VOLK – Turkije aan de Leie: Het verhaal van de Sleepstraat


header copie - aangepast persblog.be - kopie (2)persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina

VOLK/ STAD28 oktober 2018 Zouden er Gentenaars zijn die nog nooit in de Sleepstraat een pizza hebben gegeten? Laat ze dan nu opstaan en hun maag gaan vullen voor acht euro (inclusief digestief van het huis). De rest kan achterover leunen in zijn stoel en hier het antwoord lezen op de vraag die iedereen zich in de Sleepstraat wel eens heeft gesteld: Hoe komt het toch dat hier zo veel Turkse restaurants zijn?

Sleepstraat

Door Tina De Gendt, auteur van het boek ‘Turkije aan de Leie’ , voor persblog.be

Het simpele antwoord is natuurlijk dat er gewoon veel Gentenaars van Turkse afkomst zijn. Een op tien stadsgenoten (of 25.000 mensen) zelfs. Dat is niet mis, zeker als je weet dat alle andere ‘gemeenschappen’ in de stad (uitgezonderd de West-Vlamingen) vele malen kleiner zijn dan de Turkse. En ook best uitzonderlijk wanneer je bedenkt dat de andere grote steden in Vlaanderen (Brussel en Antwerpen) vooral getypeerd worden door grote Marokkaanse gemeenschappen. Gent is op dat vlak dus een uitzondering.

Terug naar hoofdpagina

‘Turkije aan de Leie’ – Tina De Gendt

Het iets moeilijkere (maar veel smakelijkere) antwoord ligt vervat in de geschiedenis van de Turkse migratie naar Gent. Naar die geschiedenis deed ik jarenlang onderzoek om in kaart te brengen waarom precies de Turkse gemeenschap in Gent zo groot werd op vijftig jaar tijd. Het resultaat van al die opzoekingen (en het antwoord op die vraag) leest u in mijn boek Turkije aan de Leie (Lannoo, 2014). 

Maar speciaal voor persblog.be licht ik hier graag een tip van de (excusez-le-mot) sluier en neem ik u mee naar het moment waarop de kiem van de Sleepstraat wordt gelegd, in de vroege jaren zeventig. In die periode werd namelijk het allereerste Turkse restaurant in Gent opgericht aan de hoek van het Sluizeken (waar nu restaurant Akdeniz is): het legendarische Bogazici.

Boğaziçi’ was in niets te vergelijken met de Turkse restaurants die je vandaag in de Sleepstraat vindt. Tapijtjes op de tafel, een menu enkel in het Turks en niets te krijgen dat ook maar leek op pide of pizza. In deze zaak werd de döner kebab’ voor het eerst geïntroduceerd in Gent, toen nog een exotische specialiteit, die vele jaren later terug op zou duiken onder de naam ‘pita’. In Bogazici leerde de Gentenaar pita eten, maar nog veel meer.

Terug naar hoofdpagina

Sluizeken – hoek Sleepstraat – restaurant Bogazici

Bogazici was van in het begin immers veel meer dan een restaurant. In de broeierige jaren zeventig was het een ware cult-plek: een hotspot voor Turkse nieuwkomers, voor Gentse wereldverbeteraars en studenten uit heel Vlaanderen. Onder zijn vaste klanten rekende Boğaziçi onder meer Maurice Maréchal, Piet Van Eeckhaut, Koen Raes en Walter de Buck. Behalve om te eten kwamen de klanten er ook om te vergaderen en protestacties op te zetten. De eerste Turkse verenigingen werden hier in de jaren ’70 opgericht.

Terug naar hoofdpagina

De familie

Bijna even legendarisch als het restaurant zelf waren de uitbaters: de kleurrijke gebroeders Alci. Zoals de meeste Turkse Gentenaars waren deze broers afkomstig uit een dorp bij Emirdag. U leest het goed: Een dorp bij Emirdag en dus niet uit Emirdag zelf. Omdat zo veel Turkse Gentenaars uit deze streek afkomstig zijn, gaan veel Gentenaars er verkeerdelijk vanuit dat Emirdag een of andere superstad moet zijn. Maakt u echter nooit de fout om (zoals ondergetekende) in Antalya of Istanbul luidop te verkondigen dat u mensen kent uit deze ‘stad’. Ze zullen u vierkant uitlachen of heel scheef bekijken.

Terug naar hoofdpagina

Emirda (rode stip), ligging in Turkije – Google maps

Emirdag is immers geen stad. Het is een gemeente op het kruispunt van verschillende oude landwegen door Turkije (waaronder een deel van de Zijderoute). Als mensen zeggen dat ze ‘van Emirdag’ zijn, bedoelen ze nooit dat ze van die specifieke gemeente afkomstig zijn, maar wel van een dorp in de buurt van die gemeente. De streek was tot de jaren vijftig welvarend omwille van het drukke handelsverkeer op de handelsas, dat een prima afzetmarkt leverde voor de landbouwbedrijven uit de buurt. Maar nadat in de jaren vijftig snelwegen werden getrokken door het land, viel de economie hier (en in andere delen van Anatolië) stil en kwam de lokale bevolking in moeilijkheden. Vele dorpelingen, die vroeger ruim konden leven, zagen geen andere optie dan te migreren.

