STAD – Als ge “van de Kerkstroate” waart, waart ge achterlijk


header copie - aangepast persblog.be - kopie (2)persblog.be – Verhalen uit en over Gent – naar hoofdpagina

kanttekeningen bij de Rabotwijk
De verdwenen Kerkstraat ofte ’t Lattestraatje

STAD – 16 september 2020 – Als aan het einde van de 19e eeuw in de Rabotwijk er over jou gezegd werd dat “ge van de Kerkstroate woart”, dan betekende dit niet meer of minder dan dat je achterlijk was.
Want in 1870 werd de wijk achter het Rabot aangelegd, en die ging door voor “modernistisch”.  Het ging over moderne verkavelingen van loten – meestal in eigendom van de Hemptinne’s – incluis aanleg van wegen en nutsvoorzieningen. De Kerkstraat lag in het oude deel.

Drietorekensstraat – zijstraat Filips Van Cleeflaan – zicht op Sint-Jozefkerk

Historica Tina De Gendt onderzoekt de wijk voor het STAM, en organiseert wandelingen, in functie van een heemkundige studie

Witte Kaproenenplein

De Kerkstraat was de oude verbindingswegel tussen Gent en Wondelgem, dwars door de meersen. Bij de aanleg van de Rabotwijk werd die wegel geincorporeerd ter hoogte van de Ijskelderstraat, vanaf de Gebroeders De Smetstraat.
De wegel liep nog zuidwaarts – en parallel met de toen nieuwe Wondelgemstraat – en daar vond je nog oude krotwoningen, beluiken, in tegenstelling tot de Rabotwijk.
In de Rabotwijk kwamen geen beluiken, want die werden bij de bouw van de wijk gezien als de broeihaarden van cholera, zoals er even tevoren, in 1866, een epidemie was geweest.

Herinneren we ook dat er nog in een ander tijdvak hoog opgelopen werd met de accomodatie van de “nieuwe” Rabotwijk, m.n. aan het begin van de jaren 1970 toen de woontorens gebouwd werden. Toen, stak deze “moderne” woonaccomodatie schril af tegen de “oude”, zijnde de beluiken waaruit de mensen kwamen. Lees ook: Rabot: “Dikke nekkentorens” en ‘Ground Zero’

Blaisantvest voor de demping van de stadsgracht – pic Marc Polfliet

Noteer dat als je voor 1860 vanuit Gent kwam – zowel aan de Brugsepoortstraat als aan de Rabotstraat – je dan op een waterweg botste. Er liep een stuk van het Lievekanaal tussen NO en ZW dat aansloot met het stuk gracht in de richting van het centrum voorbij de versterking “het Rabot”. Aan de andere kant sloot daar bij aan: de stadsgracht. Lees ook: De lieve en de rabotten
Dit tracé kwam overeen met de huidige Begijnhoflaan – Opgeëistenlaan tot aan de “Plezante Veste“, wat dialect is voor Blaisantvest.
Noordelijk van dat tracé kwam op vraag van de Hemptinne’s een spoorlijn en een station. Het fungeerde als tweede station van Gent, naast het Zuidstation aan het huidige Albertpark.
Het tweede station stond schuin tegenover het Rabot aan de overzijde van de huidige Opgeëistenlaan. Het zou nooit een groot succes worden voor personenvervoer – de bewoners van het Rabot hadden immers geen middelen om te reizen – maar wel als goederenstation. Dit wordt verklaard door de nabijheid van de vele fabrieken, niet in het minst die van de familie de Hemptinne zelf: aan de Molenaarsstraat, aan het huidge gerechtsgebouw, de fabriek aan het Griendeplein (van De Smet), de fabriek aan Vogelenzang (van Voortman…)

Gebroeders De Smetstraat – school Odysee – ooit fabriek Gebr. De Smet – La Louisiane –

