spontaan dat hun uitgaansjaren langer zouden geduurd hebben indien ze niet zo jong getrouwd waren. Na het huwelijk komen andere prioriteiten op de voorgrond die een rem zetten op het uitgaansleven van de respondenten.
Zo vertelt R.V.: “(Dansen deed u misschien maar om de twee of drie weken?) Oh ja, dat was heel weinig. Voornamelijk omdat ik zo jong getrouwd ben. Moest ik langer jong zijn geweest, had ik dat misschien gedaan, maar ik had een man.”
Andere respondenten verklaarden dat het huwelijk op zich geen rem zet op het dansen maar dat hun partner geen danser was.
J.M. vertelt ons dat ze gestopt is met dansen omdat haar man geen danser was maar wie dat graag bleef doen, die bleef dat doen.

 

‘Anja, de laatste dans, die moet je mij nog schenken’ verwijst naar zangeres wijlen Anja van Avoort en haar 70s lied ‘De laatste dans’. Dit kreeg in 1990 terug bekendheid omdat de debuutsingle ‘Anja‘ van Gorky, band van wijlen Luc Devos, naar de zangeres en haar hit verwees.

De mode-illustraties komen uit een oude folder van de verdwenen winkel ‘Wit-Kruis’ in de Langemunt.

 

Lees ook op deze blog:

‘Pompierke’ in Latem: dansen langs de steenweg

Terug naar hoofdpagina

Naar Facebook

Lees ook op deze blog:

CURSIEF – ARTIKELOVERZICHT 2016-2017-2018-2019-2020-2021-2022
VOLK – ARTIKELOVERZICHT 2022-2023-2024