Terug naar hoofdpagina

Emirdag – pic Şehirler Savaşı
Emirdag – pic emirdag.com

Niet naar Gent natuurlijk. Daar zijn we nog niet. Zelfs nog niet naar Europa. Dat lag op dat moment nog veel te ver. Maar wel naar andere delen van Turkije. Met name de jonge mannen werden erop uitgestuurd om als seizoensarbeider wat geld bijeen te sparen in de steden om deze crisis te helpen overleven. Ook Halil en Süleyman Alci vertrokken in het begin van de jaren zestig uit hun dorp om in Ankara in een fabriek te werken. Nadat ze daar enkele maanden hadden gewerkt, merkte ze op een dag enkele vreemde figuren op die zich op de grote markt in Ankara hadden opgesteld met lange inschrijvingslijsten: Europese rekruteerders.

Ankara – verlaten fabriek – thans bibliotheek – pic www.xinhuanet.com
Halil en Süleyman Alci

Zowel Nederland, Frankrijk, Duitsland als België kampten op dat moment met een dringend tekort aan arbeiders en waren in verschillende landen (waaronder ook Griekenland, Spanje en Marokko) op zoek naar mensen die bereid waren voor een korte tijd als ‘gastarbeider’ te komen werken.

De kinderen Alci in Nieuwland

Duizenden Turkse ‘seizoensarbeiders’, die toch al zo ver van huis waren, melden zich aan met het idee: “We zijn nu toch al zo ver van huis, nog één omweg en we kunnen weer terug”. →

Terug naar hoofdpagina

→ Voor velen maakte het niet eens uit in welk land ze zouden terecht komen, maar als ze dan toch konden kiezen: liefst niet naar België omdat daar enkel mijnwerkers werden aangenomen. Ook Halil en Süleyman, beiden jonge vaders op dat moment, zagen zo’n gevaarlijk werk niet zitten, maar lieten zich wel op de lijst van Nederland en Duitsland zetten. En zo gebeurde: Halil werd als eerste gerekruteerd en mocht vertrekken naar Nederland. In tegenstelling tot België had Nederland al in die tijd een ‘spreidingsbeleid’ (waardoor gastarbeiders over het land werden verdeeld) en een ‘integratiebeleid’ (werkgevers moesten Nederlandse taallessen aanbieden). Zo kwam Halil in 1964 in Terneuzen terecht, waar hij al na enkele maanden een aardig mondje Nederlands sprak en op een dag zijn werkmakkers hoorde fluisteren over (en dit is een letterlijk citaat) ‘een plaats over de grens waar met arbeidscontracten werd gegooid als met rijst bij een huwelijk’.

Gent dus.

Molenaarsstraat – de Hemptinne/ UCO
Kanaal Gent-Terneuzen

Halil kon zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en reisde op een weekend af. De deuren van de fabrieken stonden hier inderdaad wagenwijd open, zeker voor gastarbeiders. Volgens het Belgisch ‘migratiebeleid’ (of wat ervoor moest doorgaan) kwam de textielsector in die periode niet in aanmerking om gastarbeiders te rekruteren omdat het tekort in de mijnsector groter was. De Gentse textielbedrijven moesten zich tevreden stellen met ‘toevallige passanten’ in de stad en de gastarbeiders die ze konden afsnoepen van andere bedrijven: Algerijnen uit Noord-Frankrijk, Marokkanen uit Limburg, een handvol Tunesiërs en hier en daar een Turk. Lang niet genoeg om het gat te vullen dat de Vlaamse textielarbeiders hadden achtergelaten, die op dat moment massaal richting haven trokken om er in moderne bedrijven te gaan werken voor veel meer geld.

Toen Halil arriveerde in Gent, werd hij met andere woorden hartelijk verwelkomd. Hij kreeg nog dezelfde dag een huis toegewezen aan de Voormuide en een vast contract. Toen hij na enkele maanden aangaf te willen terugkeren naar huis, opperde de werkgever dat hij nog veel meer zou kunnen verdienen als hij zijn familie naar hier haalde en kreeg hij meteen de vraag of hij, in dezelfde beweging, niet nog meer mensen naar Gent kon overbrengen? 

Sint-Salvatorstraat – richting Neuseplein – Voormuide

Dus schreef Halil een brief: eerst naar zijn broer Süleyman, die toen nog steeds in Ankara werkte. En dan een naar zijn vrouw en zijn vijf kinderen. En daarna een naar zijn beste vriend. Enkele maanden later arriveerde de groep van ongeveer twintig mensen in Gent, waar ze allemaal samen werden ondergebracht in een beluik aan de Bevelandstraat.