De enige buitenwijk van Gent waar de bewoners niet van “den buiten” kwamen – economische vluchtelingen tijdens mislukte oogsten – maar uit Gent gedreven waren, was de Rabotwijk.
Gentrificatie‘ bestond toen nog niet als begrip, maar dit was wat er gebeurde: toen de “octrooiwet” werd opgeheven – aan de stadspoorten moest geen tol meer worden betaald – konden mensen eindelijk buiten de oude “muren” gaan wonen.
De binnenstad was daar echt aan toe. Getuige de explosie aan beluiken en de woekering van fabrieken in publieke monumenten.
De haveloze en ziektenverspreidende krotbewoners werden door de burgerij uit de stad gedreven naar bv. de Rabotwijk opdat die zelf de vrijgekomen ruimte konden innemen.
Dit is heel typisch voor de Rabotwijk. Aan de Brugse Poort bv, waren de bewoners in tegenstelling met die van de Rabotwijk, in hoofdzaak ingeweken plattelanders, minder weggeduwde Gentenaars.
Dit schijnen kenners ook nog te horen in het gebruikte dialect in de wijken. Zoals bv. Eddy Levis, voorzitter van de Gentsche Sosseteit.
Lees op deze blog: Rabotwijk: de fabrieken, de arbeiders en hun dialect

Rabot

Na het afschaffen van het zgn. “Octrooirecht” of poortgeld in 1860 verschoof een deel van de bevolking naar de buitenwijken van Gent. Deze stedelijke belasting op allerlei produkten die van de stad werden uit- of ingevoerd, leidde ertoe dat de fabrieken binnen de stadsmuren bleven, en met hen de arbeiders. Tot de toestand onhoudbaar werd.
Na het afschaffen ervan, werden snel stadspoorten fysiek neergehaald.
Noteer in dit verband dat het monument ‘Rabottorens’ niet fungeerde als stadspoort, maar volgens onze gidse, een overwinningstoren is op een slag met de Duitse keizer die in 1488 oog in oog stond met Filips van Cleef.

Het duurde wel een tien jaar alvorens er iets “bougeerde” in de te bouwen Rabotwijk

Modelwijk, segregatie
De Rabotwijk was de meest “geplande” wijk van alle buitenwijken van Gent. Het was vnl. Joseph de Hemptinne die de plannen voor de wijk ontvouwde en beheerde. De wijk werd gebouwd op meersen: hij liet die dempen en verkavelen. Hij tekende de plannen voor de wijk. Hij speelde voor bouwpromotor.
Sommige percelen werden verkocht aan handelaars, maar in de regel waren de huizen alle huurhuizen in eigendom van de Hemptinne. Hij creëerde hierdoor een gigantische eigen arbeiderswijk. Joseph de Hemptinne had daarbij een modelwijk voor ogen, centraal rond een kerk: de Sint-Jozefkerk.
Voor de petite histoire: de Sint-Jozefkerk werd een kerk zonder torenspits, want men was niet zeker dat de fundamenten, die in het moeras stonden, een toren zouden kunnen dragen.

Sint-Jozefkerk vanuit de Maria-Theresiastraat

De wijk was ook een katholieke wijk. In dit tijdvak was “katholiek” immers veiliger dan “socialistisch”. Door de bril van de fabriekseigenaars gezien natuurlijk. “Overigens komt het begrip “tsjeef” uit de Rabotwijk” weet onze gidse Tina De Gendt. “Het woord verwijst naar de Sint-Jozefkerk.”

“Sporen van socialisme waren er in de Rietstraat” weet onze gidse. Die loopt van de Ijskelderstraat naar het oosten en kruist de Wondelgemstraat. Aan de oostzijde was er een klein liberaal bastion bij de Spaarstraat. Dit was ook de plek waar François Laurent – hoogleraar en liberaal volksopvoeder – zijn activiteiten begon. Lees op deze blog: Professoren Andries, Fredericq, Callier en Laurent

Die katholieke wijk, die moet een zuurgesmaakte vrucht geweest zijn voor de clerus. Een decennium voor de start van de bouwwwerken aan de wijk in 1870, werden aan de andere kant van het Rabot, richting centrum, de begijnen verjaagd uit hun Sint-Elisabethbegijnhof, omdat daar door hun domein een moderne weg moest komen: de Rabotstraat… Dit was typisch één van de vele liberale pesterijen jegens de katholieken. En de liberalen van toen, dat waren ook de rijke werkgevers.