Tot hiertoe is het migratieverhaal van Halil allerminst uniek. In het midden van de jaren zestig werden honderden mensen van Turkije naar Gent gehaald via dit systeem van kettingmigratie, waarvan vooral de textielsector gretig gebruik maakte. Echt officieel was het niet, maar de overheid kneep met plezier een oogje dicht, want de tekorten waren groot en de textiel voor Gent veel te belangrijk. Halil en andere pioniers werden door personeelsdirecteurs ingeschakeld als tussenpersoon en die lieten zich voor dit werk uiteraard op commissie zetten. Na een tijdje boerde Halil zo goed met dit werk, dat hij niet meer in de fabriek moest werken. En dat bracht hem naar de Sleepstraat.

Sleepstraat

Halil mocht dan wel een ondernemer zijn, een kantoorruimte voor zijn interimkantoor avant-la-lettre had hij niet. Maar iedereen die hem zocht, wist hem te vinden: hij sleet zijn dagen in café De Lelie op het Sluizeken, waar hij van ’s morgens tot ’s avonds koffie dronk en mensen ontving. Halil had niet toevallig dit café uitgekozen: Café De Lelie was een van de weinige cafés waar Turkse klanten op dat moment welkom waren. Aan de deuren van veel andere cafés hingen namelijk bordjes met de boodschap “Interdit aux étrangers”. Maar terwijl de andere cafés in de buurt in die jaren fel achteruit boerden, deed dit café (dankzij Halil) gouden zaken. En dat was ook zijn broer Süleyman opgevallen.

Sleepstraat vanaf Sluizeken
Sleepstraat – Sint-Salvatorstraat

Toen het café naast De Lelie werd overgelaten, besliste Süleyman zijn kans te wagen en het pand om te vormen tot een restaurant. Had Halil Alci de bijnaam de ‘burgemeester van de Turken’ te zijn, dan ontpopte zijn broer Süleyman zich in dit restaurant tot een echte feestburgemeester. Met Walter De Buck organiseerde hij tijdens de Gentse Feesten een speciale ‘Dag van de Gastarbeider’ en grandioze ‘Verbroederingsavonden’ waar honderden mensen op af kwamen. Het huwelijk van zijn zoon, in Hotel Brittannica, staat in Turks Gent nog steeds geboekstaafd als ‘het trouwfeest van de eeuw’.

Sleepstraat – in de richting van Sluizeken
Sluizeken – hoek Sluizekenkaai – verlengde Oudburg – café Simon Says
Sleepstraat – hoek Gillis Coppinsstraat

Hoewel op dat moment in tal van wijken al een sterke Turkse aanwezigheid was (ook in de Muide, Ledeberg, Rabot, Dampoort, …), maakte het restaurant van het Sluizeken plots hét referentiepunt voor Turks Gent. Iedereen die iemand of iets zocht dat te maken had met Turken in Gent, werd naar deze plaats doorverwezen. Toen in de jaren zeventig het eerste ‘migrantencentrum’ van Gent werd opgericht, kon dat nergens anders gebeuren dan in de Sleepstraat. En toen een groot deel van de Turkse Gentenaren in het midden van de jaren tachtig de overstap maakten van textielarbeid naar ondernemerschap, gebeurde dat niet toevallig opnieuw in de Sleepstraat. En niet toevallig met restaurants.

Zo leeft het roemruchte restaurant Bogazici tot vandaag door in Gent, haar ziel gereïncarneerd in twintig restaurants in de Sleepstraat. Döner kebab kan je er niet meer vinden en de legendarische gebroeders Alci zelf zijn al jaren dood, maar echt weg is Bogazici nooit geweest. Meer zelfs: het restaurant is sinds kort terug te zien. Op het Neuseplein baat Rifat Alci (de zoon van Süleyman) al tien jaar Frituur Tolpoort uit. Op de grote glaspartij aan het terras prijkt sinds oktober 2018 de legendarische foto van dat legendarische restaurant, waarop zijn vader in het midden zit, omringd door vrienden en familie. Rifat staat er zelf ook op.


Legendarische foto van dat legendarische restaurant

Wil je meer weten over de geschiedenis van de Turkse migratie naar Gent? Behalve in het boek  ‘Turkije aan de Leie’ zelf, vertelt journaliste en historica Tina De Gendt er ook over tijdens rondleidingen en lezingen. Op dit moment werkt zij aan een nieuw onderzoek over migratie in de poortwijken van Gent (De Poorten). De eerste halte is het Neuseplein, waarover zij een project maakte voor het STAM.

 Naar Facebook

Terug naar hoofdpagina

NAAR ARCHIEVEN

STAD in 2016 - ARTIKELOVERZICHT
STAD in 2016-2017-2018 ARTIKELOVERZICHT
STAD in 2016 - ARTIKELOVERZICHT
VOLK in 2016-2017-2018 – ARTIKELOVERZICHT