Ijskelderstraat

De wijk was ook een soort “ghetto“, of op zijn minst een gesegregeerd gebied, want hij was enkel voor arbeidersgezinnen bedoeld. Ook fysiek was de wijk ingesloten. Westelijk door de Brugse Vaart waarachter de Brugse Poort. Zuidelijk tot oostelijk: de stadsgracht het Lievekanaal tot aan de Sassekaai. Noordelijk: de Nieuwe Vaart, vanaf 1863.

De wijk paalde in het noorden aan de Wondelgemse meersen. Op dit evenzeer moerassig gebied kwamen geleidelijk aan fabrieken. De “Gèsfabrieke” bv. Dat was de eerste aan de kant van Sassevaart. Maar ook de Filature du Rabot aan de Frans van Ryhovelaan, de latere UCO fabriek aan de Maïsstraat…

Noteer dat de familie de Hemptinne aan de andere kant van de stad, m.n. aan de Muinkschelde, evenzeer – zij het later – een “eigen” wijk had. Deze dateert van het jaar 1906-1907. Er werd gewag gemaakt van ‘Cité de Hemptinne‘.
Weet dat deze wijk aan de stad ontfutseld werd door het inzetten van een stroman bij de openbare verkoop van de gronden die aan de Expo 1913 waren gewijd. De Stad wou er burgerresidenties neerzetten. Toen was het mondaine Zuidstation vlakbij. de Hemptinne kaapte de verkoop en creëerde er zijn “arbeidersghetto”.
Als de weersomstuit werd “de Cirk” als tegengewicht opgericht. Sociaal geïnspireerd met kwalitatievere huisvesting voor de arbeiders.

De arbeiderswijk was in de origine blank, maar daar kwam verandering in. Zoals iedereen vandaag kan zien als hij/zij door de Wondelgemstraat en omgeving wandelt: éénderde van de bewoners is van vreemde origine. Zie de officiële cijfers van Stad Gent. Vandaag is de Rabotwijk een zeer multiculturele wijk, met als belangrijkste groepen: (genaturaliseerde) Turken en Bulgaren en andere nationaliteiten.

Molenaarsstraat – de Hemptinne

We moeten teruggaan naar jaren 1960 en naar de textielcrisis om dit fenomeen te verklaren. In die periode kreeg Gent scherpe concurrentie te verduren uit West-Vlaanderen – dat de industriële reconversie doormaakte van vlas naar katoen – en van Oost-Europa en later van  het Verre Oosten.
Om enigszins het hoofd te kunnen bieden aan die concurrentie, was één van de remedies: goedkopere lonen. Ineens zag je dan ook dat de fabrieken bevolkt werden door vrouwen – die in die tijd minder betaald werden dan mannen voor het verrichten van gelijkaardig werk.
Verder trokken de fabrieksbazen ook goedkopere arbeidskrachten aan uit het buitenland. In Gent was dit in hoofdzaak uit Turkije.
Lees op deze blog: Turkije aan de Leie: Het verhaal van de Sleepstraat boek van onze gidse – en Sint-Amandsberg: Turkse koppelbaas

Uiteindelijk ging de Gentse textielnijverheid toch langzaam teloor. Lees op deze blog: Hoe de Gentse textielreus ontstond De autochtone bevolking en de vers ingelande buitenlanders zaten met een probleem. Ze werden werkloos.
Dit verklaart volgens onze gidse waarom bv. de Turken met winkels en restaurants begonnen zijn. Kijk naar de Wondelgemstraat, maar vooral naar de Sleepstraat. Bekijk op deze blog: Wondelgemstraat in beeld

Opgeëistenlaan – vierde en vijfde laagbouw

Wat de Rabotwijk betreft, wou het stadsbestuur – in de nasleep van de negativiteit van de textielcrisis en de impact daarvan op de wijkbewoners – enige moderniteit in de wijk in het leven roepen door middel van de bouw van nieuwe woontorens – in de volksmond “de Rabottorens”. Hierdoor konden mensen uit hun erbarmelijke woonomstandigheden worden geholpen.
Noteer dat, zoals eerder gezegd, het vooral huurwoningen betrof. Die worden dan door de bewoners in principe slecht onderhouden, in tegenstelling tot eigendommen.
Van onze gidse leren we dat het stadsbestuur plannen had – die nooit zijn gerealiseerd – om een “muur” van torens te bouwen over de gehele lengte van de Opgeëistenlaan. Nu zijn het er maar drie. Twee ervan liggen al tegen de vlakte. De derde staat leeg en zal over afzienbare tijd worden afgebroken. De hoge woontorens worden systematisch vervangen door sociale blokken in laagbouw. Er zijn er nu al een viertal…

Wondelgemstraat

Wat het ontstaan van winkels betreft… in de Wondelgemstraat. Niet enkel zijn die er gekomen omdat de arbeiders zonder werk vielen. Die zijn er altijd geweest, net zoals in alle invalswegen van “den buiten” naar Gent.
Maar merkwaardig – zo weet onze gidse Tina De Gendt – is dat de Wondelgemstraat bekend stond als de meest “chique” winkelstraat van de stad, de meest gediversifieerde… Hoe dit komt is nog een raadsel.

Dit voormalig tram-tractiegebouw wordt de nieuwe moskee

Aan het begin van de vorige eeuw werd tussen de Gebroeders de Smetstraat en de noordelijker gelegen Kwakkelstraat – en van oost-west tussen de Schaliestraat en de Victor Frisstraat – een tractiegebouw voor de trams gebouwd.
Net zoals er toen locale relaisgebouwen ontstonden voor de stroomvoorziening van wijken – in de Dukkeldamstraat, Kattenberg, Bomastraat, Kwakkelstraat en Jan van Stopenberghestraat – waren er relaisstations nodig voor de energievoorziening van de nieuwe elektrische trams.
Het station dateert van de jaren 1930 en staat al ruim tien jaar leeg.

Gebroeders De Smetstraat – speelplein – jaren 1950

Daar vlakbij – thans zie je een speeltuintje ter hoogte van het Witte Kaproenenplein – was er na de oorlog al het recreatieoord ‘De Zonnestraal’, en later een jeugdclub – genoemd ‘El Paso’ – en opgericht om jongeren een zinvolle bezigheid te geven in de plaats van rond te hangen in motorbendes zoals toen dikwijls het geval was. Achter het idee van ‘El Paso’ en haar vzw ‘Jong’ zat niemand minder dan de in 2015 overleden parochiepriester Koen Blieck.
Nu komt er een heraanleg van het terrein en een nieuw jeugdlokaal.

Bijzonder is dat daar een zwembad was, en een druk bezochte cafetaria, en een speeltuintje. Die club leeft nog in de hoofden van de mensen. Dit merk je aan de reacties van de mensen als je het onderwerp aanhaalt op facebook.
De mensen weten ook nog dat het recreatiedomein gebouwd werd op een oud kerkhof. Dat kerkhof ligt dicht bij de oude Kerkstraat, waarover hierboven sprake… Volgens sommigen is dit het kerkhof van de nieuwe Rabotwijk. Volgens anderen is het kerkhof ouder en was het het kerkhof van de Brugse Poort (aan de overkant van de Vaart). Nog volgens sommigen is dit kerkhof veel ouder en was het in de Middeleeuwen een pestkerkhof.

Alexander W. in facebookgroep ‘Ge zijt van Gent als ge…’: “… Juist achter het zwembad hebben we nog veel geraamtes blootgelegd. Dit was in de jaren 1970.”

Kwakkelstraat – Victor Frisstraat – Schaliestraat – oud tractiestation De Lijn – Turkse moskee

Veel mensen hebben ook gehoord dat op die plek een grote moskee komt. Eigenlijk is die er al, en eigenlijk is die een verplaatsing van de bestaande moskee. Laat ons het zo stellen: de gelovigen gaan “groter gaan wonen”.
De oorspronkelijke Turkse moskee (er zijn er nog vele andere in de wijk) ligt aan de Victor Frisstraat. Dit is dus ten westen van de Ijskelderstraat. Nu schuift de locatie op in de richting van het noordwesten, in de richting van de Schaliestraat.
Inderdaad exact op de locatie van het oude tramtractiestation. En het is ook in dit oude gebouw dat de moskee gevestigd is.
Door zijn ligging achter huizenrijen van diverse straten, is het enkel met een glimp te zien achter het speeltuintje. Dit maakt het wat mysterieus – en maakt sommige mensen wat nerveus – maar eigenlijk is de moskee helemaal niet zo mysterieus en wordt de omvang ervan en de impact op de bewoners van de wijk in termen van overlast allicht wat overdreven. We gingen er naartoe, stonden erbij, stapten erin, en keken ernaar… No big deal.

Aan de andere kant van Witte Kaproenenplein worden enkele woonblokken afgebroken, ten voordele van de groenvoorziening. Sommige mensen denken dat de afbraak te maken heeft met het aanleggen van een parking ten behoeve van de moskee, maar dit wordt niet beaamd door onze gidse.

Sint-Jozef – Wondelgemstraat

Joseph de Hemptinne mag dan op zijn manier – en met zijn persoonlijke insteken – zijn best gedaan hebben om een leefbare wijk voor de arbeiders te realiseren, eigenlijk vergat hij één belangrijk d1ng: het inrichten van publieke ontmoetingsplaatsen.
Je ziet vandaag dat het pleintje voor de Sint-Jozefkerk een plek is waar veel mensen samenkomen om te keuvelen. In de troosteloos rechtlijnige straten van de wijk zijn nauwelijks rustpunten waar mensen kunnen samenzitten.
Dit aspect werd zelfs in de beginjaren 1970 vergeten bij de bouw van de woontorens, ook bekend als de “Rabottorens”. Noch binnenin de gebouwen, noch in de nabijheid ervan, werd een mogelijkheid voorzien voor sociaal leven.

De Sint-Jozefkerk werd recent door de stad aangekocht en zal fungeren als lokaal multicultureel ontmoetingscentrum. Dit was de wens van de laatste en in 2015 overleden parochiepriester Koen Blieck, de man die – zoals hoger aangegeven – achter jeugdwerking ‘El Paso’ zat, maar ook het initiatief nam voor: speel-o-theek ‘Pipo’, chiro ‘Mengelmoesch’ en ‘Mandelaschool’.
Een nieuw plein, bij het Tondelierpark, werd naar hem genoemd.

Rietstraat – rechts: Afrikaanse moskee

Er zijn nog vele vragen te stellen over die wijk. Bv. waar die ijskelder gelegen was waar de betreffende straatnaam naar verwijst? Maar ja, ik had me voorgenomen een kort verslag te maken over de rondgang in de Rabotwijk o.l.v. Tina De Gendt, maar tijdens het schrijven bleef de inkt maar uit de pen spuiten. F.D.

Lees ook op deze blog:

Rabotwijk: de fabrieken, de arbeiders en hun dialect

 

 

Rabot: “Dikke nekkentorens” en ‘Ground Zero’

 

 

Wondelgemstraat, bijna drie jaar later

 

 

De Lieve en de rabotten

 

 

Familie de Smet – La Louisiane

 

 

Familie de Hemptinne

 

 

 

Terug naar hoofdpagina

NAAR ARCHIEVEN

Naar Facebook

Lees ook op deze blog:

STAD – ARTIKELOVERZICHT 2019-2020